Federale regering Belgie
Toespraak Premier eerstesteenlegging Oleon
(2006-06-26)
Persdienst Eerste Minister
Toespraak Premier eerstesteenlegging Oleon
Maandag 26 juni
Ertvelde
Dames en heren,
De geschiedenis van Oleon is bijna even oud als de Belgische staat. Al
in 1835 was de voorganger van deze onderneming een van de eerste
bedrijven ter wereld dat vanuit natuurlijke vetten industriële
producten vervaardigde. De pioniersrol van Oleon is niet alleen 170
jaar oud. Ze heeft dit bedrijf ook gemaakt tot de derde grootste
oleochemische groep van Europa. Bovendien is de voortrekkersrol
blijkbaar ingebakken in de bedrijfscultuur. Want tot op vandaag werkt
Oleon op de grenzen van vernieuwing en innovatie. Van het bewijs
daarvan leggen we vandaag de eerste steen.
De fabriek hier in Ertvelde zal immers de eerste operationele
biodieselfabriek van ons land zijn. Hiermee speelt Oleon zonder
aarzelen in op de mogelijkheden die door de biobranstoffenwet worden
gecreëerd. Deze wet schept de voorwaarden waaronder een deel van de
diesel, met name 5,75%, kan worden vervangen door biodiesel. Deze
belangrijke wetgeving is echter redelijk technisch en heeft nauwelijks
enige aandacht gekregen in de media. Dit is eigenlijk bijzonder
spijtig. Want de discussie rond de biodiesel situeert zich in feite in
het hart van het huidige geo-politieke en economische debat.
Er zijn vandaag in het internationale debat drie hete hangijzers en
dat zijn milieu, energie en terrorisme. Ik geef toe dat biodiesel
niets met terrorisme te maken heeft. Maar met milieu en energie des te
meer. Eerst en vooral milieu. We hebben in Kyoto allemaal plechtig
beloofd om de CO2 uitstoot drastisch te verminderen. We hebben met de
federale regering beslist om in de uitvoering van Kyoto een
voortrekkersrol te spelen en een heel aantal maatregelen te nemen.
Daartoe werd op de zogenaamde superministerraad in Oostende van maart
2004 een heel pakket goedgekeurd. Een van de kernmaatregelen van dit
pakket was het milieuvriendelijker maken van het wagengebruik. Want
zoals u weet is de uitstoot van auto's een van de grootste
boosdoeners. We hebben voor wat betreft de auto gekozen voor een
dubbele strategie. Een de ene kant promoten we door een
belastingsverlaging de cleancar's of met andere woorden de hybride
auto's die deels op brandstof deels op elektriciteit rijden. En aan de
andere kant promoten we de biodiesel eveneens door een
belastingsverlaging. De combinatie van beide maatregelen brengt ons
land in elk geval een grote stap dichter bij de doelstellingen van
Kyoto.
De cruciale rol van de biodiesel in het energiedebat is misschien
recenter van aard, maar daarom niet minder belangrijk. Dat heeft de
prijsstijging van olie vorig jaar plots heel duidelijk gemaakt. Vooral
omdat de prijsstijging niets te maken had met een beperking van het
aanbod dat is immers tijdelijk maar wel met een verhoging van de
vraag, namelijk van China, en dat is blijvend. Onze energiefacturen
worden dus duurder zonder dat we er iets aan kunnen doen. Daarbij komt
nog dat onze olie en gas afkomstig is van landen die niet steeds even
stabiel zijn. In nog geen jaar tijd is het voor iedereen duidelijk
geworden dat voor onze energie bijzonder afhankelijk zijn van landen
en gebeurtenissen waarop we geen vat hebben. En ook hier biedt opnieuw
biodiesel een deel van de oplossing. Want biodiesel wordt gemaakt van
koolzaad dat grotendeels verbouwd wordt door onze landbouwers op ons
grondgebied. Wanneer we dus toelaten dat 5,75% van onze diesel aan de
pomp biodiesel is, dan zijn we voor onze energie 5,75% minder
afhankelijk. Bovendien betalen wij de biodiesel aan onze eigen
landbouwers en onze eigen industrie wat voor onze handelsbalans een
uitstekende zaak is.
Het grote belang van de biobrandstoffen op milieu en energievlak toont
aan dat de weg die we vandaag voorzichtig inslaan, zonder twijfel de
weg van de toekomst is. En ook hier is opnieuw innovatie de boodschap.
Gezien koolzaadolie van eigen bodem wellicht niet meer dan 10% van de
diesel zal kunnen vervangen, zullen we moeten zoeken naar andere
alternatieven. Er ligt dus nog een enorm potentieel voor onderzoek
open. Onderzoek dat we met de regering stimuleren. Er bestaat intussen
een vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing van 25 tot zelfs 65% voor
diverse categorieën van onderzoekers, wetenschappers en ingenieurs.
Het zijn allemaal elementen die, denk ik, aantonen dat de regering
zeer bewust innovatie op het vlak van milieu en energie bijzonder
ernstig neemt. Het zijn bovendien elementen waarop de wij de komende
maanden en jaren meer en meer zullen voortbouwen.
Dames en heren,
De Wet op de Biobrandstoffen is anderhalve week terug in het
staatsblad verschenen. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan
het lastenboek dat deze zomer gepubliceerd zal worden in het Europees
Publicatieblad. Het is de bedoeling dat we eind september de quota
voor de biodiesel zullen toewijzen. En als alles volgens plan verloopt
zal begin januari de eerste biodiesel uit deze fabriek klaar zijn voor
de markt.
België en Oleon hebben een even lange geschiedenis achter de rug. Een
geschiedenis waarin de voortrekkersrol belangrijk was. Ik denk dat de
eerste steen die we vandaag samen leggen het symbool is van het feit
dat zowel België als Oleon ook een mooie toekomst voor de boeg hebben.