Motie Schippers over pgb - Zorgverzekeringswet (Zvw)
Kamerstuk, 27-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/VU-2695102
27 juni 2006
Tijdens het VAO over de pakketmaatregelen Zorgverzekeringswet van 21
juni 2006 is door het Kamerlid mevrouw Schippers een motie ingediend
waarin de regering wordt verzocht om naast onderdelen van de
geestelijke gezondheidszorg (ggz) ook onderdelen van andere vormen van
chronische zorg onderdeel te laten uitmaken van het experiment
persoonsgebonden budget in de Zorgverzekeringswet (pgb-Zvw). Verder
wordt in de motie de mening uitgesproken dat er een overgangsregeling
moet zijn in het kader van het experiment pgb-Zvw, waarin bestaande
overeenkomsten van budgethouders met aanbieders wordt gerespecteerd.
Tijdens het VAO heb ik al meegedeeld dat het ontwerpbesluit reeds de
bedoelde overgangsbepaling bevat. Dit ontwerpbesluit is op 2 juni 2006
voor de wijzigingen van het Besluit zorgverzekering op grond van
artikel 11 van de Zorgverzekeringswet aan beide Kamers der
Staten-Generaal overgelegd (artikel I, onderdeel A). De
overgangsbepaling betreft artikel II van het ontwerpbesluit. Verder
heb ik meegedeeld dat ik vóór de stemming over de motie schriftelijk
zal reageren waarom ik niet andere vormen van zorg heb aangewezen. Met
deze brief voldoe ik aan die toezegging.
Over het experiment heb ik overlegd met Per Saldo en met
Zorgverzekeraars Nederland. In dat overleg is een idee van mijn kant
aan de orde geweest om een experiment voor zorg ingeval van diabetes,
geleidehonden en thuisdialyse mogelijk te maken. Ook is over dit
voorstel contact geweest met het secretariaat van het CVZ.
Op basis van deze consultatie ben ik tot de conclusie gekomen dat een
pgb voor deze zorgvormen nog niet verantwoord zou zijn, omdat
onderdelen van deze zorgvormen nog te veel in elkaar overlopen, dan
wel geen zin zou hebben, omdat er geen keuzemogelijkheden zijn voor de
verzekerde en de toegevoegde waarde voor de verzekerde ontbreekt. Bij
al deze zorgvormen heeft een pgb geen toegevoegde waarde boven de
mogelijkheid van restitutie die de Zvw al biedt. Ook een voorschot op
restitutie is op grond van de Zvw al mogelijk.
Een pgb voor diabeteszorg is niet mogelijk omdat er nu een keten
DBC-diabetes wordt ontwikkeld. In dit verband wordt binnenkort gestart
met een experiment (Zon-Mw) over een adequate organisatie van
diabeteszorg en worden ervaringen opgedaan met een nieuw proces van
zorginkoop en -levering via een keten-DBC. De keten-DBC wordt
ontwikkeld om te komen tot een samenhangende financiering van zorg die
door zorginhoudelijk deskundige personen moet worden geleverd en
waarbij er één persoon of instelling verantwoordelijk is voor de hele
keten. Hierbij is er geen keuzevrijheid voor verzekerden. Een pgb is
dus voor deze zorg niet geschikt.
Met een pgb voor een geleidehond kan een verzekerde geen hond inkopen.
De verzekerde ontvangt immers het pgb in termijnen. Met het betalen
van een beperkt termijnbedrag aan een school, zal zo'n school geen
hond willen gaan opleiden. Een school heeft meer zekerheid nodig. Dat
zal een zorgverzekeraar wel kunnen bieden, maar een individuele
verzekerde niet.
Er is in feite wel al een pgb voor de gebruikskosten van een
geleidehond geregeld. Deze kosten zijn namelijk al als zodanig als
voorschot geregeld. Een pgb voor het kopen van een geleidehond heeft
geen meerwaarde. Het kan niet zo zijn dat een verzekerde een
willekeurige hond gaat inkopen en door iemand laat opleiden, niet
zijnde een school voor geleidehonden om vervolgens deze hond te
gebruiken. Het opleiden door een aangewezen school is de enige optie
voor een verzekerde. Er is dus geen toegevoegde waarde nu de
verzekerde geen keuzemogelijkheid heeft. Ook voor het overige zie ik
geen toegevoegde waarde nu zorgverzekeraars en scholen in de
declaratiesystematiek voorschotregelingen kunnen afspreken. Het lijkt
dan meer te gaan om een lump sump-bedrag voor de verzekerde. Een
zorgverzekeraar kan veel beter voor dit onderdeel een
restitutiemogelijkheid invoeren.
Thuisdialyse omvat de opleiding door het dialysecentrum van degene die
de dialyse zullen uitvoeren dan wel degene die daarbij behulpzaam zal
zijn, het beschikbaar stellen en de bruikleen van de
dialyseapparatuur, de chemicaliën, de vloeistoffen, controle
apparatuur, enzovoorts alsmede de noodzakelijke deskundige assistentie
door het centrum bij de dialyse. Deze kosten zijn begrepen in de
vergoeding die het dialysecentrum op basis van de Wet tarieven
gezondheidszorg ontvangt. Het is op dit moment niet mogelijk om
onderdelen hiervan apart te vergoeden. Een pgb voor thuisdialyse heeft
geen meerwaarde boven restitutie omdat de aanbieder alleen maar het
dialysecentrum kan zijn.
Tot slot heb ik nog overwogen of een pgb voor een of meer hulpmiddelen
een optie zou zijn. Op dat terrein van zorg is al onder de
Ziekenfondswet een experiment uitgevoerd. Daar bleek dat een pgb geen
meerwaarde heeft boven een restitutiesysteem. Bij de Zvw bestaat
bovendien de mogelijkheid om een voorschot op de restitutie te
krijgen.
Juist bij hulpmiddelen is gebleken dat zorgverzekeraars bij uitstek in
staat zijn deze doelmatig in te kopen.
Alles afwegende heb ik er daarom voor gekozen het experiment beperkt
te houden tot de ggz. Daarbij merk ik op dat de formulering zodanig is
dat alle ggz-zorg zonder verblijf onder
het experiment valt. Daarmee is het ruimer dan onder de AWBZ, omdat
een pgb voor behandeling onder de AWBZ niet mogelijk is.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport