D66
De komende weken neemt minister Peijs van Verkeer en Waterstaat (CDA)
een beslissing over een nieuwe weg van Amsterdam naar Almere. Wat D66
betreft wordt er gekozen voor verbreding van de bestaande wegen. In
een opinieartikel in Dagblad Trouw legt D66-Kamerlid Boris van der Ham
uit waarom:
Na alle emoties moeten we ook praktisch zijn
Deze week neemt minister Peijs een besluit over de verbinding van de
A6 met de A9. De keuze gaat tussen een nieuwe tunnel langs het
Naardermeer en een verbreding en verbetering van de bestaande wegen,
de zogenaamde 'stroomlijnvariant'. Naast alle overwegingen rond de
vraag wat het beste is voor natuur en leefmilieu, doet Peijs er
verstandig aan ook een bestuurlijk argument zwaar te laten tellen. De
beslissing rond de A6-A9 moet niet alleen ecologisch, maar ook
bestuurlijk duurzaam zijn.
Er wordt er jaren gesproken over een nieuwe weg tussen Amsterdam en
Almere. Terecht want Almere is de afgelopen decennia een groeikern van
jewelste geworden. De stad is van 0 naar bijna 200.000 inwoners
gegroeid in dertig jaar. Veel van de inwoners zijn voor hun werk
afhankelijk van de regio Amsterdam en staan nu vaak in de file. Bij
ongewijzigd beleid zal dat de komende jaren alleen nog maar toenemen.
Feit is ook dat er al decennia wordt gesproken over een oplossing,
maar dat de politiek steeds geen keuze durfde te maken. Langer uitstel
van een beslissing over de ontsluiting van Almere is niet verantwoord,
zeker niet nu Almere de taak heeft gekregen om de komende jaren 60.000
woningen te bouwen.
Almere wil het liefst een weg langs het Naardermeer. De provincie
Noord-Holland, natuur- en milieuorganisaties en een groot aantal
gemeenten in de regio zijn daar fel tegen gekant. Ze vrezen aantasting
van de natuur. Voorstanders van de A6-A9 benadrukken dat de weg niet
dóór, maar langs het meer loopt en dat het spookbeeld van asfalt door
de natuur dus niet klopt. Uit de onlangs opgestelde
milieueffectrapportage blijkt zelfs dat een tunnel nauwelijks nadelige
gevolgen heeft voor de natuur. De groene lobby wordt beschuldigd van
halve waarheden. Het alternatief van de Provincie Noord Holland en de
milieuorganisaties krijgt echter ook kritiek. Hun plan zou betekenen
dat de al bestaande weg die door Amsterdam Zuid-Oost voert, zal worden
verbreed. De tegenstanders van deze weg stellen dat het probleem van
de luchtvervuiling voor de bewoners van de wijk alleen maar zal
toenemen. Minister Peijs zei onlangs in het tv-programma Netwerk te
worstelen met een duivels dilemma: "Moet ik kiezen voor de pieren of
voor de mensen?" Daarmee vertelt ook zij de halve waarheid. Het idee
van Noord-Holland is namelijk om de weg niet alleen te verbreden maar
ook te overdekken. Veel van de luchtvervuiling kan daarmee kan worden
afgevangen.
Zowel de uitspraken van Peijs als van haar tegenstanders illustreren
dat de discussie rond de A6-A9 klassieke patronen vertoont van een
natuur en milieudebat: De emoties lopen aan beide zijden hoog op en
beide kampen bedienen zich van drogredeneringen en spookbeelden. De
discussie over de werkelijke dilemma's wordt hiermee vertroebeld. In
plaats van energie te verspillen aan schijngevechtjes en halve
waarheden moeten beide kampen zich concentreren op een zo goed
mogelijke uitkomst.
In de ogen van D66 heeft, nuchter beschouwd, de stroomlijnvariant van
Noord-Holland de beste papieren. Allereerst omdat er een acuut
milieuprobleem in Amsterdam Zuid-Oost mee wordt opgelost. Met deze
variant worden dus twee vliegen in één klap geslagen: er komt meer
wegcapaciteit (die zich kan meten met de A6-A9-variant) en een al
bestaand milieuprobleem wordt verminderd. Daarnaast blijkt deze in
kosten niet hoger dan de tunnel.
Een ander argument dat D66 belangrijk vindt in deze discussie wordt
ingegeven door onze visie op verstedelijking. Oplossingen voor de
huidige verstedelijking moeten niet worden gezocht in het oprekken van
het stedelijk gebied. Nu ligt het Naardermeergebied relatief ver van
Amsterdam. Maar dat zal veranderen als het door een tunnel wordt
doorsneden. De geschiedenis leert dat alle nieuwe infrastructuur na
verloop van tijd nieuwe bebouwing uitlokt. Wie een mooiere Randstad
wil, moet haar dwingen om de bestaande ruimte beter te benutten. Juist
door intensiever gebruik te maken van de plekken die al 'opgeslokt'
zijn door de stad wordt de creativiteit geprikkeld om de bestaande
bebouwing te verfraaien en intensiveren. Dat heeft ook een gunstig
effect op de kosteneffectiviteit van het openbaar vervoer: hoe dichter
de bebouwing, hoe intensiever de benutting van het OV is, en des te
meer rendabel het openbaar vervoer wordt. Grote winst van zo'n aanpak
is dat de huidige groene gebieden rond Amsterdam, zoals het Gein en
het Naardermeer, niet worden aangetast en kunnen blijven functioneren
als recreatiegebied voor de stedelingen.
Het meest doorslaggevende argument voor de stroomlijnvariant is
echter: tijd en bestuurlijke duurzaamheid. De oplossing van
Noord-Holland kan domweg op het meeste draagvlak rekenen. Een
belangrijk argument, gezien de situatie van Almere. Mocht het kabinet
immers toch besluiten een tunnel aan te leggen dan leidt dat tot
voortdurende protesten en slepende procedures. Dit zal weer leiden tot
grote vertragingen en misschien wel afstel. De besluitvorming rond dit
soort projecten is immers zo georganiseerd dat een volgend kabinet er
nog op terug kan komen. Gezien de weerstand bij een groot gedeelte van
de Kamer (PvdA, D66, Groenlinks, SP) zal het ongetwijfeld een thema
tijdens de komende Provinciale Staten en Tweede Kamerverkiezingen
worden. Het is daarom niet denkbeeldig dat een volgend kabinet het
besluit zal terugdraaien. Dan is Almere opnieuw een paar jaar verder
verwijderd van een oplossing. Als minister Peijs echt een bijdrage wil
leveren aan een snelle oplossing voor de problemen van Almere dan moet
ze kiezen voor het plan met het meeste draagvlak. Daarmee wint Almere,
Amsterdam en niet te vergeten het Naardermeer.
28-6-2006 12:56