Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toezeggingen AO Amvb Wmo

Kamerstuk, 30-6-2006

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO/2696994

30 juni 2006

Op 22 juni jongstleden heb ik met u, tijdens een Algemeen Overleg, gesproken over het ontwerp Besluit maatschappelijke ondersteuning. Daarin zijn onder meer nadere regels opgenomen over de eigen bijdragen Wmo.

In aansluiting daarop verzoekt u mij om op een aantal zaken te reageren.

Voor wat betreft de termijn van betaling van eigen bijdragen heeft de Tweede Kamer mij verzocht artikel 4.1 lid 3 van de Amvb (en de toelichting daarop) aan te passen. Het genoemde artikellid regelt thans dat voor bepaalde individuele voorzieningen gedurende maximaal 65 perioden van 4 weken een eigen bijdrage in rekening kan worden gebracht . Dat komt neer op maximaal 5 jaar. Op verzoek van de Tweede Kamer en zoals door mij tijdens het AO is toegezegd, zal ik deze periode terugbrengen tot maximaal 3 jaar.

Daarnaast zal - zoals eveneens toegezegd tijdens het AO - artikel 4.1 worden verduidelijkt. Lid 2 regelt welke inkomensafhankelijke eigen bijdragen gemeenten maximaal mogen heffen en dat gemeenten deze voor alle groepen in gelijke mate mag wijzigen. Om misverstanden te voorkomen, zal ik op verzoek van de Tweede Kamer, ondubbelzinnig vastleggen dat het inkomensafhankelijk maximum door de gemeenten alleen kan worden verlaagd.

Aldus aangepast, zal ik het ontwerp Besluit voor advies aan de Raad van State zenden. Na ommekomst van het advies en na publicatie in het Staatsblad treedt het Besluit in werking.

Voor wat betreft de monitoring zeg ik u graag toe om de hoogte van eigen bijdragen die gemeenten in de praktijk opleggen goed te volgen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp