Gezondheidsraad


Nachtwerk en borstkanker: een oorzakelijk verband?

In 2002 heeft het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) in haar signaleringsrapport aandacht gevraagd voor de mogelijke relatie tussen nachtwerk en borstkanker bij vrouwen. De basis hiervoor was de publicatie in 2001 van een drietal arbeidsepidemiologische onderzoeken, waarin een verband zichtbaar werd tussen nachtwerk en het optreden van borstkanker. Naar aanleiding hiervan heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Gezondheidsraad gevraagd naar de stand van wetenschap, naar een oordeel over de relevantie van het onderwerp voor het beleid en naar aanbevelingen voor verder onderzoek.

Relatie tussen nachtwerk en borstkanker

In 2005 werd een systematische review gepubliceerd van epidemiologische onderzoeken naar nachtwerk en borstkanker. Ook onderzoeken van cabinepersoneel in de luchtvaart werden hierin meegenomen. Daarnaast is in datzelfde jaar een Britse evaluatie verschenen over nachtwerk en borstkanker. De commissie maakt in dit advies mede gebruik van deze onderzoeken.
De uitgevoerde epidemiologische onderzoeken laten een verband zien tussen het verrichten van nachtwerk en een verhoogd voorkomen van borstkanker bij vrouwen. Of dit een oorzakelijk verband is, is onduidelijk. De twee meest informatieve onderzoeken, onder een grote groep vrouwelijke verpleegkundigen in de Verenigde Staten, geven aanwijzingen voor een verhoogd voorkomen van borstkanker na langdurige blootstelling aan nachtwerk. Na ten minste twintig à dertig jaar nachtwerk kwam bij hen ongeveer anderhalf keer zo vaak borstkanker voor, in vergelijking met vrouwelijke verpleegkundigen die niet in nachtdienst werkten. De uitgevoerde onderzoeken kennen echter belangrijke beperkingen in de schatting van de blootstelling aan nachtwerk, namelijk in wat onder nachtwerk werd verstaan (welke uren), hoe de hoeveelheid is vastgesteld (werkelijk aantal nachten en/of uren in een bepaalde tijd) en hoe de nachtwerkers in de onderzoeksgroepen zijn vertegenwoordigd (mogelijk nachtwerkers aanwezig in de controle groep).
Op basis van de beoordeling van de epidemiologische onderzoekgegevens concludeert de commissie dat een verband is gevonden tussen het langdurig verrichten van nachtwerk en het vaker optreden van borstkanker bij vrouwen. Op grond van de op dit moment beschikbare gegevens kan niet geconcludeerd worden dat het om een oorzakelijk verband gaat.

Mogelijke werkingsmechanismen

Een werkingsmechanisme dat ten grondslag ligt aan een eventueel oorzakelijk verband tussen nachtwerk borstkanker is niet geïdentificeerd. Wel zou een chronische verstoring van het dag- en nachtritme invloed kunnen hebben op de productie van melatonine, een hormoon dat betrokken is bij het slaappatroon. Een verstoorde melatonineproductie wordt in verband gebracht met het optreden van borstkanker. Bevestigd is dit echter niet. Ook andere factoren die een circadiaan ritme vertonen (componenten van het immuunsysteem, genen die het dag- en nachtritme sturen) zouden door nachtwerk beïnvloed kunnen worden. Dit zou nader onderzocht dienen te worden.

Verder onderzoek

De commissie vindt dat het in de onderzoeken gevonden verband tussen het verrichten van langdurig nachtwerk en het vaker optreden van borstkanker aandacht verdient. Die aandacht is mede gerechtvaardigd gezien de hoge incidentie van borstkanker bij vrouwen in Nederland. Daarnaast zijn ook de verwachte toename van de arbeidsduur (de noodzaak tot doorwerken op een hogere leeftijd), de groter wordende participatie van vrouwen in het arbeidsproces en het toenemend werken in nachtdiensten dat daarmee gepaard gaat, van belang. Daarom adviseert de commissie nader onderzoek, zowel epidemiologisch onderzoek als onderzoek naar een mogelijk werkingsmechanisme. Zij raadt aan daarbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij (inter)nationaal onderzoek.

Beleidsimplicaties

In Nederland is voor vrouwen in de leeftijdsgroep van 50 tot 75 jaar het reguliere bevolkingsonderzoek naar borstkanker beschikbaar (eens per twee jaar). De onderzoeksresultaten vormen naar het oordeel van de commissie op dit moment geen basis om naast het huidige screeningsprogramma op borstkanker speciale maatregelen aan te bevelen voor vrouwen die langdurig nachtwerk verrichten. Mochten uit nieuwe goed onderbouwde onderzoeksresultaten aanwijzingen komen voor een oorzakelijk verband, dan kan worden bezien welke gerichte maatregelen te adviseren zijn.

29 juni 2006

---