Ministerie van Justitie

Persbericht

Nieuwe regels voor verwerking persoonsgegevens
27 juni 2006
De politie krijgt meer armslag voor de verwerking van persoonsgegevens. De huidige regels worden verruimd en meer op de praktijk toegesneden. Er komt meer duidelijkheid en een aantal regels wordt geschrapt om de administratieve lasten voor de politie te verminderen. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Donner waarmee de Tweede Kamer heeft ingestemd. Het gaat om een herziening van de Wet politieregisters.

Van veel burgers verwerkt de politie gegevens, bijvoorbeeld van degenen die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden, verdacht zijn, aangifte doen of om hulp vragen. De politie moet al deze persoonsgegevens kunnen verwerken omdat ze onmisbaar zijn voor het politiewerk dat voor een belangrijk deel drijft op een goede informatiepositie. De huidige regels zijn daarvoor te beperkend. De knelpunten hebben vooral te maken met het gebruik van gegevens binnen de politie en met de mogelijkheden om gegevens aan derden te verstrekken. De voorstellen van de bewindsman bieden hiervoor een oplossing.

Zo zijn gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak voortaan een jaar lang binnen de politie vrij beschikbaar om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen brengen. Dit geldt ook voor gegevens over personen die (nog) niet worden verdacht van een strafbaar feit. Daar staat nu een -vaak te korte- termijn van vier maanden voor.

Verder is het van belang dat de politie gegevens over personen uit de ene zaak zo nodig ook voor een andere zaak kan gebruiken. Nu is dat slechts beperkt mogelijk. Het voorstel verruimt de zoekmogelijkheden in beschikbare politiegegevens. Ook worden bepaalde gegevens binnen de politie vrij beschikbaar gesteld, zodat alle politiemensen ze kunnen raadplegen. Andere gegevens zijn onder voorwaarden toegankelijk voor het zoeken naar overeenkomsten in bijvoorbeeld de werkwijze van criminelen of het type delict. Daarnaast wordt het door een vergelijking van gegevens zichtbaar als er meerdere onderzoeken tegen eenzelfde persoon lopen. Dat voorkomt dat korpsen langs elkaar heen werken.

In de praktijk blijkt dat soms ook langdurige verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is om een solide informatiepositie op te bouwen en zicht te krijgen op mogelijke ernstige bedreigingen voor de samenleving, bijvoorbeeld terrorisme. Door hierover gegevens te verzamelen krijgt de politie meer zicht op mogelijke betrokkenheid van personen bij dergelijke misdrijven. Het wetsvoorstel verschaft de basis voor gerichte verwerking van persoonsgegevens aan de hand van onderwerpen die in een algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd. Ook dit is een verruiming ten opzichte van de huidige wet.

De mogelijkheden voor de verstrekking van persoonsgegevens door de politie aan derden worden eveneens verruimd, bijvoorbeeld aan instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, zoals hulpverleningsinstellingen.

Maar ook aan woningbouwverenigingen en winkeliers als dit bijvoorbeeld in het kader van een samenwerkingsverband bij de aanpak van criminaliteit nodig is. De nieuwe regeling maakt verstrekking mogelijk als sprake is van een zwaarwegend algemeen belang.