Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Huizinga-Heringa, Ferrier, Tjon-A-Ten en Ko?er Kaya over Haïti. Deze vragen werden ingezonden op 19 mei 2006 met kenmerk 2050613570.

De Minister De Minister

van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Ferrier (CDA), Tjon-A-Ten (PvdA) en Ko?er Kaya (D66) over Haïti.

Vraag 1
Kunt u een verslag geven van het verloop van de presidentsverkiezingen in Haïti begin dit jaar? Wat zijn de beleidsprioriteiten van de nieuw gekozen president?

Antwoord
Internationale verkiezingswaarnemers zijn van mening dat de verkiezingen over het algemeen goed zijn verlopen en uiten hun waardering over het relatief vreedzame verloop ervan. Zij menen bovendien dat de geconstateerde onregelmatigheden niet van invloed zijn geweest op de uitslag. Bijna 80% van de 3,5 miljoen geregistreerde kiezers heeft zijn of haar stem uitgebracht.

President Préval streeft naar hechtere relaties met de Latijns-Amerikaanse en de Caribische regio. In de periode voorafgaand aan zijn inauguratie heeft Préval al diverse bezoeken in de regio afgelegd. Ook bezocht hij de Verenigde Staten. Voorts maakte Préval bekend dat stabiliteit in het land, alsmede het bevorderen van private investeringen en werkgelegenheid, voor hem prioritair zijn.

Op 7 juni 2006 is het nieuwe kabinet aangetreden, onder leiding van premier Jacques Édouard Alexis. Bij zijn aantreden heeft Alexis aangegeven dat een goed functionerende rechtsstaat voor hem centraal staat. Bovendien zal op korte termijn een sociaal programma van start gaan ten behoeve van de minstbedeelden in de samenleving ('Programme d'Apaisement Social').

Vraag 2
Zijn er ontwikkelingen in positieve zin te melden in de veiligheidssituatie op Haïti? Zo ja, welke invloed heeft dit op de mogelijkheden voor de ontwikkeling van dit land?

Antwoord
Stabiliteit is een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling. De veiligheidssituatie op Haïti is de afgelopen maanden verbeterd, ook in de relatief onveilige sloppenwijken, mede dankzij de VN-stabilisatiemacht MINUSTAH. Het mandaat van MINUSTAH is laatstelijk verlengd tot medio augustus 2006. Illustratief voor de betere veiligheidssituatie is de vermindering van het aantal ontvoeringen.

Vraag 3
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het Cadre de Coopération Intérimaire (CCI), het samenwerkingskader met Haïti? Op welke terreinen wordt vooruitgang geboekt en op welke niet? Is aanvullende actie nodig? Aan welke actoren denkt u dan? Welke rolverdeling is het meest gepast?

Antwoord
Door de verzamelde donoren is inmiddels een bedrag van ruim E 900 miljoen gecommitteerd ten behoeve van het CCI. De implementatie verloopt volgens plan, behoudens ontwapening en hervorming van de politie (zie ook het antwoord op vraag 4). Met de nieuwe regering zal overleg plaatsvinden over de prioriteiten van de regering in relatie tot het CCI. Daaruit volgen mogelijk nieuwe aandachtspunten en partnerschappen (Joint Communiqué from High-Level International meeting on Haiti, Brasil, 23 May 2006).

Vraag 4
Is het waar dat alle internationale inspanningen op het gebied van opbouw van de rechtstaat in Haïti niet hebben geleid tot een vermindering van de wetteloosheid en straffeloosheid? Wat zijn de redenen hiervoor? Ziet u mogelijkheden om met de kennis en ervaring die Nederland heeft op het gebied van opbouw en versterking van de rechtstaat, in Haïti een effectieve bijdrage te leveren, ondanks dat Haïti niet tot de partnerlanden behoort? Zo ja, langs welke weg, en op welke manier?

Antwoord
Hoewel de veiligheidssituatie enigszins is verbeterd, is er onder de interim-regering van Boniface Alexandre helaas weinig structurele vooruitgang geboekt ter verbetering van de rechtsstaat in Haïti. De hervorming van het justititeel systeem heeft voor de nieuwe regering dan ook hoge prioriteit. Dat is overigens een proces dat jaren in beslag zal nemen, vanwege onder meer selectie, training en opleiding van (nieuw) kader in de sectoren justitie en politie.

Het ontbreekt binnen de internationale gemeenschap niet aan landen en organisaties die actief zijn bij de wederopbouw van Haïti. Enkele voorbeelden zijn Canada, Frankrijk, de Verenigde Staten, diverse Latijns-Amerikaanse landen, de Europese Commissie, de Wereldbank en de Verenigde Naties. Een bilaterale rol van Nederland in de wederopbouw van Haïti ligt dan ook niet voor de hand, temeer daar Haïti niet behoort tot de Nederlandse partnerlanden, zoals ook uiteengezet in mijn antwoord op vragen van de leden Koenders en Tjon-A-Ten van 3 oktober 2005 (2005-2006, nr. 83) en van 3 augustus 2005 (2004-2005, nr. 2106).

Voor niet-partnerlanden als Haïti is er de mogelijkheid om te putten uit de strategische faciliteit voor mensenrechten en goed bestuur. Uit dien hoofde is Nederland in Haïti betrokken bij een project ter vergroting van de kennis van mensenrechten bij Haïtiaanse ambtenaren.

Vraag 5
Welke mogelijkheden heeft de Europese Unie om de effectiviteit van haar inzet voor de ontwikkeling van Haïti te vergroten, gelet op de nog steeds zeer slechte humanitaire situatie aldaar? Speelt Nederland een actieve rol in EU-verband om de Europese inzet voor Haïti te verbeteren? In hoeverre onderneemt de EU pogingen om ontwikkelingsprojecten in Haïti meer in samenspraak met Haïtiaanse organisaties tot stand te brengen?

Antwoord
Zoals u bekend is de Europese Unie één van de grootste financiers in de internationale ontwikkelingssamenwerking met Haïti. De Europese Commissie heeft onlangs 20 miljoen euro aan Haïti toegezegd voor drie ontwikkelingsprogramma's, mede ten behoeve van de in 2004 zwaar door overstromingen getroffen noordelijke stad Gonaïves.

Mede met het oog op de effectiviteit van haar inzet streeft de Europese Unie naar continuïteit in de ontwikkelingsrelatie met Haïti. In oktober 2005 besloot de Europese Raad de samenwerking met Haiti te hervatten en in totaal E72 miljoen uit het negende Europees Ontwikkelingsfonds (9e EOF) voor wederopbouw beschikbaar te stellen. In het kader van het 10e EOF heeft de Commissie op de donorconferentie van oktober 2005 in Brussel reeds een bedrag van 10 miljoen euro toegezegd in de vorm van budgetsteun, vooruitlopend op de verdere besprekingen tussen Haïti en de Commissie over het nationale programma voor 2008-2013, gefinancierd uit het 10e EOF. Hieruit zullen additionele middelen beschikbaar komen.

Het Haïtiaanse maatschappelijk middenveld is betrokken bij het CCI. Dat geschiedt op basis van sectorale overleggen waarin overheid, maatschappelijk middenveld en donoren naar tevredenheid participeren.

De betrokkenheid van de landen van de Europese Unie bij de duurzame ontwikkeling van de landen van Latijns-Amerika en de Caraïben, waaronder Haïti, is een serieuze. Daartoe is geen extra inzet van Nederland benodigd. Zie ook antwoord op vraag 4.


---- --