BredeSchoolNet


Financiering van de voor- en vroegschoolse educatie verandert

De financiering van de voor- en vroegschoolse educatie verandert met ingang van het schooljaar 2006- 07. In plaats van alleen naar de gemeenten gaat het geld nu naar scholen en gemeenten.

Taalachterstanden verhelp je het best door vroeg in te grijpen. De VVE, voor- en vroegschoolse educatie, blijft daarom iets wat de overheid subsideert. De manier van subsidiëren verandert komend schooljaar wel. Er wordt m.i.v. 2006-2007 een onderscheid gemaakt tussen de voorschoolse periode (twee- tot vierjarigen), en de vroegschoolse periode, de vier- en vijfjarigen.

Nu krijgen de gemeenten nog al het geld voor de VVE. In het schooljaar 2006-2007 krijgen de gemeenten het geld voor de voorschoolse periode, EUR 70 miljoen. De scholen krijgen EUR 60 miljoen extra om te besteden aan het vroegschoolse deel van VVE. Dit bedrag wordt verdeeld via de gewichtenregeling.

De samenwerking tussen scholen en gemeenten blijft dus belangrijk. Om een goede aansluiting tussen de voorschool en de school te garanderen is het nodig dat gemeenten en schoolbesturen afspraken maken over de voor- en vroegschoolse educatie. Dit kan bijvoorbeeld in een gesprek over een Lokale Educatieve Agenda.
De maatregel heeft niets te maken met de nieuwe gewichtenregeling, schrijft de minister in een toelichting. Het is het gevolg van het verschuiven van een geldstroom van gemeenten naar scholen die, in volle omvang, vanaf augustus 2006 in de oude' gewichtenregeling wordt verwerkt.'