Ingezonden persbericht
Nummer: 339/06/AN/AN
Onderwerp: PERSBERICHT
Informatie over milieu en gezondheid in de buurt ontoereikend
Met het verdrag van Aarhus dat sinds 2005 van kracht is zijn overheden verplicht om milieu-informatie actief beschikbaar te stellen. In de praktijk geven veel gemeenten bij vragen van hun inwoners echter niet thuis. Dit blijkt uit een toets van de Milieufederaties van Limburg, Utrecht, Zuid Holland en Overijssel en Stichting Natuur en Milieu bij 46 gemeenten. De resultaten van de toets zijn donderdagmiddag gepresenteerd aan 130 belangstellenden op een symposium in Utrecht.
Bij de gemeenten is schriftelijk, digitaal en mondeling informatie opgevraagd. Afhankelijk van de manier van vragen kwam van 10% tot soms 50% van de gemeenten zelfs helemaal geen reactie. Waar wel informatie wordt gegeven, geeft deze meestal maar weinig inzicht in de gezondheidsrisico's die mensen lopen.
Er zijn wel goede voorbeelden: De Aarhus trofee voor het beste initiatief is uitgereikt aan de gemeente Nijmegen voor de website voor de wijken West en Weurt. Deze site geeft op begrijpelijke wijze informatie over milieu en gezondheid in de wijk en is in nauwe samenwerking met de bewoners opgesteld.
De genoemde initiatiefnemers hebben in het project 'Aarhus at risk?' samen met burgerpanels gekeken of gemeenten aan hun informatieplicht voldeden én of deze informatie ook daadwerkelijk antwoord gaf op de vragen waar je als bewoner tegen aan loopt. Nu is het mogelijk aan het verdrag te voldoen zonder al te veel moeite: een register op internet met beschikbare rapporten is al een goede stap. Maar de vraag is of het doel: burgers informeren over milieu in hun omgeving, daarmee voldoende gediend is. Beleidsplannen zijn voor een leek vaak volkomen onbegrijpelijk en bevatten vaak versnipperde informatie.
De aanbevelingen die op het symposium zijn gegeven luiden: geef antwoord, neem de vrager serieus en lever informatie ook schriftelijk of aan de telefoon (verwijs niet voortdurend naar de sites). Bewerk de informatie zo dat het voor een leek begrijpelijk is en zorg dat de informatie iets zegt over de directe omgeving van de vrager en eventuele gevolgen voor de gezondheid.
De goede voorbeelden uit de prijsvraag kunnen daarbij leidend zijn. Nijmegen West en Weurt is een mooi voorbeeld voor gemeenten. Het gemeentelijk samenwerkingsverband Goeree Overflakkee kreeg de aanmoedigingsprijs voor haar project vergunningen op internet. Provincie Gelderland kreeg een nominatie voor haar project Mijn leefomgeving, wat een zeer goed voorbeeld voor andere provincies is, aldus de jury.
Verder ontvingen de gemeenten Deventer en Noordenveld een oorkonde voor hun initiatieven.
De ervaringen uit het onderzoek en de goede voorbeelden zullen, samen met de resultaten van het symposium, gebundeld worden tot aanbevelingen voor een goede invulling van de verplichtingen uit het Aarhus verdrag. Via www.aarhusatrisk.nl zijn deze ontwikkelingen verder te volgen.
Noot voor de journalist
Meer informatie kunt u krijgen bij:
Ans Naber, projectleider, 06 50 41 39 54 (vanavond) of
Karin Blaauw, (030) 233 13 28 (morgen, vanaf 10.00 uur).
In de bijlagen vindt u de inleiding van mevr. Naber met de projectresultaten, scores van de gemeenten uit de toets en het juryrapport van de genomineerden.
---- --
Juryrapport 'Aarhus at work'
Juryleden:
. Puk van Meegeren, hoofd communicatie bij Milieucentraal
. Henk Jans namens de GGD'en
. Volkert Vintges namens de milieuorganisaties
. Sander Alers namens de burgerpanels
Op de oproep: 'wie biedt burgers informatie over milieu in de eigen straat' reageerden 12 overheden met 15 projecten. Stuk voor stuk goede initiatieven om burgers beter te informeren over of te betrekken bij het milieu. De inzendingen kwamen van zowel gemeentes als provincies en waterschappen.
Uit deze 12 inzendingen zijn door leden van de burgerpanels en medewerkers van milieuorganisaties de vijf beste initiatieven genomineerd. Uit deze 5 hebben we uiteindelijk een winnaar gekozen.Hierbij is gekeken welk initiatief het meest informatief, begrijpelijk en vernieuwend is.
Het is natuurlijk lastig de verschillende soorten overheid onderling te vergelijken. Er is wel gekeken naar de prestatie in het project in relatie tot de omvang van bijvoorbeeld de gemeente. En naar de relatie met gezondheidseffecten: hoe goed informeren ze inwoners over de milieu en gezondheidsrisico's in hun eigen omgeving.
Het is verheugend te zien dat er serieus wordt gewerkt aan het verbeteren van de informatievoorziening. Aan de andere kant viel het ons als jury op dat de relatie met gezondheidseffecten nog vaak onderbelicht blijft. Ook kan het enthousiasme om veel informatie te publiceren en alle technische mogelijkheden van internet te benutten doorslaan in een informatiestroom waar voor de burger haast geen weg meer in te vinden is. De sites zijn overigens niet altijd gemakkelijk te vinden op het Internet. Advies van de jury: blijf nadenken met welk doel je de informatie neerzet. Dat is niet 'voldoen aan het verdrag van Aarhus', maar dat is 'de burger informeren over voor hem relevante milieuzaken'.
Gemeente Deventer, de Milieuatlas
De gemeente is al lang aan het pionieren om milieu-informatie naar de burger te brengen, dus een zeer verdiende nominatie. De insteek om via kaarten te werken is zeer aansprekend. Wat we als jury missen is de relatie met gezondheidseffecten en een stuk gebruikersvriendelijkheid. De kaarten zijn niet overal even duidelijk en steeds weer moeten pdf files gedownload worden. De site wordt binnenkort vernieuwd met bijvoorbeeld belevingskaarten en de aanvulling op een aantal thema's. Met deze nieuwe site was de gemeente wellicht dichter bij de trofee gekomen.
Gemeente Noordenveld
Zij hebben inmiddels landelijke bekendheid als eerste 'Aarhusproof' gemeente in Nederland. Voor een relatief kleine gemeente een grote stap. Met noordelijke nuchterheid constateerden de ambtenaren dat ze gewoon hun werk deden. Het leverde wel een nominatie op. Maar wellicht is het de wet van de remmende voorsprong dat het project inhoudelijk wat achterblijft bij de andere initiatieven. Weinig kaartbeelden, geen relatie met gezondheidseffecten en de informatie is te weinig bewerkt om het voor burgers heel toegankelijk te laten zijn. Laat deze nominatie de aanleiding zijn weer een stap verder te doen.
Dan nu de aanmoedigingsprijs.
Deze gaat naar de digitale omgeving van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Goeree Overflakkee. Uniek tussen de deelnemers omdat het een samenwerkingsverband van gemeentes is, dat vinden we als jury zeker een pluspunt. De site is goed opgezet en biedt goede ingangen via kaarten. Ook is er goed over het bestaan van de site gecommuniceerd.
De site biedt goede kansen maar moet nog wel wat verder worden ingevuld om mensen echt goed te informeren over milieu en gezondheid. Zo vonden wij dat het na deze ingang te snel overgaat naar de documenten die met de vergunningen van doen hebben, die voor burgers toch wat moeilijk toegankelijk zijn. Maar de site is een goede opzet om hier een tussenstap in te doen en de relatie met gezondheid in te voegen. Hoewel bestaande en lopende vergunningen veel inzicht in milieufactoren bieden, is in de toekomst het verbreden naar andere milieuzaken buiten de vergunningen wellicht ook nog mogelijk.
De laatste genomineerde die buiten de prijzen valt maar die we wel even speciaal willen benoemen is de provincie Gelderland, het project mijn leefomgeving. Bijzonder aan dit project is dat het de mogelijkheid biedt om op postcode te zoeken wat heel prettig is, en dat het via de link naar de GGD ook gezondheidseffecten weergeeft. De informatie is zeer goed leesbaar en begrijpelijk, maar blijft op een te hoog abstractieniveau. Dat is natuurlijk flauw, want het is een provinciale site en geen gemeentelijke, maar voor de gemiddelde burger zal de informatie iets te ver weg zijn. Ook vonden we dit een voorbeeld van bijna doorslaan in het aanbieden van informatie. Informatie over alle bedrijven in de buurt is mooi, maar een gemiddeld notariskantoor is milieutechnisch niet zo relevant. Blijf nadenken waarom je informatie publiceert. Maar het is zeker ook voor andere provincies een lichtend voorbeeld.
En dan de winnaar: het project West en Weurt van de gemeente Nijmegen.
Een mooie site, met informatieve en goed geredigeerde én begrijpelijke teksten, Aarhus proof door toegang tot de achterliggende documenten, en een directe relatie met gezondheidseffecten. Burgers hebben geparticipeerd bij het maken van de site. Bij alle juryleden, ook die van de burgerpanels, een populaire site. En heel bijzonder dat het specifiek voor de wijk is.
Maar ook hier wat opbouwende kritiek: de site is via de site van de gemeente Nijmegen nauwelijks te vinden. Als je niet weet dat hij bestaat kom je er niet op die manier. Een manco wat we meer hebben geconstateerd!
Verder is het natuurlijk zo dat hier extra milieu-informatie is verzameld omdat er vermoedens waren dat er gezondheidsrisico's waren in het gebied. Er is dus meer dan gemiddeld voorhanden. Dat neemt niet weg dat de site vanuit de burger gezien redelijk ideaal benadert hoe men de informatie zou willen. Nog mooier zou het zijn als de postcode ingang van Recht om te weten erin werd geïntegreerd.
De Aarhustrofee van de provinciale Milieufederaties en Natuur en Milieu gaat naar West en Weurt.
---- --
Symposium
Aarhus at Risk? Communiceren over milieu en gezondheid
Hoe informeren overheden hun inwoners over milieu en gezondheidsrisico's?
Resultaten van de benchmark onder gemeenten in het project Aarhus at Risk
Ans Naber, projectleider Aarhus at risk
Dames en heren,
Allereerst wil ik zeggen dat ik blij ben dat u in zo grote getale hier aanwezig bent. Het onderwerp leeft bij de verantwoordelijke overheden blijkbaar zeker.
De geest van het verdrag van Aarhus
U allen hier aanwezig weet kent het Verdrag van Aarhus en wat het feitelijk vraagt beter dan wij, de organisatoren van dit project en deze dag.
Het verdrag schrijft redelijk nauwkeurig voor hoe de overheid een vraag om milieuinformatie moet behandelen. De overheid moet overzichten maken van de informatie die voorhanden is en waar dit te vinden is. De termijn van vier weken wordt gehanteerd, en anders moet er uitleg volgen.
Ook wordt aangegeven welke stukken actief gepubliceerd moeten worden, liefst via internet of email. Ook wordt vermeld dat de informatie 'begrijpelijk' moet zijn, maar wat dat is wordt niet uitgewerkt.
Het eigenlijke doel is, dat de milieu-informatie moet leiden tot meer bewustzijn over de gezondheidsrisico's van milieuvervuiling en meer begrip voor maatregelen. Het zal burgers ook in staat stellen de milieusituatie in hun omgeving aan de kaak te stellen en op de juiste plek te beïnvloeden.
Het verdrag focust in de praktijk vooral op de beschikbaarstelling van wat er is.
Het kijken naar welke informatie die burger eigenlijk wil, op welke manier en via welke weg, hoort blijkbaar bij een hoger en vrijblijvend ambitieniveau.
Dus hebben wij ons afgevraagd wat die burger nou wil weten en of je die informatie, een half jaar na invoering van Aarhus, ook krijgt.
We hebben met vier Milieufederaties, te weten Limburg, Utrecht. Overijssel en Zuid Holland burgerpanels opgezet om samen de informatievoorziening te toetsen en van daaruit aanbevelingen te doen hoe het beter kan. Om te laten zien dat het kan zijn we ook op zoek gegaan naar goede voorbeelden die er al zijn, door een prijsvraag uit te schrijven.
Eerste benchmark
De burgerpanels hebben gediscussieerd over de vraag: over welke thema's wil ik op welke manier geïnformeerd worden? In vier gemeenten, te weten Rotterdam, Zwolle, Utrecht en Sittard-Geleen hebben we getoetst, op verschillende manieren, of we die informatie dan ook kregen.
Lucht, geluid en stank van verschillende bronnen, ruimtelijke plannen, waterkwaliteit, zwerfafval en diverse risico's, zeg maar externe veiligheid, zijn de belangrijkste thema's waarop je in je eigen buurt informatie zou moeten kunnen krijgen. Met daarbij welke gezondheidsrisico's je loopt. Die informatie hebben we bij de gemeente op verschillende manieren opgevraagd
De conclusies waren:
. Bewoners willen vooral informatie als er plannen of zichtbare risico's zijn
. Bewoners willen ook andere vormen van informatie dan internet, bijvoorbeeld folders, krantenberichten en persoonlijke informatie
. Schriftelijke vragen worden niet of slecht beantwoord
. Ambtenaren staan bewoners goed te woord
. Bezorgdheid wordt nogal eens gebagatelliseerd
. Veel informatie is niet ontsloten
. Gebiedsgerichte informatie ontbreekt
. Kennis van de relatie tussen milieu en gezondheid is er alleen op landelijke sites en bij de GGD
Publiciteit over deze resultaten leverde in betreffende gemeenten wel schrik en ook beloftes van beterschap op.
Tweede benchmark
Deze bevindingen zijn we maar eens breder gaan toetsen.
Er zijn 46 gemeenten benaderd, grote en kleine, uit het hele land. Dat is 10% van alle Nederlandse gemeenten. De gemeenten uit de eerste toets en de gemeenten die zich inmiddels voor de prijsvraag hadden gemeld hebben we erbuiten gelaten.
De gemeenten zijn benaderd per brief, telefonisch en per email (twee keer). Tenslotte zijn de sites bekeken.
Eerst: krijg je antwoord?
Er is een brief gestuurd onder het mom dat de schrijver wilde verhuizen naar een bepaalde wijk in die gemeente. In de brief is gevraagd naar gegevens in een de wijk over lucht, lawaai, gevaarlijke stoffen en verkeersplannen, Op de verhuisbrief reageerde uiteindelijk 67% met een inhoudelijk antwoord, slechts 54% was op tijd.
Aan de telefoon is een zelfde vraag voorgelegd (ik wil verhuizen naar.), maar dan over het vermoeden van stankoverlast en geluidsoverlast in de betreffende wijk. In 60% van de gevallen krijgt de beller een deskundige afdeling aan de lijn. In een kwart van de gevallen komt hij niet voorbij de telefoniste die als een spin het web vragen opvangt en doorverwijst, vooral naar de site. In de overige gevallen kom je niet waar je moet zijn, maar bijvoorbeeld op een andere afdeling of een vage doorverwijzing. Nog een anekdote van goed bedoelde informatie: een paar keer stuurde de gemeente nog een gemeentegids waarin ze de adressenlijst van milieuorganisaties had aangestreept.
De email is op twee manieren getest: een vraag per formulier over de ruimtelijke plannen in de omgeving van een inwoner (wat komt er de komende jaren op mij af), en een email aan de afdeling voorlichting over de locaties van UMTSmasten en de risico's van straling.
Binnen de gestelde tijd leverde slechts 37% respectievelijk 50% een inhoudelijk antwoord af.
Op het Internet krijg je altijd antwoord, goed of niet. Alhoewel. je moet soms wel erg goed zoeken om milieuonderwerpen te vinden. Niet zelden beland je dan na het zoekwerk midden in een bestemmingsplan. Niet erg lekker leesbaar.
Natuurlijk geeft Aarhus aan: maak een register van beschikbare plannen en publiceer deze, liefst digitaal. Maar het verdrag zegt tegelijkertijd dat de informatie begrijpelijk moet zijn, en gegeven moet worden in de door de ontvanger gewenste vorm. Deze twee dingen gaan vaak niet samen. Veel burgers vinden de begeleidende brief bij de stukken al ambtelijk.
Het beeld is wel dat grotere gemeentes en gemeenten met meer stedelijk karakter wat meer milieu-informatie publiceren. Uitzonderingen in beide richtingen (grote gemeente met slechte site en kleine gemeente met een goede) daargelaten.
En over alle methodes?
De gemeenten zijn dus benaderd per brief, telefonisch en twee maal per per email en de sites zijn bekeken In drie van de gebruikte methodes was de gemeente zelf aan zet om te reageren.
In vijf gevallen presteerden gemeenten het op geen enkele vragen een inhoudelijk antwoord te produceren. Dat is ruim 10%. Nog eens 12, dus ruim 20% mist twee van de drie kansen. Slechts 7 gemeenten, 15% levert overal een inhoudelijk antwoord.
En het maakt blijkbaar geen verschil of je één vraag stelt, zoals in de mail, of een reeks van vijf, zoals in de brief.
Dan: welke informatie per thema?
(hierna genoemde percentages zijn % van de inhoudelijke antwoorden):
Dan zal ik nu voor een aantal thema's weergeven wat de kwaliteit van de inhoudelijke informatie is. Daarbij moet bedacht worden dat sommige thema's bij twee methodes aan de orde kwamen, andere maar bij een.
Lucht
Naar luchtkwaliteit is gevraagd in de brief en gezocht op de site.
Informatie over luchtkwaliteit is er meestal wel. Bij de brieven werd in 1/3 van de gevallen kaartmaterieel meegestuurd.
Het onderwerp luchtkwaliteit wordt op de meeste sites genoemd, maar de informatie erover blijft vooral algemeen. Acht gemeenten (17%) geven ook informatie over luchtkwaliteit in de (geselecteerde) wijk. In de meeste gevallen is deze informatie te vinden in beleidsrapporten - zoals luchtkwaliteitrapportages - die na enig doorklikken gedownload kunnen worden. De meest actuele informatie geeft de site van Den Haag, waar de gegevens van drie luchtkwaliteits-meetpunten bekeken kunnen worden. Bij de meeste andere gemeenten die cijfers geven gaat het om jaarcijfers.
Externe veiligheid
Ook hier zijn in de brief vragen over gesteld en per mail is gevraagd naar UMTS straling. Ook is op de sites gezocht.
In de brief geven bijna alle gemeentes informatie over gevaarlijke stoffen. Dat er risico's zijn ook, maar niet hoe of wat, en nauwelijks over de gezondheid.
Ook op sites is dit onderwerp relatief goed vertegenwoordigd. Enschede en Volendam hebben hun effect gehad. Zo'n 30% linkt door naar de provinciale risicokaart die veel info geeft, ook over gezondheidseffecten.
Bij de vraag over de straling van UMTS masten wordt door bijna de helft van de antwoorders ook informatie over gezondheidseffecten geleverd, de andere helft verwijst naar de GGD. Waarschijnlijk is hier door de discussie over de gezondheidseffecten meer kennis aanwezig.
Geluid
Hier is naar gevraagd in de brief en aan de telefoon. Over de geluidsbelasting in wijken zijn vaak wel gegevens geleverd in de verhuisbrief. Ook plekken waar sanering van gevels gepland is worden gegeven.
Aan de telefoon worden de vragen over geluid vooral duidelijk beantwoord als er in de betreffende gemeente sprake is van een concreet geval: een vliegveld, een snelweg etc. En meteen verwezen naar het klachtenformulier.
Bij geluid, net als bij stank verwijst de gemeente snel naar de beleving, wat de een hinderlijk vindt, kan de ander niet deren. Het regelmatige advies uit de brief (ga met de buren praten) en aan de telefoon (kom zelf eens kijken) vertonen daar opvallende overeenkomsten.
Water
Op de site is gekeken naar waterkwaliteit en zwemwater. Voor dit onderwerp is maar op weinig sites aandacht. Waar dat wel zo is, is dat meestal informatie uit een beleidsrapport zoals een waterplan of concept daarvan. Enkele keren is er een link naar waterschappen opgenomen.
Verkeer
In de brief is gevraagd naar verkeersplannen, dit wordt in 2/3 van de brieven gegeven, maar zonder relatie met gezondheidseffecten.
Ruimtelijke plannen
Het si opvallend dat zo weinig reacties komen op de email vraag over ruimtelijke plannen, de vraag gaat toch vrij concreet over core business bij de gemeente. Slechts weinigen kunnen vervolgens doorverwijzen naar een digitaal beschikbaar plan en een gemeente verwees zelfs terug naar huis-aan-huis bladen. Natuur en milieuaspecten kwamen er nauwelijks bij aan de orde, laat staan gezondheid.
Conclusies en aanbevelingen
We hebben de afgelopen tijd veel informatie verzameld die wordt allemaal nog vastgelegd. We hebben bewust nog geen eindproduct van het project afgeleverd. We geven hier de highlights om u aan het denken te zetten in de workshops. Die resultaten willen we nog meenemen in onze uiteindelijke aanbevelingen.
Er zijn toch schrikbarend hoge aantallen gemeenten die vragen niet beantwoorden. Aarhus geeft richtlijnen voor de tijd waarbinnen een vraag afgehandeld moet worden, maar dat moest volgens de WOB ook al en is dus niet nieuw. De percentages komen ook overeen met ander onderzoek. Dat moet beter kunnen. Misschien kunt u vertellen wat hier de oorzaken zijn.
Verwijzen naar een site voldoet niet. Iemand schrijft niet voor niets een brief, of belt. Bovendien is het veel gevallen ook een loze verwijzing omdat veel sites nog rammelen waar het milieuinformatie betreft.
Aarhus zegt ook: de overheid moet de informatie beschikbaar stellen in de gewenste vorm. En veel burgers willen iets anders dan Internet en willen zeker geen ambtelijke plannen lezen. Bewerken van de informatie, dus.
Aan de telefoon bleek toch, zonder dat men het expliciet zei, vaak dat men het een beetje typisch vond dat deze vragen gesteld werden. En werd er wat bagatelliserend gereageerd.
De informatie over de verschillende thema's is vaak algemeen, slechts zelden gebiedsspecifiek. Ook zit het vaak verstopt in moeilijk te lezen plannen of onderzoeken. Een burger heeft wel behoefte aan makkelijk te lezen informatie over zijn directe omgeving.
Het bleek dat bij het lezen van de antwoorden op de verhuisbrieven snel het gevoel ontstaat dat je een redelijk beeld hebt gekregen, maar bij nadere lezing blijkt dat er weinig specifieke en concrete informatie in staat.
Als burger kun je dan niet beoordelen of dit het is of dat je recht hebt op meer en beter.
Opvallend is dat specifieke aanleidingen wel tot verbeteringen kunnen leiden: zo is op externe veiligheid veel tot stand gekomen onder invloed van enkele rampen. Hopelijk moet verdere verbetering niet eerst meer kalveren kosten.
De effecten op de gezondheid zijn niet of nauwelijks te vinden, het best nog rond externe veiligheid. Terwijl dat voor burgers een eerste belang is, vooral voor kwetsbare groepen.
Daar is een enorme slag nodig. Natuurlijk is het moeilijk en is er ook angst voor claims als voorspellingen niet of juist wel uitkomen.
Maar de GGD's melden dat ze weinig gevraagd worden om gegevens te leveren.
Een aantal van onze bevindingen worden 'opgelost' in de prijsvraaginitiatieven. Het kan dus blijkbaar wel beter. U hoort daar straks meer over, en ook in de workshops. Al is de link met gezondheid ook daar nog sporadisch.
Nu wilt u natuurlijk weten: Wie doet het goed, wie niet? De totaalscores van de gemeentes die getoetst zijn kunt u straks meenemen. Er is achtergrondinformatie beschikbaar dat komt de komende weken naar buiten. U zult daarover geïnformeerd worden, onder meer via het verslag van deze middag.
We hebben natuurlijk niet alle gemeenten getest, maar het geeft wel een beeld. Er is nog een wereld aan Arhus te winnen.
---- --