LTO Noord
Einde van ruim 30 jaar melkquotering komt in zicht
Melkveehouders hebben belang bij
geleidelijkheid én duidelijkheid
Het eind van de melkquotering is in zicht: alles wijst er op dat de
productiebheersing na 31 maart 2015 niet meer bestaat. Er valt tussen
nu en 2015 nog een flinke periode te overbruggen en LTO Nederland, met
een landelijke commissie van portefeuillehouders zuivelbeleid, denkt
na over waarmee de Nederlandse melkveehouderij in de tussentijd het
beste is gediend.
Het gaat allereerst om duidelijkheid over de beëindiging van
melkquotering en vervolgens om een geleidelijke overgang van quotering
naar vrije productie. Voorop staat dat zowel stoppers als blijvers
tijd krijgen zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Het
toekomstperspectief van de melkveehouderij en de zuivelsector hebben
hierbij voor LTO de hoogste prioriteit.
Veel hangt af van de uitkomsten van de zeer moeizaam lopende
WTO-onderhandelingen over een vrijer handelsverkeer. Volgens plan
dienen eind deze maand in Genève knopen doorgehakt te worden. Als het
huidige EU-aanbod in de onderhandelingen wordt geaccepteerd, zullen de
importtarieven met de helft dalen en de exportsubsidies in 2013 geheel
verdwenen zijn (in 2010 al 80 procent!).
Als Europa in het WTO-overleg nog meer toegeeft, bestaat de kans dat
de importtarieven nog meer gaan dalen. Bovendien zullen er eisen
gesteld worden aan de mate waarin bedrijfstoeslagen zijn âontkoppeldâ:
zo lang een relatie blijft met productie, kan dit leiden tot klachten
bij de WTO. Dit is precies de reden waarom bijvoorbeeld de VS twee
jaar geleden een WTO-geschil met Brazilië over katoensteun verloor.
Lagere interventieprijzen
Veel hangt ook af van hoe het politieke debat in Europa over het
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een vervolg krijgt. Een nieuwe
evaluatie van het GLB staat op de kalender in 2008/2009. Er zal
ongetwijfeld opnieuw worden gediscussieerd over de hoogte van de
EU-landbouwbegroting en de wijze waarop dat geld gebruikt wordt. Dit
zou voor de melkveehouderij kunnen leiden tot verdere groei van het
quotum in combinatie met een verlaging van de interventieprijzen voor
zuivel. Er is in de EU, dat is althans de politieke realietit van dit
moment, niet genoeg draagvlak om een melkquotering af te spreken voor
de periode na 2015. Dus wordt 31 maart 2015 de laatste dag van ruim
dertig jaar melkquotering.
Of de markt daarna volledig vrij wordt is nog maar de vraag. Niemand
zit te wachten op een wild-west toestand, waarin de sector volledig
âlosâ gaat. Er circuleren cijfers dat de productie met twintig tot
veertig procent of nog meer kan groeien. Aan de andere kant zal er wel
een of andere rem op de prodctue komen als gevolg van natuur- en
milieubeleid. Hoe het mestbeleid er tegen die tijd uitziet weet nog
niemand.
Het gevaar dreigt dat de EU de komende jaren besluit tot aanzienlijke
verlaging van het landbouwbudget, waarmee de bedrijfstoeslagen in het
gedrang komen. LTO zal in samenwerking met COPA-COGECA alle zeilen
moeten bijzetten om voor de periode na 2013 de bedrijfstoeslagen in de
benen te houden. Daarvoor moet steeds weer gecommuniceerd worden dat
het geld gebruikt wordt voor de bescherming van het Europese
platteland, milieu, biodiversiteit en dierwelzijn.
Wereldmarkt
Door de WTO- en EU-discussies zal de melkprijs in de EU vóór die
tijd al dalen en dichter bij de wereldmarktprijs komen te liggen. Het
is cruciaal dat de beperkingen aan de productie verdwijnen zodra het
EU-zuivelbeleid de melkveehouders geen voordeel meer biedt. Dat moment
is daar waaner de melkquotering tot het verleden behoort. Zoals het er
nu uitziet wordt het 2015, maar het kan ook nog eerder gebeuren.
Gezien de grote bedragen die Nederlandse melkveehouders in quotum
hebben geïnvesteerd, moeten zij genoeg tijd hebben om zich voor te
bereiden op de periode na 2015. Daarom moet er bij de aangekondigde
evaluatie van het EU-landbouwbeleid een duidelijke uitspraak komen van
de EU-Landbouwraad over de toekomst van de quotering.
Verhandelbaarheid
Melkveehouders die vóór 2015 willen stoppen, zullen tijdig hun
knopen moeten tellen en hun premie- en productierechten verkopen. Zij
die na 2015 door willen, moeten de ruimte krijgen om te ondernemen.
Vergroting van het quotum, internationale verhandelbaarheid en
verevening zijn hierbij - voor de periode 2009-2015 - mogelijke
instrumenten waar LTO voor wil pleiten. Bovendien wil LTO goed
individueel advies bieden voor de leden.
Het valt toe te juichen dat veehouders aan de slag gaan met de markt.
In samenwerking met hun verwerkers kunnen zij werken aan concepten om
een mogelijke meerprijs uit die markt te halen. Dat kan op basis van
toegevoegde kwaliteit en/of regionaal identiteit. LTO wil leden die
hiermee aan de slag gaan van harte ondersteunen.
Om de Vakgroep Rundveehouderij van LTO Nederland te adviseren over het
te voeren zuivelbeleid, heeft een 'portefeuillehoudersoverleg' van
leden van ZLTO, LLTB en alle rundveehouderijsecties onlangs vergaderd
over het toekomstig zuivelbeleid en mogelijke inzet door LTO. De
komende maanden zal iedere rundveehouderijsectie van LTO Noord de
afdelingsportefeuillhouders rundveehouderij uitnodigen voor overleg.
Leden aan het woord
Het resultaat daarvan wordt eind augustus door hetzelfde
portefeuillehoudersoverleg opnieuw besproken. Vervolgens komt het
onderwerp dit najaar terug in de sectoravonden rundveehouderij. Dan
zijn andermaal de leden aan het woord. LTO wil eerst op meerdere
plaatsen luisteren naar de leden-rundveehouders alvorens de vakgroep
Rundveehouderij dit najaar tot een standpunt en actieplan te komt.
Klaas Johan Osinga
Maandag 26 juni 2006