D66

Bijdrage van Gerard Schouw (D66 en OSF) aan het debat over de nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning) (30131)

Voorzitter,

Een jaar na de behandeling van de zorgverzekeringswet buigen we ons over een andere grote stelselwijziging namelijk de Wet maatschappelijke ondersteuning. De Wmo verplaatst een aantal taken die vroeger landelijk via de AWBZ geregeld waren naar gemeenten.

De bedoeling van deze wet is om geen zorgwet te zijn maar een participatiewet. Kort gezegd om mensen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken te helpen om volwaardig mee te kunnen doen in de maatschappij.

Een andere gedachte achter de Wmo is dat de rijksoverheid niet alles moet willen regelen en met een gerust hart heel veel kan overlaten aan lagere overheden. Gemeenten kunnen maatwerk leveren en dat komt de dienstverlening aan mensen ten goede.

De fracties van D66 en OSF kunnen zich goed vinden in deze doelen achter de Wmo. Maar, tussen droom en daad zit vaak een woud aan praktische problemen.

Zo is de wet kan een belangrijke stimulans voor een grotere betrokkenheid van mensen zelf, bij het oplossen van problemen in hun directe omgeving. Maar dan moeten gemeenten wel hun werk goed doen en in staat gesteld zijn om de nieuwe taken naar behoren uit te kunnen voeren.
Wij hebben dan ook veel waardering voor dit kabinet en in het bijzonder voor deze staatssecretaris die zo hard heeft getrokken aan deze wet. Chapaeu! Een wet die in omvang en betekenis wel eens de belangrijkste wet voor het lokaal bestuur van de afgelopen 30 jaar zal blijken te zijn.

Met de invoering van de Wmo ontstaat een enorme kans om beleid op terreinen als wonen, welzijn en ondersteuning op een nieuwe manier vorm te geven.

Ik wil in dit debat de volgende zaken aan de orde stellen: - compensatieplicht
- persoongebonden budgetten
- Europese aanbesteding
- financiën

Compensatieplicht

Het debat over verschillen die je wilt toestaan om rechtszekerheid van mensen te garanderen is in de Tweede Kamer al uitgebreid gevoerd.

Hoe kunnen de rechten van mensen goed worden verzekerd, hoe kan de Wmo-zorg betaalbaar blijven, en niet onbelangrijk hoe kan maatwerk het beste worden toegepast? Kunnen gemeenten wel zoveel verantwoordelijkheid aan en zijn de rechten van de belanghebbende wel goed verzekerd vroeg de overkant zich af?

De wet werd met het oog op deze zorgen ingrijpend verbouwd en er werden tientallen amendementen ingediend waardoor het karakter van de Wmo ingrijpend is gewijzigd.

Eén van de wijzigingen is de compensatieplicht. Dit vindt zijn weerslag in artikel 4 van de wet. Het is zeer ruim omschreven en laat veel over aan gemeenten. Een compensatiebeginsel is flexibeler in te vullen dan een zorgplicht.

In dit verband vragen onze fracties zich af wat die compensatieplicht in de praktijk nu echt betekent? Het is geen verzekerd recht en ook geen redelijke kans op zorg, maar wat dan wel? Welke rechten kunnen mensen er in de praktijk aan ontlenen? Graag een reactie.

De compensatieplicht moet mensen in staat stellen zelf een huishouden te voeren, zich te verplaatsen en andere mensen te ontmoeten. Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.

Maar wanneer ben je zelfredzaam en wanneer is de maatschappelijke participatie van iemand voldoende én wanneer onvoldoende? Eerlijk gezegd is het onderscheidt tussen voldoende en onvoldoende zelfredzaam nooit te bepalen. En ik vraag me echt af of het fraaie artikel 4 nu de redding of juist het afbreekpunt van de wet is.

Kan de staatssecretaris is een paar concrete voorbeelden geven van wat zij praktisch ziet als iemand die voldoende en iemand die onvoldoende zelfredzaam is? En waar ligt naar haar opvatting de grens?

Hoe vaak bijvoorbeeld ouderen de deur uit moeten kunnen om mensen te ontmoeten en hoe het vervoer geregeld is blijft onduidelijk. Hoe voorkom je dat gemeenten eindeloos praten over deze criteria en de mensen waar het om gaat in de kou blijven staan?

In dit verband wil ik ook een lans breken voor die gemeente die de Wmo met de minst administratieve last invoert. Als we niet uitkijken, komt er straks een woud aan verordeningen en regels. Ontstaat er een bureaucratisch circus waarin cliënten struikelen en verstrikt raken. De staatssecretaris zal morgen natuurlijk verzekeren dat dit niet zal gebeuren. Dat ze hierop zal toezien. Maar heeft zij ook een positieve incentive voor die éne gemeente die de minste bureaucratie organiseert? Bijvoorbeeld een jaarlijkse Wmo prijs voor die gemeente die de Wmo het meest SMART invoert?

Persoonsgebonden budgetten

Een andere wijziging aan het wetsvoorstel dat aan de zorgen van de Tweede Kamer tegemoet kwam is het instellen van een persoonsgebonden budget. De fracties van D66 en OSF zijn blij met de invoering van het persoonsgebonden budget. Dit zorgt ervoor dat de gemeenten rekening houden met wensen van patiënten en cliënten.

Het haalt de Wmo voor een deel weg bij instellingen en plaatst de uitvoering bij mensen zelf. Benadrukt de eigen verantwoordelijkheid. Een persoonsgebonden budget is dé manier om individuele oplossingen mogelijk maken.

De schaduwzijde is echter dat de beschikbare budgetten hiervoor af gaan van de budgetten die de algemene voorzieningen in stand moeten houden. En deze algemene voorzieningen moeten gemeenten wel in stand houden vanwege de compensatieplicht. In de schriftelijke behandeling vroegen onze fracties of door persoongebonden budgetten bepaalde collectieve voorzieningen van speciaal vervoer in gevaar zouden komen. En naar de opvatting van de regering loopt dit wel los omdat gemeenten kunnen kiezen voor collectieve voorzieningen als hiervoor overwegende bezwaren zijn aan te voeren. Efficiency overwegingen kunnen hieronder vallen.

Het is aan de gemeente om te bepalen of er sprake is van overwegende bezwaren. Voor ons is nog steeds niet duidelijk wat die overwegende bezwaren nu eigenlijk zijn. Hoe kunnen mensen erachter komen wanneer een verzoek voor een persoonsgebonden budget op grond van overwegende bezwaren kan worden afgewezen? Wat zijn de criteria vooraf, wat is het toetsingskader?

Europese aanbestedingen

Eén van de belangrijkste knelpunten in de uitvoering van de Wmo is de Europese aanbesteding van huishoudelijke hulp. De Vereniging Nederlandse Gemeenten maakt zich hierover grote zorgen. Is er nog wel genoeg tijd? De geplande invoeringsdatum zal niet worden gehaald als aan alle verplichtingen moet worden voldaan.

Uit de memorie van antwoord op vragen hierover lijkt het wel alsof het kabinet geen vuiltje aan de lucht ziet. Overgangsbepalingen maken het mogelijk meer tijd te nemen voor het afronden van de aanbestedingsprocedures, artikel 41, lid 4. Deze overgangsbepalingen regelen dat gemeenten die nog geen verordeningen hebben vastgesteld kunnen uitgaan van de AWBZ en de bestaande contracten dus langer kunnen laten doorlopen en zo de aanbestedingen nog even niet Europees hoeven aan te besteden.

Gemeenten moeten wel aantonen bezig te zijn met de procedures.

En zie ik het goed dat zij dus uiterlijk op 1 juli, dus aanstaande zaterdag moeten zijn begonnen met de aanbestedingsperiode? Dat is dan wel erg kort als je bedenkt dat we nu pas in deze Kamer over deze wet besluiten en misschien er zelfs pas volgende week over stemmen.

Waarop baseert het kabinet het vertrouwen dat het probleem met deze noodgreep wel zal zijn opgelost?

En wat is de opvatting van de staatssecretaris over het feit dat zorgaanbieders het risico lopen pas in december te horen of ze een opdracht krijgen of niet?

Mag artikel 41, lid 4 zo worden gelezen dat wanneer gemeenten de aanbesteding niet tijdig op orde hebben de contracten met bestaande zorgaanbieders voor één jaar blijven bestaan?

En waarom niet gewoon als uitgangspunt kiezen dat de partijen die nu de thuiszorg uitvoeren, dat volgend jaar ook kunnen doen? Graag een reactie.

Een interessante ontwikkeling in dit verband, in de aanpak van Europese aanbesteding, is de Zeeuwse aanpak. Zeg maar de Zeelandroute. Zeeuwse gemeenten kiezen voor concurrentie op basis van kwaliteit in plaats van op geld. Zij gaan raamovereenkomsten aan met minimaal drie aanbieders tegen een door de gemeente vastgestelde prijs. De Zeeuwse gemeenten bieden hun uitgewerkte werkwijze ook aan anderen gemeenten aan. Voldoet deze manier van aanbesteding ook aan de Europese regels en zo ja kan de regering gemeenten die moeite hebben om de aanbesteding op tijd te halen niet helpen om de Zeeuwse methode te gebruiken?

Jurisprudentie of kennis
Het kabinet stelt in de memorie van antwoord dat de Wmo een kaderwet is en uiteindelijk door jurisprudentie een duidelijke vorm kan krijgen. Eerlijk gezegd zitten onze fracties niet te wachten op een verdere juridisering van het lokaal bestuur. Wij denken dat door een actieve kennisverspreiding en ook kennisontwikkeling veel onduidelijkheden zijn te voorkomen. Als je weet hoe in de ene gemeente iets goed werkt hoeft de andere gemeente dat wiel niet meer uit te vinden? Is het niet van het grootste belang dit offensief aan te pakken?

Wij maken ons in dit verband zorgen over het wegvallen, verminderen, van de kennisfunctie van een aantal koepelorganisaties. Koepels in de mantelzorg, vrijwilligerszorg, gehandicaptenzorg. Decentralisatie leidt tot versnippering en verdamping van expertise.

Welke speerpunten heeft, en welke verantwoordelijkheid neemt de staatssecretaris t.a.v. het kennisdeel van de Wmo?

Financiën, over geld

Voorzitter
Laat er geen misverstand over bestaan. Onze fracties willen ook in de toekomst verder met de Wmo. Het introduceert namelijk een fundamentele omkering van verantwoordelijkheden naar de gemeenten. Daar zijn we sterk voorstander van.

Maar de Wmo moet natuurlijk geen bezuinigingsoperatie zijn. De gemeenten moeten over toereikende middelen beschikken. Wanneer het Rijk de gemeenten onvoldoende middelen geeft zal deze de rijksbezuinigingen moeten afwentelen op de zorg en ondersteuning aan burgers. De vier grote steden hebben in een brief van 22 juni laten weten dat zij serieus in de problemen dreigen te komen uitgaande van de meicirculaire over de Wmo. Mijn vraag aan het kabinet is of zij nog steeds van mening is dat:
De beschikbare budgetten voor de Huishoudelijke verzorging in verhouding met de realiteit moeten zijn en dat, De basis voor subsidieregelingen de werkelijke uitgaven zijn?

Ook zou ik willen weten hoe het zit met de continuering van de BTW-vrijstelling van huishoudelijke verzorging. Kan de staatssecretaris garanties afgeven dat dit zo blijft? En wanneer is deze wijziging gereed? En als deze vrijstelling niet lukt, krijgen gemeenten dan compensatie?

In dit verband wijs ik op de noodzaak van een financiële evaluatie van de Wmo. Komen gemeenten bijvoorbeeld door de invoering van persoonlijke budgetten niet in de financiële problemen en hoe is de verhouding tussen kosten en een doelmatige uitvoering van de Wmo?

Deze onderzoeken lijken ons zeer relevant omdat de aanpassingen die de overkant heeft aangebracht namelijk, de compensatieplicht en het persoonlijke budget, wel eens grote financiële gevolgen kan hebben.

Wij hebben tijdens de schriftelijke voorbereiding indringend gevraagd naar de criteria waarop wordt geëvalueerd. Wanneer weten gemeenten van het Rijk waar ze aan toe zijn?

Dit is des te belangrijker omdat we in de toekomst meer ondersteunende functies willen onderbrengen bij de Wmo. Dat zal de participatie stimuleren, is doelmatiger en verbetert de samenhang. Welke koers heeft de staatssecretaris daarbij voor ogen?

Naar de opvatting van onze fracties betekent meer verantwoordelijkheid voor gemeenten ook meer ruimte voor een eigen lokaal belastinggebied. Is de staatssecretaris dat in principe met mij eens?

Voorzitter
Ik kom tot een afronding. Wij zijn, met een aantal vraagpunten, zeer enthousiast over de Wmo. Een fundamentele omkering van de verantwoordelijkheden van het Rijk naar de gemeenten. Een verstandige wet, mits goed uit- en ingevoerd. De Wmo is volgens onze fracties niet een nieuwe welzijnswet, nee het is een participatiewet en laten we dat zo houden.

De afgelopen tijd is vooral de aandacht gegeven aan regels, procedures, verordeningen en aanbesteding. Maar in the end draait het om een betere participatie van mensen. Niet meer thuis zitten te verpieteren, maar meedoen. Als u de vinger goed aan de pols houdt, hebben we er alle vertrouwen in dat dit met deze wet zal lukken.

27-6-2006 19:14