Uit het landelijk overleg...
Overleg met de minister
Op donderdag 15 juni heeft in Den Haag weer het overleg met de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
plaatsgevonden. Namens de ACP waren Gerrit van de Kamp en Esmé Rijs
aanwezig. Hieronder vindt u een kort verslag van de besproken
onderwerpen.
Voorziening tot samenwerking politie Nederland
Op 1 juli a.s. is de Voorziening tot samenwerking politie Nederland
(VTS) een feit. De VTS is een initiatief van de korpsbeheerders en de
korpschefs om te komen tot één beheersdienst voor de ICT-diensten van
de politie. In een later stadium worden naar verwachting ook andere
diensten, zoals inkoop en HRM, toegevoegd. Op dit moment zullen alleen
ISC, CIP, ITO en het NPI opgaan in de VTS. De minister van BZK heeft
daar zijn goedkeuring aan gegeven. De politiebonden hebben geen rol
als het gaat om de oprichting van de VTS. Dat is een beslissing waar
wij niet over gaan, maar wij vinden er wel iets over! Wel zijn wij
gesprekspartner wanneer het gaat om de arbeidsvoorwaardelijke en
rechtspositionele kant die onze leden raakt bij de oprichting van de
VTS.
Onzekerheid
Bij de samenvoeging van de diensten gaan alle medewerkers één op één
over. In het eerste jaar zullen er geen veranderingen plaatsvinden,
maar wat er daarna zal gebeuren is nog niet duidelijk. De
politiebonden hebben hierover hun zorg uitgesproken. Deze onzekerheid
leidt er toe dat er heel weinig draagvlak is onder het personeel van
ISC, CIP, ITO en het NPI. De ondernemingsraden van deze organisaties
én de politiebonden hebben dat meermaals aan de werkgever kenbaar
gemaakt. Onze vraag is dan ook waarom deze VTS er in zon kort
tijdsbestek moet komen.
Tijdelijke voorziening?
De VTS is een "tijdelijke voorziening". Het is de bedoeling dat de VTS
uiteindelijk een plaats krijgt in het nieuwe politiebestel, waardoor
het onder directe aansturing van de minister komt. Maar wat als dat
politiebestel er nu niet komt? Wie stuurt dan de VTS aan? Wie heeft
dan de zeggenschap? Ook dit zijn punten van zorg voor de ACP waar wij
de minister keer op keer op wijzen.
NPI
Het NPI neemt een bijzondere plaats in binnen deze discussie. Het NPI
is namelijk een stichting met een eigen directie die niet onder de
politierechtspositie valt. Er is veel contact tussen de
medezeggenschap van het NPI en de politiebonden, maar dit is alleen in
de adviserende sfeer. Vanaf het moment dat het NPI overgaat naar de
VTS (1 juli a.s.) komen zij echter ook onder de politierechtspositie
te vallen en gaan wij er als bonden wél over. Dan zullen wij ook de
belangen van het NPI personeel goed kunnen behartigen.
Bijzondere commissie
Tot 1 juli hebben alle organisaties hun eigen medezeggenschap en GO.
Op het moment van de samenvoeging zal er een bijzondere commissie VTS
worden opgericht. In die bijzondere commissie zullen bestuurders van
de landelijke politiebonden plaatsnemen. Zij hebben dan veelvuldig
overleg met het bestuur van de VTS over rechtspositionele en
arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen die alle collegas in de VTS
aangaan.
Versterking opsporingsproces / commissie Posthumus
Naar aanleiding van de Schiedammer parkmoord heeft de commissie
Posthumus de aanbeveling gedaan de recherchefunctie te versterken. Om
dit te bereiken dient 20% van de rechercheurs in Nederland HBO
opgeleid te zijn. Het is de sterke wens van de politiek dat dit ook op
korte termijn gaat gebeuren. Daarom is het onderwerp voortvarend
opgepakt: er zijn 150 opleidingsplaatsen beschikbaar voor
zij-instromers met een HBO/WO diploma op zak. De minister is tevreden
over de snelheid waarmee invulling wordt gegeven aan de aanbeveling
van Posthumus. De bonden hebben aangegeven dat enthousiasme niet
zonder meer te delen.
Kwaliteitsverbetering
De ACP heeft gezegd dat wij ervan uitgaan dat de zogeheten
kwaliteitsslag zoals die nu voor de recherche wordt geleverd, voor
meer diensten bij de politie zal gelden. De minister heeft dit beaamd.
Met name op het gebied van post-initieel onderwijs kan er nog veel
verbeteren. Zittende collegas moeten namelijk ook de kans krijgen zich
(bij) te scholen. Nu blijkt dat de plaatsen die er beschikbaar zijn
voor post-initieel onderwijs bij de Politieacademie maar voor de helft
opgevuld zijn geweest. Wij hebben de minister gewezen op het
spanningsveld wat zal ontstaan: aan de ene kant moeten zittende
recherchemensen de kans krijgen onderwijs te volgen, aan de andere
kant zal dat een zware wissel trekken op het operationele proces. Met
als gevolg dat de scholing naar de achtergrond verdwijnt omdat de
mensen onmisbaar zijn op de werkvloer. De minister heeft toegezegd dat
de beschikbare post-initiële plaatsen volledig benut zullen gaan
worden.
TIP: Wanneer u belangstelling heeft voor het volgen van een
post-initiële opleiding, meldt u zich hiervoor dan bij uw
leidinggevende. U dient dan natuurlijk wel aan het werk- en denkniveau
(t.a.v. de vooropleiding) te voldoen.
Zij-instromers
De 150 plaatsen die nu voor zij-instromers beschikbaar komen, zijn
slechts het puntje van de ijsberg. We hebben aangegeven dat deze groep
nieuwe collegas niet als pilot-groep behandeld moet worden en dat er
tijdig nagedacht moet worden over de begeleiding en
loopbaanperspectief voor deze mensen. De bonden juichen toe dat de
werving & selectie van de groep landelijk en uniform gebeurt. Wellicht
een punt van aandacht voor de minister om ook loopbaanzaken voor het
overige personeel te uniformeren?
Al met al moet er op korte termijn een brede discussie gevoerd gaan
worden over capaciteit, instroom, doorstroom, behoud en vervanging bij
de Nederlandse politie. We weten al jaren dat er binnenkort veel
collegas met pensioen zullen gaan. Hoe zijn we daar als organisatie op
voorbereid?
AVR en Profchecks
In het rapport van Posthumus en de uitwerking daarvan door de Raad van
Hoofdcommissarissen (RHC) wordt ingegaan op AVR en Profchecks. AVR
staat voor audio-visuele registratie bij het verhoor van verdachten en
getuigen. Dit leidt tot versterking van de positie van verdachten en
getuigen en daarmee tot een versterking van de rechtsstaat. Daarnaast
kan AVR bovendien bijdragen aan het (ver)sterken van de positie van
politieambtenaren wanneer die worden beschuldigd van niet-toegestane
verhoortechnieken en methoden. De ACP is van mening dat AVR daar een
toegevoegde waarde in kan betekenen, maar wijst ook op de bredere
context: het gaat hier namelijk over de grondslagen van onze
rechtsstaat en ook de politiek moet zich met dit onderwerp bezig
(gaan) houden.
De Profcheck Opsporing is een middel om de kennis van
politiemedewerkers specifiek op het terrein van recherche en opsporing
continu op niveau te houden.
De Profcheck Opsporing bestaat uit een wettenbundel, een
zelfstudiebundel en een lexicon. In principe is een Profcheck een
zelfstudietraject dat leidt tot een digitale toets. Op zich een prima
middel om je kennis op peil te houden, maar het niet halen van een
dergelijke check mag nooit rechtspositionele gevolgen hebben. De ACP
sloeg hier op aan omdat sommige media daar anders over berichtten. De
minister heeft toegezegd dat er geen rechtspositionele consequenties
aan de Profcheck zullen zitten tenzij daarover overeenstemming bereikt
is met de bonden in de CGOP.
Doorschijnendheid damesoverhemden
De politiebonden hebben de minister enige tijd geleden op de hoogte
gebracht van het feit dat vrouwelijke collegas klachten hebben over de
doorschijnendheid van het witte overhemd. We hebben daarbij aangegeven
dat de minister, als werkgever en verstrekker van het uniform, voor
een gepaste oplossing zorg zou moeten dragen.
De minister heeft aangegeven over een structurele oplossing na te
denken. Hier gaat echter wat tijd overheen. Tot die tijd is de
volgende tijdelijke oplossing in de CGOP overeengekomen: Vrouwelijke
politieambtenaren die dit wensen kunnen vanuit hun persoonlijke
kledingbudget maximaal drie vochtregulerende ondershirts (ODLO) bij de
dienst Logistiek bestellen. Wanneer bij regiokorpsen al verdergaande
afspraken van toepassing zijn, blijven die uiteraard gelden.
De communicatie en informatie over dit onderwerp van het ministerie
van BZK naar de korpsen vindt op korte termijn plaats.
Politiebond ACP