Gemeente Arnhem

Toezicht Presikhaaf bedrijven kon beter (29 juni 2006) Rekenkamer presenteert onderzoeksrapport

Toezicht en kennis waren onvoldoende aanwezig bij het bestuur van Presikhaaf Bedrijven. Dit staat in het vandaag door de Arnhemse rekenkamer gepresenteerde onderzoeksrapport Bouwen op Vertrouwen, een onderzoek naar de ontwikkelingen bij de werkvoorziening Midden Gelderland, bestuur en werkorganisatie Presikhaaf Bedrijven, in de periode 1998-2004.

Het onderzoeksrapport dat vandaag werd gepresenteerd geeft antwoord op de vraag: of het (dagelijks) bestuur van Presikhaaf Bedrijven zich geplaatst ziend voor de (negatieve) ontwikkelingen, zoals die zich hebben voorgedaan de problemen tijdig en juist heeft ingeschat en door adequaat ingrijpen de kosten voor de aangesloten gemeenten zo beperkt mogelijk heeft weten te houden.

Conclusies
In het overgrote deel van de onderzoeksperiode kon Presikhaaf Bedrijven, een werkorganisatie van Werkvoorziening Midden Gelderland (WMG), een te autonome bedrijfskoers volgen die afweek van tendensen in rijksregelgeving en qua investeringen en kostenbeheersing belangrijke financiële risicos met zich meebracht. Naar de mening van de Arnhemse rekenkamer was het toezicht op en de kennis van het bestuur over het functioneren van Presikhaaf Bedrijven in die periode niet adequaat. Daar komt bij dat de informatievoorziening tussen bestuur en werkorganisatie en tussen bestuur en deelnemende gemeenten in de onderzoeksperiode onvoldoende was ontwikkeld om tijdig te kunnen bijsturen. Het bestuur en deelnemende gemeenten namen daar jarenlang genoegen mee ondanks aanhoudende bedrijfsverliezen.

Aanbevelingen
Naar de mening van de Arnhemse rekenkamer is adequaat toezicht en heldere verantwoordelijkheidsverdeling bij het buiten de gemeentelijke organisatie plaatsen van publieke werkzaamheden van groot belang. Kennis rondom het bestuur van een dergelijke werkorganisatie dienst goed georganiseerd te worden.
De Arnhemse rekenkamer pleit dan ook voor:

1. de expliciete invulling van de eigenaars- en klantrol door de gemeenten,

2. de rol van toezichthouder voor het bestuur op de afgesproken kaders,

3. een werkorganisatie die zowel beleidsmatig als bedrijfs-economisch duidelijke doelen kent en daarover verantwoording aflegt.

Na de zomer staat het onderzoeksrapport op de politieke agenda van de raad.