EU niet goed voorbereid op toekomstige taak in Kosovo
kaart van Kosovo 27 juni 2006
De Europese Unie zet te weinig vaart achter de voorbereiding van de centrale
rol die ze vanaf 2007 in Kosovo zal moeten spelen. Dit concludeert
europarlementariër Joost Lagendijk, Kosovo-woordvoerder voor het Europees
Parlement, na een bezoek aan Pristina en Belgrado.
Lagendijk was in Kosovo met een delegatie uit het Europees Parlement.
In het licht van de onderhandelingen in Wenen over de toekomstige
status van de Servische provincie, sinds 1999 bestuurd door de
Verenigde Naties, spraken de parlementariërs met vertegenwoordigers
van de Albanese Kosovaren, van de Servische minderheid in Kosovo, met
vertegenwoordigers van andere minderheden en met de Servisch-orthodoxe
kerk.
Nieuwe leiders
Lagendijk is gematigd positief over de ontwikkelingen ter plekke sinds
hij een jaar geleden Kosovo bezocht: "Dit jaar heeft Kosovo een nieuwe
president en een nieuwe premier gekregen. Premier Ceku is beter dan
zijn voorganger Kosumi in staat gebleken om vooruitgang te boeken op
een aantal belangrijke terreinen. Vooral op het gebied van de
minderhedenrechten zijn de Kosovaarse autoriteiten voortvarend te werk
gegaan: terwijl ik in Kosovo was, waren de belangrijkste politici
bezig om de grondwettelijke bescherming van de rechten van de
minderheden vast te leggen."
Een groot probleem vindt Lagendijk dat de Europese Unie nog lang niet
klaar blijkt te zijn met haar voorbereidingen om in Kosovo een
belangrijke rol te spelen na het vertrek van de Verenigde Naties, die
er sinds de oorlog in 1999 het wettelijk gezag uitoefenen. Lagendijk:
"De Raad maakt momenteel een inventaris op van de benodigde middelen
en mankracht voor het overnemen van politie- en justitietaken. Dat is
heel belangrijk, maar niet alles. Uiteindelijk zal Europa er in een
toekomstig Kosovo op moeten toezien dat de regering zich houdt aan de
gemaakte afspraken op een heel aantal kerngebieden. Momenteel bestaat
het bureau van de Europese Commissie in Pristina uit zegge en schrijve
5 medewerkers. Dat lijkt me te weinig."
Andere aanpak
Lagendijk onderstreept dat het belangrijk is dat de EU, wanneer de
Verenigde Naties vertrekken, een frisse start maakt. Lagendijk: "De
Kosovaren hadden in het begin hoge verwachtingen van de komst van de
VN. Maar in de zes jaar dat ze door de VN bestuurd worden zijn ze de
aanwezigheid gaan voelen als een onaangename inperking van hun
vrijheid. UNMIK (United Nations Mission in Kosovo) staat voor
stagnatie en voor een rem op zelfontplooiing. Europa moet daarom voor
een radicaal andere aanpak kiezen, waarbij de Kosovaren, ongeacht de
uiteindelijke status, zelf de baas zijn."
Lagendijk haast zich er bij te zeggen dat hij hiermee niet wil zeggen
dat de Kosovaren zelf alles op orde hebben. "Het probleem met de
Kosovaarse politici is dat ze zich geheel concentreren op het
verkrijgen van een status. En een heel precieze status, namelijk
onafhankelijkheid. Ze hebben het idee dat na onafhankelijkheid alle
andere problemen als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen. Maar zoals
de Servische minister van Buitenlandse Zaken Draskovic fijntjes
opmerkte: onafhankelijkheid kun je niet eten. Armoede, gebrekkige
scholing, sombere economische vooruitzichten, dat zijn de echte
problemen. De Kosovaren moeten beseffen dat dit problemen zijn die
voor en na het oplossen van de statuskwestie spelen, en waarvoor een
langetermijnstrategie nodig is. De EU kan daarbij helpen."
Lagendijk zal in het najaar namens het Europees Parlement een rapport
schrijven over de situatie in Kosovo.
Zie ook:
* podcast radioverslag bezoek Joost Lagendijk aan Kosovo
«
GroenLinks