De Nederlandse Bank
DNB publiceert Statistisch Bulletin juni 2006
Persbericht
Datum 28 juni 2006
Organisatie DNB
In dit nummer: Spaargeld van huishouden blijft groeien, Beleggingsportefeuille van Nederlandse particulier bedraagt EUR 105 miljard, Beleggingsfondsen profiteren van gunstige stemming op de aandelenmarkten, Ziektekostenverzekeraars in totaliteit solvabel, Nieuwe statistiek verzekeraars en pensioenfondsen
Spaargeld van huishouden blijft groeien
De bij Nederlandse banken ingelegde spaargelden namen in het eerst kwartaal verder toe met EUR 5,6 miljard. Hiervan bestaat ruim 2,6 miljard euro aan bijgeschreven rente. Per eind maart 2006 hebben Nederlandse huishoudens bijna EUR 225 miljard op hun gezamenlijke spaardeposito's staan.
Beleggingsportefeuille van Nederlandse particulier bedraagt EUR 105 miljard
De Nederlandse particulieren hebben in de loop der jaren een beleggingsportefeuille van bijna EUR 105 miljard opgebouwd. Uitgaande van 1½ miljoen beleggers is dat gemiddeld EUR 70.000 per beleggend huishouden. Beleggingsfondsen hebben hun marktaandeel -vooral aandelenfondsen- bij de particulier vergroot. Mede hierdoor houden particulieren bijna 30% van het fondsvermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen aan. Dit blijkt uit een eerste meting van in Nederland bewaarde effecten. DNB zal deze meting elk kwartaal herhalen.
Beleggingsfondsen profiteren van gunstige stemming op de aandelenmarkten
In het eerste kwartaal van 2006 is het balanstotaal van de Nederlandse beleggingsinstellingen met EUR 4,9 miljard gestegen naar EUR 112,0 miljard. Dat is het hoogste niveau in de afgelopen vier jaar. De netto inleg in de beleggingsfondsen bedroeg EUR 674 miljoen. Met name de positieve koersontwikkelingen van vooral aandelenbeleggingen zorgden voor de stijging van het belegde vermogen. De Nederlandse aandelenfondsen profiteerden in het verslagkwartaal van de gunstige stemming op de Europese aandelenbeurzen (AEX: +7,3%, Duitse beurs: +10,4%) en boekten in deze periode een resultaat van EUR 3,2 miljard. Ook de vastgoedfondsen hebben, met een gerealiseerd resultaat van EUR 599 miljoen, een significante bijdrage geleverd aan de stijging van het balanstotaal van de sector. De obligatiefondsen leden, door de stijging van de marktrente, als enige fondstype een verlies van EUR 371 miljoen.
Ziektekostenverzekeraars in totaliteit solvabel
De ziektekostenverzekeraars hebben over het eerste kwartaal van 2006 een positief resultaat voor belastingen van EUR 81 miljoen geboekt. Een belangrijk aandeel in dit positieve resultaat hebben de beleggingsopbrengsten en het positieve saldo op andere baten en lasten.
Bij de instellingen is in totaliteit ruim twee maal zoveel eigen vermogen aanwezig als vereist (zogenaamde solvabiliteitsratio is 2,1).
Aantallen verzekerden: grote collectiviteitsgraad
Van de ruim 16 miljoen verzekerden blijken er eind maart 2006 6,2 miljoen (39%) via een collectief contract verzekerd.
Overgroot deel is aanvullend verzekerd
Naast de verplichte basisverzekering is elke inwoner van Nederland vrij om zich aanvullend te verzekeren. Het overgrote deel van de verzekerden (92%, 14,8 miljoen verzekerden) heeft zich aanvullend verzekerd. Een beperkt deel (8%, 1,3 miljoen verzekerden) heeft alleen een basisverzekering afgesloten. Veelal gingen collectieve contracten gepaard met een goede aanbieding voor een aanvullend contract waar in de meeste gevallen geen selectie aan te pas kwam.
Nieuwe statistiek verzekeraars en pensioenfondsen
Uit de nieuwe statistiek verzekeraars en pensioenfondsen blijkt dat de Nederlandse verzekeringsinstellingen (inclusief ziektekostenverzekeraars) in het eerste kwartaal van 2006 in totaal ruim EUR 19,3 miljard aan premies hebben ontvangen. Hiertegenover stonden uitkeringen van EUR 12,3 miljard. De directe beleggingsopbrengsten van EUR 2,2 miljard waren ongeveer gelijk aan de bedrijfskosten, zodat uit de normale bedrijfsvoering EUR 6,9 miljard aan kasstromen resulteerde. De verzekeringsinstellingen kochten in dit kwartaal diverse soorten effecten aan, met name obligaties en beursgenoteerde aandelen.
Het niveau van de premies (EUR 6,0 miljard) en uitkeringen (EUR 4,0 miljard) ligt bij de pensioenfondsen aanzienlijk lager dan bij de verzekeringsinstellingen. Daarentegen zijn hun directe beleggingsopbrengsten hoger (EUR 4,4 miljard), terwijl hun bedrijfskosten relatief laag zijn. Daaruit resulteert een kasstroom uit normale bedrijfsvoering van EUR 6,3 miljard. Dit wendden pensioenfondsen aan in de vorm van een toename van de deposito's en liquide middelen.
De pensioenfondsen herschikten in dit kwartaal hun beleggingsmix: zij verkochten aandelen en stapten over op obligaties. Verschillende motieven liggen hieraan ten grondslag. Pensioenfondsen hebben via winstnemingen trachten te profiteren van de gestegen aandelenkoersen. Daarnaast kunnen pensioenfondsen door verschuivingen in de beleggingsportefeuille een groter deel van het vermogen inzetten voor looptijdverlenging. Met de bedoelde herschikking van de beleggingsmix bereiken zij een beter evenwicht tussen de looptijd van hun bezittingen en die van hun verplichtingen.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel. 020-5243100, 0652496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712, 0652496900).