Voortgangsrapportage Belastingdienst/Toeslagen t/m mei 2006
Brief | 27-06-2006 | nr DGB06-3525
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
27 juni 2006
DGB 2006-3525
Onderwerp
Voortgangsrapportage Belastingdienst/Toeslagen maart t/m mei 2006
Tijdens de kamerbehandeling van de Awir heb ik toegezegd u te informeren over de voortgangsrapportages die ik ontvang vanuit het project Toeslagen.
Bijgaand treft u de rapportage over de periode maart tot en met eind mei 2006 aan. Gezien de ontwikkelingen na eind mei is ook aandacht besteed aan de actuele stand tot en met medio juni. De belangrijkste ontwikkelingen licht ik hierna toe.
1. Definitief maken voorlopig vaststellingen
In totaal zijn tot en met januari ruim 5,7 mln. eerste voorschotten voor huur- en/of zorgtoeslag verstrekt. Voor ongeveer 940.000 betalingen heeft een voorlopige vaststelling plaats gevonden. In de afgelopen maanden zijn de voorlopige vaststellingen in veruit de meeste gevallen (een kleine 800.000 gevallen) omgezet in definitieve voorschotten. Dit houdt in dat het voorschot aansluit op de gegevens uit de aanvraag.
Ongeveer 540.000 van de voorlopige vaststellingen zorgtoeslag (60%) zijn hierbij ongewijzigd gebleven. Circa 150.000 van de gevallen (25%) resulteert in een lagere en circa 80.000 gevallen (15%) in een hogere zorgtoeslag.
Naar schatting 105.000 mensen moesten zorgtoeslag terugbetalen omdat verrekening met openstaande termijnen niet mogelijk was. In zo'n 75.000 van deze gevallen bestond geen recht op zorgtoeslag. Zij moeten het volledige bedrag terugbetalen.
Bij ongeveer 25.000 van de voorlopige vaststellingen huurtoeslag (10%) is het voorschot niet veranderd, in 90.000 gevallen bestond recht op een hogere huurtoeslag (35%). Bij de overige 140.000 voorlopige vaststellingen (55%) is de huurtoeslag omlaag gegaan.
Bij ruim 65.000 aanvragers is verrekening met nog uit te betalen termijnen huurtoeslag niet meer mogelijk. In zo'n 50.000 gevallen gaat het om mensen die geen recht hebben op huurtoeslag. Zij moeten het reeds ontvangen bedrag terugbetalen.
Ter verduidelijking het volgende overzicht:
- Aantal voorschotten huur- en zorgtoeslagen 5.700.000
- Aantal voorlopige vaststellingen 940.000
- Aantal omgezet in definitieve voorschotten 795.000
Aantal omgezet
Gelijk bedrag
Hoger bedrag
Lager bedrag
Zorgtoeslag
540.000
310.000
80.000
150.000
Huurtoeslag
255.000
25.000
90.000
140.000
Aantal met lager bedrag
Verrekening met voorschot
Terugbetaling door lager recht
Terugbetaling door geen recht
Zorgtoeslag
150.000
45.000
30.000
75.000
Huurtoeslag
140.000
75.000
15.000
50.000
2. Definitief maken termijnbedragen
Het verrekenen van te hoge voorschotten gebeurt waar mogelijk met nog te ontvangen betalingen over de maanden mei tot en met december. Mensen die teveel aan toeslagen hebben ontvangen, hebben een verzoek ontvangen om de teveelbetaling binnen twee maanden terug te betalen. Is de betrokkene daar niet toe in staat, dan kan hij 4 maanden uitstel van betaling krijgen. Kan hij het bedrag ook niet binnen die 4 maanden terugbetalen, dan kan een betalingsregeling worden getroffen (maximaal 24 maanden, betaling tenminste ¤ 40 per maand). Kan de belanghebbende ook daaraan niet voldoen, dan is uitstel van betaling 'op maat' mogelijk.
De aanvragers die voor de zorgtoeslag op basis van het definitieve voorschot meer geld moeten ontvangen dan op basis van de voorlopige vaststelling was berekend, hebben dit op 31 maart ontvangen. Voor de huurtoeslag vond deze uitbetaling in april plaats. .
3. Verwerking overige incomplete aanvragen
Nog niet alle aanvragers hebben een reguliere beschikking ontvangen. Oorzaak hiervan is dat bijvoorbeeld onvoldoende gegevens waren vermeld in de aanvraag om een berekening te kunnen maken. Deze gegevens waren ook niet beschikbaar in andere systemen van de Belastingdienst. De betrokken aanvragers ontvangen nog de voorschotbetaling zoals in december is toegekend. Hebben zij zich bijvoorbeeld gemeld met een mutatie dan is het voorschotbedrag aangepast.
Er is voor gekozen om deze aanvragen eerst aan een nader onderzoek te onderwerpen, alvorens tot een reguliere vaststelling te komen. Deze analyse naar oorzaak en oplossing wordt naar verwachting in juli afgerond.
4. Verwerking mutaties
Tot 1 juni hebben aanvragers in totaal 410.000 mutaties ingediend. Naar de stand van 1 juni zijn zo'n 338.000 van deze mutaties verwerkt. De resterende 72.000 mutaties zijn de eerste helft van juni verwerkt. Deze actie heeft veel inspanning gekost. Onder meer omdat eerdere mutaties of de eerste aanvraag nog niet waren verwerkt, of omdat er meer dan één mutatie ingediend was. Uiteindelijk zijn de mutatie-beschikkingen medio juni verstuurd, met een uitbetalingsdatum van 22 juni. De mutaties bij de huurtoeslag in geval van geclusterde betaling aan de verhuurder worden uitbetaald bij de reguliere betaling in juli.
De verwerking van "oude" mutaties is hiermee afgerond. Nieuwe mutaties worden binnen de gebruikelijke termijnen afgehandeld.
5. Verwerking "nieuwe" aanvragen
In de periode 1 januari tot 1 juni zijn ca. 350.000 nieuwe aanvragen voor toeslagen ingediend. Tot 1 juni zijn 300.000 van deze aanvragen afgedaan. De overige 50.000 zijn verwerkt in de eerste helft van juni, met een eerste uitbetaling op 20 juni. De eerste aanvragen die na 1 juni binnenkomen worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
6. Onjuiste verwerking nieuwe aanvragen en mutaties zorgtoeslag
Bij de verwerking van eerste aanvragen en mutaties zorgtoeslag medio juni 8.000 zijn verkeerde beschikkingen verzonden en uitbetaald. Kinderen jonger dan 18 jaar zijn hierbij ten onrechte als toeslagpartner aangemerkt. Als herstelactie worden nieuwe beschikkingen aangemaakt en met excuusbrief maandag 26 juni aan betrokkenen verzonden.
7. Belangen burger
Het belang van de individuele burger dreigt het in massale processen nogal eens af te leggen tegen het organisatiebelang van het op orde krijgen van een verwerkingsproces. Deze "ondergeschiktheid" van de burger moet worden voorkomen. Bij toeslagen is er welbewust voor gekozen om gedurende de aanvangsfase oplossingen te kiezen juist uitgaande van het belang van de burger. Twee voorbeelden ter illustratie.
Bij een verwerkingsproces met de omvang van de toeslagen (ca 6 miljoen aanvragen) ontstaat de nodige "uitval". Uitval in de vorm van aanvragen of mutaties die niet goed zijn ingevuld of niet compleet zijn. Normaal gesproken wordt in dergelijke gevallen een vraagbrief aan de aanvrager gezonden met verzoek om correctie of aanvulling. Bij toeslagen is er voor gekozen om eerst zelf na te gaan of de aanvraag/mutatie compleet en juist kan worden gemaakt. Alleen in de gevallen dat dit onmogelijk bleek zijn daadwerkelijk vraagbrieven uitgestuurd. Op deze wijze is het onnodig lastige vallen van de burger voorkomen. De keerzijde hiervan is wel dat de Algemene Rekenkamer kritisch is over de rechtmatigheid van een dergelijke wijze van verwerking.
Het tweede voorbeeld betreft de toeslagbetalingen. De burger heeft bij de toeslagen primair belang bij tijdige uitbetaling, zodat hij zijn financiële verplichtingen kan nakomen. Om hieraan tegemoet te komen is er in december voor gekozen om de op dat moment onverwerkbare aanvragen via een alternatieve procedure te bevoorschotten. Daarnaast is voor aanvragers de mogelijkheid geopend om een spoedbetaling en bij acute financiële problemen een superspoedbetaling te ontvangen.
Ook aan deze "burgergerichte" werkwijze zit een keerzijde: de aanvragers die ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn bevoorschot moeten de teveel ontvangen bedragen terugbetalen.
Met deze maatregelen konden zeker niet alle problemen bij burgers worden weggenomen. Wel is een maximale inspanning geleverd om de gevolgen van de problemen zo veel mogelijk te beperken.
8. Vervolgprocessen
Met de in gang gezette maatregelen lijken de grootste obstakels voor een soepele uitvoering van de toeslagen voor het moment weggenomen. Dat neemt niet weg dat bij iedere vervolgactie opnieuw uitvoeringsperikelen kunnen ontstaan. Dit geldt bij het verwerken van de komende huurverhogingen, het automatisch verlengen van de toeslagen komend najaar en het definitieve toekennen vanaf begin 2007. Deze perikelen zijn vaak onontkoombaar door de massaliteit van het toeslagenproces. Daarbij komt dat de burger -meer dan bij de fiscale voorlopige teruggaven- verwachtingen heeft over de exactheid van de maandelijkse voorschotten die niet overeenkomen met het voorlopige karakter van de beschikkingen en betalingen.
Ook bij de vervolgacties blijft de Belastingdienst streven om de processen inclusief nasleep met zo min mogelijke overlast voor de burger te laten verlopen.
De staatssecretaris van Financiën
mr. drs. J.G. Wijn
Ministerie van Financiën