Gemeente Alphen aan den Rijn


College oneens met conclusies Rekenkamercommissie

(27 juni 2006) Het college van Burgemeester en Wethouders van Alphen aan den Rijn staat niet achter de conclusies van de rekenkamercommissie over de Actie 10 miljoen. Zowel over de manier waarop is beoordeeld, als veel van de conclusies over de bereikte resultaten, verschillen college en commissie van opvatting. De rekenkamer laat de resultaten van de Actie 10 miljoen nagenoeg buiten beschouwing. Het college hecht daar juist waarde aan, meer dan aan de participatieve evaluatie van dit eenmalige project. Uiteindelijk is meer dan negentig procent van de projecten uitgevoerd.

Centraal in de reactie van het college staat de interpretatie over het doel van de Actie en de mate van participatie. De rekenkamercommissie betitelt de Actie 10 miljoen als een vehikel voor burgerparticipatie. De actie is echter niet zo opgezet, schrijft het college. De opzet was om eenmalige leuke dingen te realiseren voor de stad. Daarbij is wel gebruik gemaakt van nieuwe inzichten om burgers meer te betrekken, maar dat is geen doel op zich geweest. De rekenkamercommissie heeft dus ten onrechte de Actie 10 miljoen beoordeeld op doelmatigheid en doeltreffendheid van die participatie.

Het college wijst erop dat gedurende het project diverse malen is bekeken hoe het met de actie ging. Zo werd in oktober 2003 een sterktezwakteanalyse gemaakt voor de herstart van de Actie. De Actie 10 miljoen is in oktober 2005 officieel beëindigd. Toen bleek dat bijna driekwart van de projecten was afgerond. De overige waren in afrondende fase. Slechts twee van de oorspronkelijke 27 (deel)voorstellen zijn niet doorgegaan: Central Park en de Muziektent. De eindrapportage was toen geen aanleiding voor de raad om vragen of opmerkingen te maken.

De aanbevelingen die de Rekenkamercommissie doet over participatieprocessen, zijn voor een belangrijk deel reeds verwerkt in de in 2005 vastgestelde participatienota Heldere verwachtingen bij inspraak en participatie. Het college is blij dat de rekenkamercommissie dit bevestigt.