Industriemonitor
Dinsdag 27 juni 2006 14:00
Industriebeeld: Ondernemers industrie optimistischer
Het optimisme onder de ondernemers is in juni toegenomen. Het
producentenvertrouwen kwam uit op 6,4. Dit is de hoogste stand sinds
november 2000. In mei viel het vertrouwen nog terug, maar deze daling
is in juni weer geheel ongedaan gemaakt. De ondernemers zijn
positiever over de toekomstige productie, de orderpositie en de
grootte van de voorraad gereed product. Ook verwachten de ondernemers
geen daling meer van de werkgelegenheid.
De industrie heeft in april 5 procent meer omgezet dan in april 2005.
Al twee jaar lang is de omzet hoger dan in de overeenkomstige maand
een jaar eerder. De hogere omzet is het gevolg van hogere
afzetprijzen.
De Nederlandse industrie produceerde in april, gecorrigeerd voor
verschillen in werkdagpatroon, 0,4 procent meer dan in april 2005.
Na drie kwartalen van stilstand, is in de industrie het volume van de
bruto toegevoegde waarde in het eerste kwartaal van 2006 met
1,5 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder.
Industrie over de hele linie positiever
Het producentenvertrouwen in de industrie is een stemmingsindicator
voor de industrie. Vooral de producenten van investeringsgoederen en
van consumptiegoederen zijn positiever over hun toekomstige productie.
De tevredenheid de orderpositie is het meest gestegen onder de
producenten van halffabrikaten. De orderportefeuille van de
Nederlandse industrie is sinds 1993 niet meer zo groot geweest. Het
aantal ondernemers dat de voorraad gereed product te groot vindt, is
afgenomen. Het aantal ondernemers dat de voorraden te klein vindt, is
juist toegenomen.
Geen daling van werkgelegenheid verwacht
Het aantal ondernemers dat in juni de komende drie maanden de
werkgelegenheid wil verminderen is nagenoeg even groot als de groep
ondernemers die de werkgelegenheid wil uitbreiden. Daarmee lijkt een
einde te zijn gekomen aan de daling van de werkgelegenheid in de
industrie.
In de maanden juli tot en met september verwacht 15 procent van de
ondernemers de verkoopprijzen te verhogen terwijl nog maar 3 procent
lagere prijzen verwacht.
Stabilisatie van de werkgelegenheid verwacht
De ondernemers verwachten nog geen uitbreiding van de werkgelegenheid.
Ongeveer 13 procent wil het aantal personeelsleden verminderen,
terwijl 9 procent verwacht de personeelsomvang de komende drie maanden
uit te breiden.
Omzet hoger door afzetprijzen
De omzet is vooral positief beïnvloed door de afzetprijzen. Die waren
gemiddeld ruim 6 procent hoger dan in april 2005. De hogere
afzetprijzen zijn vooral het gevolg van forse prijsstijgingen in de
aardolie-, chemische en rubberindustrie. Verder telde april in 2006
twee werkdagen minder dan in 2005. Dit had een negatief effect op de
omzetontwikkeling.
Productie iets hoger
In de chemie en de voedings- en genotmiddelenindustrie is in april
meer geproduceerd dan in dezelfde maand een jaar eerder. De
textielindustrie, de papier- en grafische industrie, de metaal en de
hout- en bouwmaterialenindustrie produceerden daarentegen minder.
Weer groei in de industrie
In het eerste kwartaal van 2006 was het volume van de bruto
toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie 1,5 procent groter
dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2005. Over geheel 2005
lag het volume van de bruto toegevoegde waarde 0,5 procent onder dat
van 2004.
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2006 gegroeid.
Het Bruto Binnenlands Product was 2,9 procent (BBP) hoger dan een jaar
eerder. Dit is de hoogste groei in ruim vijf jaar. Aan de groei van
het BBP is vooral bijgedragen door de uitvoer en de consumptie van
huishoudens. Ook de investeringen trokken aan. Over geheel 2005
groeide het BBP met 1,1 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Productiegroei en producentenvertrouwen
CBS