Socialistische Partij
Spoeddebat kwestie Hirsi Ali: SP wil gelijke monniken, gelijke kappen
28-06-2006 * Vanavond praat de Tweede Kamer met minister-president
Balkenende (CDA) en minister Verdonk (VVD) van Integratie over de
kwestie Ayaan Hirsi Ali. Verdonk zei enkele weken geleden, naar
aanleiding van een uitzending van het tv-programma Vara, dat Hirsi Ali
nooit Nederlander was geworden omdat zij onjuiste gegevens over haar
identiteit zou hebben verstrekt. De Kamer vond die uitspraak veel te
voorbarig en vroeg de minister haar werk over te doen, maar dan
zorgvuldig. Deze week liet zij de Kamer weten dat Hirsi Ali wel
degelijk haar Nederlanderschap had verkregen en mocht behouden. Namens
de SP voert Jan de Wit het woord.
De bijdrage van de SP aan eerste termijn van het debat:
Jan de Wit Er zijn zes weken voorbij gegaan sinds het tumultueuze
debat over de brief die de minister van Vreemdelingenzaken en
Integratie op 15 mei aan de Kamer stuurde. Hierin constateerde zij dat
mevrouw Hirsi Ali nooit Nederlander was geworden omdat zij bij haar
naturalisatie een valse naam en een valse geboortedatum had opgegeven.
Ik heb ter voorbereiding van dit debat het stenografisch verslag van
die lange avond in de Kamer doorgenomen.
Ik kan dat iedereen aanbevelen: zeker in combinatie met de brief die
wij gisteren van de minister mochten ontvangen.
Het biedt het een intrigerend beeld van het gedraai, gemarchandeer en
geritsel dat in werking is gezet om een politiek probleem op te lossen
dat deze minister in haar zucht tot dadendrang en duidelijkheid
grotendeels zelf heeft gecreëerd.
Het was verleidelijk om hier integraal alle uitspraken van de minister
te herhalen, die zij tijdens het debat op 16 mei heeft gedaan.
Over het buitengewoon zorgvuldige onderzoek dat zij had verricht, en
dat maar tot één conclusie kon leiden. En die zou ik dan tegenover de
inhoud van de brief van gisteren kunnen stellen. Maar dat zou flauw
zijn.
Feitelijk is de minister die avond al door de knieën gegaan.
Dat deed ze door een motie te aanvaarden die uitsprak dat zij ruimte
had om bijzondere omstandigheden te wegen.
Die zouden kunnen leiden tot de constatering dat Hirsi Ali wel
degelijk de Nederlandse nationaliteit heeft verworven.
En dat terwijl zij daarvoor een uur of zes lang had volgehouden dat
zij die ruimte niet had.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de minister nu met een brief
komt waarin staat dat die bijzondere omstandigheden er bij nader
inzien wel degelijk blijken te zijn.
Opvallend daarbij is wel dat de minister dat niet zo noemt.
Klaarblijkelijk wil zij de Kamer doen geloven dat zij ook zonder de
motie met die duidelijke opdracht wel tot deze conclusie zou zijn
gekomen. Nou, dat lijkt mij niet.
Eerst maar even de nieuwste aflevering van de soap: de verklaring van
mevrouw Hirsi Ali, die bij de brief van de minister is gevoegd.
Kort samengevat komt die neer op de mededeling `Ik had niet door dat
ik eigelijk niet loog over mijn naam en dus kon de minister er
helemaal niks aan doen dat zij in sneltreinvaart constateerde dat ik
geen Nederlander was.'
Dat is een verklaring die juridisch gezien volstrekt irrelevant is
voor het oordeel van de minister over de nationaliteit van Hirsi Ali
en die dus puur om politieke redenen is opgesteld.
Als Ayaan de schuld op zich neemt voor de blamage die deze hele
discussie voor Nederland is geworden, dan kan de Kamer de minister
niet veel meer verwijten, schijnt de redenering te zijn.
Hirsi Ali heeft inmiddels verklaard dat zij eigenlijk niet meende wat
ze heeft gezegd. Ze was bereid om mee te helpen het straatje van de
minister schoon te vegen, omdat zij daarvoor werd beloond met een
snelle afhandeling van deze zaak.
Voor wat hoort wat. Als het niet zo treurig was, zou je er om kunnen
lachen.
Het moge duidelijk zijn dat mijn fractie in ieder geval de verklaring
van mevrouw Hirsi Ali geen rol zal laten spelen in haar oordeel over
het optreden van de minister in deze zaak.
Dat oordeel was negatief en dat oordeel is negatief gebleven.
Voorzitter,
De belangrijkste conclusie uit de brief van gisteren is dat Ayaan
Hirsi Ali inderdaad bij Koninklijk Besluit van 21 augustus 1997
rechtsgeldig Nederlander is geworden.
De minister komt tot die conclusie omdat de grootvader van Hirsi Ali
eerst de naam Ali droeg, en ongeveer ten tijde van de Duits-Franse
oorlog van 1870 de nieuwe naam Magan zou hebben verworven.
We weten dit alles niet op grond van documenten, maar op grond van
verklaringen van familieleden van Hirsi Ali.
En omdat er voor het probleem rond de naam een uitkomst is bedacht,
vindt de minister de valse geboortedatum niet meer zo erg.
Laten we eerlijk zijn: het bewijs voor de stelling dat Hirsi Ali
terecht deze naam in plaats van Hirsi Magan heeft opgegeven bij haar
naturalisatie is zo dun dat je erdoor heen kunt kijken.
Is dat erg? Dat hangt ervan af.
Hoewel het zeker beter is dat iedereen bij naturalisatie een volledig
correcte naam opgeeft, hoeft een fout of vergissing wat de SP betreft
niet altijd fataal te zijn. Maatwerk is hier geboden.
Maar wij verwachten wel dat nu álle personen die bij hun asielaanvraag
of naturalisatie dwalen of verkeerd verklaren omtrent hun naam of
leeftijd met hetzelfde begrip, en dezelfde coulance als Ayaan Hirsi
Ali behandeld zullen worden.
Maar in alle eerlijkheid: daar hebben we zo onze twijfels over.
In deze zaak heeft de minister zich door de gemachtigde van mevrouw
Hirsi Ali laten overtuigen dat haar eerdere constatering niet deugde.
Asieladvocaten hebben ons gemeld dat er gevallen zijn dat betrokkenen
niet eens een termijn krijgen om te reageren op een voornemen tot
nietigverklaring.
Voor hen rest er alleen nog een beroep op de rechtbank op grond van
artikel 17 Rijkswet op het Nederlanderschap.
Kan de minister hier klip en klaar toezeggen dat in alle gevallen
waarin een voornemen tot nietigverklaring aan de orde is, betrokkenen
een termijn krijgen om te reageren?
Kan de minister hier toezeggen dat in gevallen waarin dat níet is
gebeurd, die termijn alsnog wordt geboden?
Dan de rol van de verklaringen van familieleden van Hirsi Ali.
Doorgaans wordt door de IND aan verklaringen van familieleden over
gebruikte namen geen enkele waarde gehecht.
De standaard afwijzende formulering daarvoor luidt dat aan een
dergelijke verklaring volgens de IND `niet de waarde kan worden
toegekend die betrokkene daaraan toegekend wil zien.'
In deze zaak berust de hele redenering van de minister op de
verklaringen van de familie. Zelfs tegen de officiële registers van
Kenia in, want daar staat de familie van Ayaan immers alleen
geregistreerd onder de naam Magan.
Is de minister bereid hier toe te zeggen dat voortaan verklaringen van
familieleden wél doorslaggevend kunnen zijn als bewijs voor een
gebruikte naam?
Ook al ontbreken officiële papieren of luiden die zelfs anders?
Dat zou ook veel uitmaken voor al die mensen in Nederland die niet
kunnen naturaliseren omdat hun land van herkomst niet over
geboorteregisters beschikt, of die registers als niet betrouwbaar
worden beoordeeld door Nederland.
En dan nog de geboortedatum. Dat vindt de minister niet zo belangrijk.
Prima hoor, maar dan spreken we af dat dat voortaan voor iedereen
geldt.
Realiseert de minister zich eigenlijk wel dat alleenstaande
minderjarige asielzoekers, die op grond van overigens vaak dubieus
leeftijdsonderzoek door de IND, een andere geboortedatum krijgen
toebedeeld dan zij zelf hebben opgegeven?
En wegens wat "manifest bedrog" genoemd wordt in bewaring worden
gesteld?!
Dat hun hele asielverhaal op grond van een betwiste geboortedatum als
ongeloofwaardig wordt bestempeld en terzijde gelegd?
Als Hirsi Ali zonder consequenties zichzelf twee jaar jonger mag maken
dan zij is, uitstekend, maar dan gunnen we die marge vanaf nu aan
iedereen.
En hangen we niet meer de complete geloofwaardigheid van een
asielverhaal op aan een onjuiste datum.
Mijn fractie heeft in het eerste debat over deze zaak gevraagd om
ruimhartigheid voor iedereen in een vergelijkbare situatie als Hirsi
Ali.
Mensen die hier al jaren zijn, die hier een leven hebben opgebouwd en
die dan keihard geconfronteerd worden met de consequenties van wat
vaak kleine misstappen zijn geweest, soms niet eens bewust gezet.
Ik heb zo wat alle partijen zes weken geleden horen roepen dat de
Kamer écht niet bezig was om een uitzondering te maken, écht niet
bezig was om een bekende te redden terwijl alle onbekenden gerust
mochten verzuipen.
Ik mag het hopen.
Deze minister gelooft in `regels zijn regels'.
Gelooft zij ook in `gelijke monniken, gelijke kappen' ?
Of is iedereen gelijk, maar zijn Kamerleden meer gelijk dan anderen?
De minister, én de Kamer, kunnen alleen aan een terechte beschuldiging
van klassenjustitie ontkomen als er vanaf nu, in het licht van de
zaak-Hirsi Ali, drastisch anders wordt omgegaan met het
vreemdelingenrecht.
Niet meer meedogenloos, zonder aanzicht des persoons, maar met begrip
voor omstandigheden en menselijke fouten. En even oplossingsgericht
als de minister in deze zaak, zij het na hevige politieke druk, te
werk is gegaan.
Zie ook:
* Het debat is live te volgen via Nederland 3 en www.tweedekamer.nl.