27 jun 2006
Onderdeel: LEI
Vanaf 2006 ontvangen agrarische ondernemers Europese
bedrijfstoeslagen, op basis van hun productie in de afgelopen jaren.
Dit stelsel wordt de komende jaren verder uitgebouwd met toeslagen
voor melk en suiker. In 2010 gaat het naar verwachting om een
totaalbedrag van 850 miljoen euro. Wanneer de verdeling op basis van
historische productiecijfers zou worden vervangen door een gelijk
bedrag per hectare voor alle bedrijven (de zogenaamde flat rate), zou
dat waarschijnlijk het einde betekenen voor 2.600 bedrijven, vooral in
de melkveehouderij. Daartegenover zouden zo'n 1.100 bedrijven waarvan
het bestaan nu in gevaar is, kunnen overleven door invoering van een
flat rate. Dat blijkt uit een studie van het LEI, die vandaag wordt
gepresenteerd op een discussiebijeenkomst van de Raad voor het
Landelijk Gebied.
Uitgaande van de in 2003 bestaande aantallen en typen bedrijven, zal
de uiteindelijke toeslag volgens het huidige systeem gemiddeld ruim
9.000 euro per bedrijf bedragen; dat komt overeen met ruim 400 euro
per hectare. Dat gemiddelde zegt echter niet zoveel:
glastuinbouwbedrijven ontvangen geen toeslagen, maar in de
vleeskalverhouderij ontvangen de bedrijven gemiddeld meer dan 30.000
euro. Voor de grootste sector, de melkveehouderij met bijna 23.000
bedrijven, gaat het om een toeslag van bijna 20.000 euro per bedrijf.
De toeslagen gaan daarmee bijna 50% uitmaken van het gezinsinkomen uit
bedrijf in de melkveehouderij. In de akkerbouw geldt ongeveer
hetzelfde percentage. Voor de vleeskalverhouders komen de toeslagen
overeen met 100% van het gezinsinkomen uit bedrijf.
Als voor het toeslagensysteem zou worden overgestapt van een verdeling
op basis van historische verhoudingen naar een verdeling op basis van
hectaren, zou dat vooral negatieve gevolgen hebben voor de
vleeskalveren- en melkveebedrijven. De meeste akkerbouwbedrijven
zouden gebaat zijn bij zo'n flat-rate-systeem, maar dat geldt niet
voor bedrijven met veel zetmeelaardappelen in het bouwplan. Per saldo
zou invoering van een flat rate weliswaar leiden tot een vermindering
van het totaal aantal bedrijven, maar de dynamiek van de sector zou er
door toenemen. Waarschijnlijk kan een flat rate ook op meer
maatschappelijke acceptatie rekenen en biedt zij betere kansen voor
verbreding van de landbouw. Overschakeling op het systeem gelijke
bedragen per hectare zou wel tot een andere verdeling van de toeslagen
over de regio's leiden. De Noordelijk Bouwstreek, de IJsselmeerpolders
en Zuidwest-Nederland zouden profiteren van zo'n verandering; het
Oostelijk en centraal weidegebied zou er de meeste nadelen van
ondervinden.
Rapport 6.06.10: Betekenis van subsidies voor de continuïteit van
landbouwbedrijven
Contact
Kees de Bont
070 3358161
cees.debont@wur.nl
Wageningen Universiteit