- Parlementair - Brief aan de Tweede Kamer over managers en
bureaucratie in zorg en onderwijs
Brief aan de Tweede Kamer over managers en bureaucratie in zorg en onderwijs
22 juni 2006
Naar aanleiding van het verzoek zoals gedaan door het lid Marijnissen
(SP) tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 27 april jl. een brief
over het "vermanagen van de publieke sector" aan uw Kamer te zenden,
bericht minister Pechtold de Tweede Kamer mede namens de ministers van
OCW en VWS als volgt.
---
Recentelijk is een enquête uitgevoerd onder vakbondsleden werkzaam in
de zorg en het onderwijs door het televisieprogramma 'Netwerk'.
Daaruit blijkt onder andere dat een groot aantal van de respondenten
van mening is dat de vele managementlagen en het grote aantal regels
ertoe leidt dat zij als professional op de werkvloer met minder
plezier hun werk kunnen uitoefenen. Ook blijkt dat de toenemende
nadruk op registratie, targets, verantwoording etc. ten koste gaat van
de directe tijd voor patiënten en leerlingen.
Voorop gesteld: overbodige bureaucratie en onnodige regeldruk moeten
worden weggenomen. Minder regels, meer kwaliteit. In die zin herkent
en erkent het kabinet ook de gevoelens die op de werkvloer leven ten
aanzien van management en regeldruk. Het zijn belangrijke signalen uit
de samenleving.
Vertrouwen in de uitvoering is nodig
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) analyseerde
in zijn rapport `Bewijzen van goede dienstverlening' de sectoren
zorg, welzijn, arbeid, onderwijs en wonen. De conclusie is dat de
kwaliteit van de dienstverlening lijdt onder onnodige regeldruk en
beleidsonrust, de grote hoeveelheid verantwoordingsplichten en een te
grote afstand tussen beleid en uitvoering. De noodzaak voor meer
aandacht voor de uitvoering werd eerder benadrukt door het Sociaal en
Cultureel Planbureau, de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)
in zijn rapport `Bevrijdende kaders` en de Algemene Rekenkamer in haar
rapport `Tussen beleid en uitvoering'. De vice-president van de Raad
van State heeft ook onlangs in het jaarverslag 2005 een lans gebroken
voor de emancipatie van de uitvoering. Om de prestaties van de
overheid te verbeteren bepleit de vice-president van de Raad van State
bij het maken van plannen meer voeling met de uitvoeringspraktijk en
meer inspraak van de professionals op de werkvloer.
Het kabinet deelt de conclusies en pleidooien voor meer vertrouwen in
en ruimte voor professionals. Met onder andere het Programma Andere
Overheid werkt het kabinet aan een betere dienstverlening, onder meer
door ruimte te laten voor de mensen op de werkvloer. Het kabinet is
bovendien voortvarend aan de slag met grote dereguleringsoperaties en
acties ter vermindering van de administratieve lasten voor burgers,
bedrijven en instellingen. In de brief die de minister-president naar
aanleiding van de zgn. `Catshuissessie' over regeldruk aan uw Kamer
zond doen wij hiervan verslag . Het kabinet erkent de noodzaak om
het breed gevoelde probleem van onnodige bureaucratie in zorg en
onderwijs aan te pakken.
Dilemma's en nuancering
De WRR signaleert dat de overheid enigszins is doorgeslagen in de
bedrijfsmatige aanpak. Het kabinet herkent dit, maar tegelijkertijd
moeten we niet vergeten dat deze bedrijfsmatige aanpak vele voordelen
met zich meebrengt. Het geeft meer ruimte voor doelmatigheid en
keuzevrijheid voor burgers. Elke ouder wil bijvoorbeeld weten welke
school het beste is voor zijn of haar kind. Iemand die een belangrijke
medische ingreep moet ondergaan, speurt via internet en
publieksperiodieken naar het ziekenhuis met de kortste wachtlijst en
de beste cijfers. Om al deze informatie inzichtelijk te kunnen maken,
is het nauwkeurig bijhouden van informatie noodzakelijk. Ook is het
besef manifester dat het geld dat door ons allen is opgebracht, goed
moet worden besteed. Zonder de voordelen van de bedrijfsmatige
werkwijze weg te gooien is het echter wel nodig de nadelen aan te
pakken.
Belangrijk is daarnaast om niet te vergeten dat zowel de `handen aan
het bed' als de managers en leidinggevenden een waardevolle bijdrage
leveren aan de zorgverlening en het onderwijs. Ook managers werken met
passie voor de patiënt en de leerling en geven de benodigde leiding
aan mensen en instellingen. En voor de toename van de overhead zijn
ook andere verklaringen dan alleen de toename van het aantal managers.
Zorg
Een groot deel van de stijging van `overhead' in ziekenhuizen is
bijvoorbeeld te verklaren door de stijging van het aantal ICT-ers.
Niet alleen door de toenemende behoefte aan transparantie en
efficiency, maar ook door technologisch geavanceerde behandelprocessen
en de gestegen productie (er zijn meer behandelingen uitgevoerd) .
Onlangs publiceerde het CBS cijfers over het aantal managers in de
zorg. Het CBS constateert dat er een stijging is van het personeel in
de zorg dat zich niet direct bezighoudt met de gezondheid van
patiënten. De Tweede Kamerleden Kant, en Arib en Timmer stelden enkele
vragen over de vermeende toename van het aantal managers in de zorg.
In de beantwoording van die vragen zijn de cijfers van het CBS
genuanceerd door mijn collega van VWS : Tussen 1997 en 2005 zijn er
5.000 meer voltijdbanen bijgekomen van mensen die zich bezighouden met
administratie, ICT en ook management. Het aantal voltijdbanen in de
zogenaamde patiëntgebonden functies is in dezelfde periode gestegen
met ruim 10.000. Er zijn dus niet meer managers bijgekomen dan
zorgverleners. Tevens is de gemiddelde behandeltijd in ziekenhuizen
afgenomen van 9 naar ruim 6 dagen. Deze verkorte behandeltijd levert
kortere wachtlijsten op, maar natuurlijk ook meer in- en
uitschrijvingen door groei van het aantal opnames. Een toename van het
aantal administratieve handelingen is het logische gevolg.
Onderwijs
De cijfers uit de onderwijssector laten zien dat er tussen 2001 en
2005 juist een afname van het aantal directieleden is. De verhouding
management - onderwijsgevend personeel is bijvoorbeeld in het
Basisonderwijs gedaald van 11,6% naar 10,6 % . De heer Terpstra,
voorzitter van de HBO-raad, stelt dat in tien jaar tijd het aantal
managementfuncties in het HBO gedaald met 7,5 procent. Het aantal
docenten steeg met 12 procent. Ook Terpstra ziet de stijging van
ICT-ondersteuning als belangrijke oorzaak van de groei van het
percentage `overhead'functies.
Het ministerie van OCW presenteerde in juni 2005 een plan van aanpak
waarmee regeldruk voor instellingen in 2007 met 29% daalt ten opzichte
van 2003. Alle bij de overheid bekende informatie wordt intensiever
gedeeld. Het indammen van de stroom informatievragen, formats en
richtlijnen ziet OCW als haar verantwoordelijkheid.
De organisatie van de bedrijfsvoering binnen onderwijsinstellingen
valt onder de verantwoordelijkheid van de professionals zelf. De
minister van OCW streeft er wel naar de dialoog over bureaucratisering
en `vermanagen' te faciliteren. Dit onder meer met de te ontwikkelen
`bureaucratiebenchmark'.
Wat doet het kabinet?
Bovenstaande cijfers nuanceren de geluiden over `teveel' bureaucratie
en managers in de sectoren zorg en onderwijs. Dat neemt niet weg dat
wij als kabinet erkennen dat er meer ruimte nodig is voor de
professional. Daarom werkt het kabinet hard aan de aanpak van
administratieve lasten voor bedrijven, burgers en ook voor
instellingen. Op 15 maart jl. hebben wij met vertegenwoordigers van
maatschappelijke organisaties gesproken over de oorzaken van regeldruk
tijdens een maatschappelijke conferentie over regeldruk . Want
bureaucratie is een gevolg van verschillende factoren in onze
samenleving. Controlezucht, het gelijkheidsbeginsel, maar ook de vraag
om transparantie zijn oorzaken van deze regeldruk. Overheid én
samenleving moeten de hand in eigen boezem steken om een bijdrage te
leveren aan de vermindering van bureaucratie in de zorg en in het
onderwijs.
Om vertrouwen te schenken aan de professionele uitvoerder, is zowel
bij het kabinet als het parlement terughoudendheid geboden bij nadere
gedetailleerde regelgeving, verantwoordingsplichten en
toezichtconstructies. Het kabinet erkent dat de emancipatie van de
uitvoering nog niet is voltooid. Beleidstaken op ministeries en
managementtaken worden in veel gevallen materieel hoger gewaardeerd
dan de feitelijke uitvoering.
Het kabinet vindt dat een extra impuls om regeldruk te verminderen
wenselijk is.
Daarom is een speciale bijeenkomst belegd voor de aanpak van dit
probleem, de Catshuissessie op 20 maart jl. . De uitkomsten van de
hierboven genoemde maatschappelijke conferentie zijn uiteraard
meegenomen in deze Catshuissessie. Afgesproken is dat een aantal
concrete dossiers wordt aangepakt met als doel de administratieve
lasten, inspanningen en kosten van burgers en bedrijven vergaand terug
te dringen. Bijvoorbeeld Arbo-regelgeving die meer hindert dan
beschermt zal worden gewijzigd. Deze voorstellen worden de komende
maanden nader uitgewerkt en aan uw Kamer voorgelegd.
In het kader van de uitvoering van de motie Koopmans voert het
kabinet de komende maanden een `quick scan' uit onder professionals in
de sectoren zorg, onderwijs, sociale zekerheid en veiligheid. Doel is
om onnodige monitor- en registratieverplichtingen te schrappen, zodat
professionals en instellingen niet onnodig veel tijd kwijt zijn aan
monitor- en registratieverplichtingen en meer tijd over houden voor
hun eigenlijke werk. Uw Kamer wordt hierover in oktober 2006
gerapporteerd .
In het interactieve traject "Onderwijs aan het woord", wordt het
personeel in het onderwijs gevraagd wat zij nodig hebben om hun beroep
goed uit te kunnen oefenen. Aan de hand van de resultaten worden
thema's benoemd die voor leraren cruciaal zijn om meer ruimte te
creëren binnen hun beroep. De uitkomsten van "Onderwijs aan het woord"
worden meegenomen in het beleid.
Daarnaast worden bestaande informatieverplichtingen voor
zorginstellingen gebundeld, waardoor dubbele verplichtingen vervallen.
Het declaratieverkeer in de zorg wordt vereenvoudigd en de
uitwisseling van patiënt- en cliëntgegevens vergemakkelijkt door
middel van ICT-inzet . Onderwijsinstellingen kunnen één keer per
jaar gegevens aanleveren die door het ministerie van OCW voor meerdere
doeleinden worden gebruikt. Ook kunnen de scholen gemakkelijker
subsidie aanvragen en is voor MBO-instellingen de verplichting een
onderwijs- en examenregeling op te stellen vereenvoudigd .
Het kabinet erkent het probleem dat de heer Marijnissen ter sprake
brengt. Daarom worden vele acties uitgevoerd en staan er nog vele op
stapel om onnodige bureaucratie in zorg en onderwijs aan te pakken.
Net zoals de heer Marijnissen stelt dat de incubatietijd van de minder
wenselijke gevolgen van een meer bedrijfsmatige benadering enige jaren
vergt, duurt het ook meerdere jaren voordat die minder wenselijke
gevolgen weer zijn weggenomen. Daarom schrijft de minister-president
in eerdergenoemde brief dat er "voldoende werk ligt voor meerdere
kabinetsperiodes" .
Met de Tweede Kamer gaat het kabinet graag over dit onderwerp in
debat.
DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES,
Alexander Pechtold
TK 2005-2006, 29 362 nr. 85
J.M. Leemhuis-Stout, voorzitter NVZ vereniging van ziekenhuizen in
Het Financieele Dagblad, 20-4-06
TK 2005-2006, Kamervragen met antwoord, nr. 1334 en TK 2005-2006,
27295, nr. 87
Kerncijfers 2001-2005 OCW
Brief van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 7 juni
2006.
TK 2005-2006, 29 362 nr. 85
TK 2005-2006, 29362, nr. 73
Brief van de minister voor BVK aan de Tweede Kamer over de
uitvoering van de motie Koopmans inzake reductie monitor- en
registratieverplichtingen d.d. 1 mei 2006
Brieven over het terugdringen van de administratieve lasten in de
zorg voor bedrijven en burgers, 11 maart (TK 2004-2005, 29515, nr.
60), 11 juli 2005 (TK 2004-2005, 29515, nr. 89) en 10 maart 2006 (TK
2005-2006, 29515, nr. 132).
Brief over het terugdringen van de administratieve lasten in het
onderwijs van 10 juni 2005 (TK 2004-2005, 29546, nr. 6).
TK 2005-2006, 29 362 nr. 85 n.a.v. Catshuissessie over regeldruk
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties