Persbericht
Recidive Den Engh wijkt nauwelijks af van overige justitiële
inrichtingen
28 juni 2006
De strafrechtelijke recidive bij Den Engh wijkt nauwelijks af van de
recidive bij de overige justitiële behandelinrichtingen voor jeugd.
Een jaar na de invrijheidsstelling bedraagt het percentage
recidivisten 28 procent. Dat is hoger dan uit ander onderzoek bleek.
De recidive onder deelnemers aan de speciale behandelmethode Socio
Groeps Strategie (SGS-methodiek) verschilt daarmee niet van die van
ex-pupillen van andere justitiële behandelinrichtingen. Drie jaar na
vertrek uit Den Engh is het percentage recidivisten onder de groep die
de hele behandelmethode heeft doorlopen hoger dan onder jongeren die
zijn uitgestroomd uit overige justitiële behandelinrichtingen. Dat
blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Documentatiecentrum (WODC) dat minister Donner van Justitie naar de
Tweede Kamer heeft gestuurd.
De constatering dat de recidivecijfers van Den Engh op de korte
termijn vergelijkbaar zijn met die van andere justitiële
behandelinrichtingen, brengt minister Donner tot het oordeel dat er
geen aanleiding is om nieuwe aanpassingen in de SGS-methodiek voor te
stellen. De methodiek kan zich net als de andere programmas verder
ontwikkelen en bewijzen binnen het kader van de Beginselenwet
justitiële jeugdinrichtingen (Bjj). Eerder gaf de minister al aan dat
in de SGS-methode meer aandacht moet komen voor de individuele aanpak,
de criminogene factoren en het contextueel werken.
Vervolgens zal de SGS-methodiek evenals alle andere
gedragsinterventies ter beoordeling bij de Erkenningscommissie
gedragsinterventies Justitie worden ingediend. De in augustus 2005
door minister Donner geïnstalleerde Erkenningscommissie beoordeelt of
gedragsinterventies kunnen leiden tot vermindering of het voorkomen
van recidive.
Het WODC-onderzoek naar de recidive bij Den Engh is verlopen volgens
procedures die zijn ontwikkeld in het kader van de Recidivemonitor,
een project van het WODC waarin jaarlijkse metingen worden verricht
onder volwassenen en jeugdigen die zijn uitgestroomd uit een
justitiële inrichting. De Recidivemonitor maakt gebruik van gegevens
uit de onderzoek- en beleidsdatabase justitiële documentatie (OBJD),
een geanonimiseerde versie van het justitiële documentatiesysteem.
Ministerie van Justitie