Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Van Dijken en Verbeet over aanpak osteoporose

Kamerstuk, 27-6-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2689790

27 juni 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op kamervragen van de Kamerleden Van Dijken en Verbeet over aanpak osteoporose. (2050614280)

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht "Groningse aanpak van osteoporose in UMCG blijkt succesvol"? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Wat vindt u van de vaststelling van chirurg H., dat het opzetten van speciale osteoporosepoli's een doeltreffend middel is om osteoporose te bestrijden en het risico op botbreuken aanzienlijk te verminderen?

Antworrd 2
Ik acht het goed mogelijk dat osteoporosepoli's doeltreffend zijn in het bestrijden van osteoporose en het verminderen van het risico op botbreuken.

Vraag 3
Is het waar dat op dit moment nog slechts 37 ziekenhuizen een poli hebben naar "Gronings model"?

Antwoord 3
Ik beschik niet over voldoende gegevens om dit te kunnen bevestigen. Daarnaast kan zorg aan osteoporosepatiënten ook op andere wijze dan het "Gronings model" plaatsvinden.

Vraag 4
Op welke wijze hebt u de uitbreiding van speciale osteoporosepoli's de afgelopen jaren gestimuleerd?

Antwoord 4
Ik heb geen actieve rol gespeeld in de ontwikkeling van osteoporosepoli's. Ik ben van mening dat het aan zorgaanbieders en verzekeraar is om initiatieven te ontwikkelen. Ik constateer dat preventie een belangrijk deel uitmaakt van de aanpak van osteoporose. Het ligt dan ook voor de hand dat in osteoporosepoli's aandacht wordt besteed aan de eigen verantwoordelijkheid van patiënten om op een goede manier met de aandoening om te gaan. Belangrijk is dat het aanbod aan patiënten ook voorziet in goede voedingadviezen en begeleiding en aansluit bij lokale bewegingsprogramma's. Daarbij is het in principe niet van belang hoe en waar dit zorgaanbod wordt georganiseerd.

Vraag 5
Kunt u aangeven wat de effecten zijn van een uitbreiding van speciale osteoporosepoli's voor de ziektelast van osteoporosepatiënten? Wijkt u daarbij af van de uitkomsten van het onderzoek?

Antwoord 5
Mijn beleid is er niet specifiek op gericht om de behandeling van osteoporose te concentreren in de 2e lijns medisch-specialistische zorg. In dat opzicht wijkt mijn beleid zeker af van een streven om in bijna ieder ziekenhuis een osteoporose polikliniek in te richten. Uiteraard dienen alle ziekenhuizen in staat te zijn tot adequate zorgverlening aan hoog-risico osteoporosepatiënten, maar de inrichting van speciale osteoporosepoli's is daarvoor geen voorwaarde. Wanneer zeer specialistische diagnostische kennis nodig is en dit van fundamentele invloed is op de te kiezen behandelingen, is concentratie van kennis en deskundigheid in ziekenhuizen nuttig.

Vraag 6
Kunt u aangeven wat de financiële effecten zijn van een uitbreiding naar alle ziekenhuizen van speciale osteoporosepoli's? Welke preventiegelden zouden daarbij naar uw mening moeten kunnen worden ingezet?

Antwoord 6
Indien verschuiving van een behandeling vanuit de eerstelijn naar de tweedelijn gepaard gaat met een toename van kosten zonder dat daar aantoonbare kwaliteitswinst wordt behaald, ben ik daar geen voorstander van. In dat geval heeft het overhevelen van middelen bestemd voor preventie van osteoporose niet mijn prioriteit. Naast goede behandeling waarin aandacht voor gedrag en eigenverantwoordelijkheid van de patiënt, vind ik het belangrijk dat osteoporose zoveel mogelijk moet worden voorkomen of uitgesteld. Vandaar mijn inspanningen voor de primaire preventie, waarbij het gaat om determinanten als voeding (vitamine d), stoppen met roken, meer lichaamsbeweging bij jongeren (hogere piekbotmassa), valpreventie bij ouderen en terugdringen van slaapmiddelgebruik.

Vraag 7
Bent u bereid een snelle uitbreiding van speciale osteoporosepoli's te stimuleren?

Antwoord 7
Ik zie daartoe op dit moment geen aanleiding, zie mijn antwoord op vraag 5.

1) http://www.gic.nl/verlengdbericht.asp?katern=16&ali=28403 en Dagblad van het Noorden d.d. 24 mei jl.