|PersberichtAllochtonen en kanker: meer dan een taalbarrière
Amsterdam, 26 juni 2006 - Bij het leveren van 'zorg op maat' aan allochtone patiënten met kanker is aandacht voor sociale en culturele aspecten van de ziektebeleving van groot belang. Zo blijkt uit het rapport 'Allochtonen en Kanker' van KWF Kankerbestrijding dat vandaag is verschenen. Door de steeds sterkere verzakelijking van de zorg dreigt deze aandacht in de verdrukking te komen.
De meest voor de hand liggende factor die in de weg kan staan bij de communicatie tussen behandelaar en allochtone patiënt, is de taal. Maar ook hebben allochtonen vaak een cultuureigen interpretatie van ernstige ziekten. De uitleg over wat kanker inhoudt, hoe levensbedreigend de ziekte kan zijn en wat het doel en de mogelijkheden van de behandeling zijn, komt daardoor niet altijd goed over. Daarnaast blijkt uit het rapport dat het hebben van kanker vaak moeilijk bespreekbaar is in de familie en naaste omgeving van de allochtone patiënt wat kan leiden tot het verzwijgen van de ziekte voor de omgeving of tot het vermijden van de noodzakelijke medische behandelingen.
Het aandeel van kanker als doodsoorzaak bij allochtonen ligt gemiddeld de helft lager vergeleken met autochtonen. Allochtonen, met name oudere migranten uit de eerste generatie, zijn meer gevrijwaard gebleven voor de negatieve effecten van een 'westerse' leefstijl (roken, slechtere voedingsgewoonten en een hogere consumptie van alcohol). Het percentage van allochtonen onder mensen met kanker zal in de toekomst toenemen. Deze stijging is het gevolg van de vergrijzing van de eerste generatie allochtonen en van het feit dat allochtonen op jongere leeftijd naar Nederland zijn gekomen en langer zijn blootgesteld aan de westerse levenstijl. In de grote steden waar veel allochtonen wonen, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zullen de percentages stijgen van 6% in 2005 naar 11% in 2015 tot ruim 20% in 2030.
Om hulpverleners te ondersteunen in 'zorg op maat' aan allochtonen zijn richtlijnen en adviezen nodig over bejegening en vaardigheden in het omgaan met culturele diversiteit. Bij voorlichting aan allochtonen moet meer rekening worden gehouden met het uitgangsniveau van kennis over het menselijk lichaam en ziekteinzicht. Het rapport benadrukt dat een goede communicatie gebaat is bij inlevingsvermogen in de opvattingen over ziekte en gezondheid 'aan beide kanten van de toonbank'. Het rapport benadrukt weer eens de behoefte aan meer (allochtone) intermediairs die optreden als tolk, contact- en vertrouwenspersoon (voor wederzijds begrip). Voorlichting kan zich ook richten op het belang van het in stand houden van (onderdelen van) de allochtone niet-westerse leefstijl die het risico op kanker voor hen beperken.
Het Rapport 'Allochtonen en kanker; Sociaal-culturele en epidemiologische aspecten' is opgesteld door de werkgroep 'Allochtonen & Kanker' , onder voorzitterschap van prof. dr. Harry Nijhuis. De werkgroep maakt onderdeel uit van de Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding.
Ingezonden persbericht