Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2006/1761
datum : 27-06-2006
onderwerp : EHS-uitwerkingen Nota Ruimte
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In de Nota Ruimte, waarmee uw Kamer op 17 mei 2005 en de Eerste Kamer op 17 januari 2006 heeft ingestemd, is een aantal uitwerkingen van ruimtelijke afwegingskaders voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aangekondigd. Met deze brief breng ik u mede namens de minister van VROM op de hoogte van het traject tot aan de afronding van de verschillende uitwerkingen.

Ten eerste wordt in de Nota Ruimte aangekondigd dat Rijk en provincies binnen een half jaar na het verschijnen van de nota een beleidskader ontwikkelen over de toepassing van de EHS-saldobenadering. De EHS-saldobenadering dient ertoe om een meer ontwikkelingsgerichte aanpak in de EHS te bevorderen. Dit kan wanneer een combinatie van projecten of handelingen wordt ingediend die tevens tot doel heeft om de kwaliteit en/of kwantiteit van de EHS op gebiedsniveau te verbeteren.

Daarnaast wordt in de Nota Ruimte gemeld dat het Rijk met de provincies afspraken zal maken over de wijze waarop herbegrenzing van de EHS kan plaatsvinden. Herbegrenzing heeft tot doel om de ruimtelijke samenhang van de EHS te verbeteren en de EHS in haar omgeving duurzaam in te passen. Provincies kunnen met behoud van de oorspronkelijke ambitie de huidige begrenzing van de EHS aanpassen.

Verder is onlangs door de VROM-inspectie onderzoek gedaan naar de effectuering van de compensatieplicht na ingrepen in de EHS. Uw Kamer is recent bij brief geïnformeerd over dit onderzoek en de maatregelen die de minister van VROM en ondergetekende naar aanleiding daarvan voorstellen. Bij het nader verduidelijken van het compensatiebeleid voor de EHS is samenwerking met de provincies eveneens van groot belang.

Bovengenoemde beleidskaders en afsprakenkaders kennen een sterke onderlinge samenhang. De afgelopen maanden is door mijn ministerie en het ministerie van VROM met provincies, terreinbeherende organisaties en maatschappelijke organisaties intensief gewerkt aan het beleidskader EHS-saldobenadering. Dit beleidskader is in concept vrijwel gereed. In de Nota Ruimte is het grootste deel van de voorwaarden voor de EHS-saldobenadering reeds genoemd.

In het concept beleidskader wordt daarnaast met name ingegaan op de voorwaarden bij het opstellen van een gebiedsvisie, die het centrale element in de saldobenadering is.
In een gebiedsvisie is te lezen waarom het noodzakelijk is om de EHS-saldobenadering toe te passen en hoe deze toepassing leidt tot een kwaliteitsslag voor de EHS. Ook worden in de gebiedsvisie voorwaarden voor verwezenlijking en planologische verankering genoemd. Hierbij is gebruik gemaakt van de ervaringen met gebiedsgericht werken in onder meer de provincies Utrecht (project Hart van de Heuvelrug) en Limburg (project Maasduinen). De provincies wordt gevraagd het beleidskader te laten doorwerken in het provinciaal ruimtelijk beleid.

Tijdens het overleg over de saldobenadering EHS is gebleken dat er bij de provincies grote behoefte bestaat aan een geïntegreerd kader dat breed kan worden toegepast bij ruimtelijke ingrepen in de EHS. In dit kader zouden zowel EHS-saldobenadering en herbegrenzing als de betekenis van het nee, tenzij-principe en de effectuering van de compensatieplicht aan de orde moeten komen.

Uitgaande van het gemeenschappelijke doel om tot een robuuste samenhangende EHS te komen, is in overleg met de provincies dan ook besloten om de voornoemde trajecten in een overkoepelend project op te nemen, waarbij het concept beleidskader EHS-saldobenadering een belangrijke bouwsteen vormt. In dit project wordt door Rijk en provincies samengewerkt, zodanig dat de begrippen, uitwerkingen en beleidskaders optimaal op elkaar aansluiten. Het overkoepelend project kan naar verwachting eind 2006 worden afgerond. Uw Kamer zal over de uitkomsten worden geïnformeerd.

Consequentie van deze werkwijze is dat een zelfstandig beleidskader saldobenadering niet binnen een half jaar na de inwerkingtreding van de Nota Ruimte, op 27 februari 2006, aan uw Kamer zal worden aangeboden. Gezien de grote voordelen van het samenvoegen van de verschillende trajecten en de overeenstemming die hierover tussen de betrokken partijen bestaat, acht ik deze handelwijze echter verantwoord. Om tegemoet te komen aan de wens om snel met de saldobenadering aan de slag te gaan, is het streven om op korte termijn afspraken te maken tussen provincies, VROM en LNV over toepassing van de saldobenadering, vooruitlopend op de afronding van het totale project.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman