College van Beroep voor het bedrijfsleven


Werkgever eigenrisicodrager belanghebbende bij toekenning werkloosheidsuitkering

Betrokkene is door zijn werkgever, een stichting, op staande voet ontslagen. Dit ontslag is ingetrokken, waarna de stichting de kantonrechter heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met betrokkene te ontbinden op grond van gewichtige redenen. Dit is onder toekenning van een vergoeding gebeurd. Vervolgens is aan betrokkene een WW-uitkering en een bovenwettelijke uitkering toegekend. Hiertegen maakt de stichting bezwaar, dat gegrond wordt verklaard. Hiertegen gaat betrokkene in beroep bij de rechtbank. Deze verklaart het beroep gegrond. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de stichting met het indienen van een bezwaarschrift misbruik gemaakt van haar recht om bij het Uwv en de Minister voorziening te vragen tegen de toekenningsbesluiten. Betrokkene had erop mogen vertrouwen dat de stichting geen rechtsmiddelen zou aanwenden tegen een toekennend WW-besluit. Naar het oordeel van de Raad bestond in dit geval geen grondslag voor het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar van de stichting. Anders dan de rechtbank is de Raad van oordeel dat het recht van de stichting om bezwaar te maken tegen de toekennende besluiten niet werd begrensd door haar na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst ontstane rechtsverhouding met betrokkene, noch door eventuele in het kader van de ontbindingsprocedure gemaakte civielrechtelijke afspraken.

LJ Nummer

AW9333

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 29 juni 2006 Naar boven