De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA 's-GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk AV/PB/06/52358
Doorkiesnummer Datum 23 juni 2006
Onderwerp Pensioenverevening bij scheiding; motie Mosterd
(Kamerstukken II 2005/06, 30 300 XV, nr. 57)
Bij de behandeling van de begroting 2006 is door de heer Mosterd c.s. een motie ingediend om
een groep van circa 30.000 mensen, merendeels vrouwen, die vóór 1981 gescheiden is en geen
gebruik kan maken van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (VPS), in kaart te
brengen en een regeling te treffen die tegemoetkomt aan de problemen van deze groep
(Kamerstukken II 2005/06, 30 300 XV, nr. 57). Naar aanleiding van deze motie heb ik
aangegeven dat de door de heer Mosterd c.s. aangekaarte problematiek een grondige
benadering vergt, waarvoor tijd noodzakelijk is en dat ik u voor het zomerreces zou
informeren over de stand van zaken van het gevraagde onderzoek (Kamerstukken II 2005/06,
30 300 XV, nr. 78).
De motie spreekt zich niet uit over de vraag of de inkomenssituatie van deze groep als
problematisch wordt gezien of dat het simpele gegeven dat bij deze groep geen verevening van
pensioenrechten heeft plaatsgevonden als probleem wordt gezien. Op dit moment wordt
geprobeerd aan de hand van CBS materiaal te achterhalen hoeveel mensen zijn gescheiden
vóór 1981, wat de huidige inkomenssituatie van deze mensen is, of er sprake is van een nieuw
huwelijk, in hoeverre er op het moment van scheiding sprake was van een aanvullende
pensioenregeling en in welke mate de positie van de desbetreffende mensen verschilt van
andere mensen.
Nu al is duidelijk dat het niet zal lukken de groep exact en volledig in kaart te brengen. Toch
ben ik hoopvol gestemd dat het mogelijk is om in zijn algemeenheid op basis van de cijfers
straks een uitspraak te kunnen doen over de inkomenspositie van de desbetreffende groep en
over de vraag of de groep zich significant onderscheidt van andere groepen. Op basis van de
uitkomsten van het onderzoek zal ik in het kabinet bespreken of er eventueel maatregelen
zullen moeten worden genomen en welke maatregelen dat vervolgens kunnen zijn. Ik verwacht
de Tweede Kamer in oktober 2006 te kunnen berichten over de uitkomsten van het gevraagde
onderzoek en de reactie van het kabinet daarop.
Ons kenmerk AV/PB/06/52358
Bekend is dat de Stichting Recht op Recht vóór 1981 zich al vele jaren inzet voor deze
doelgroep. Om de Stichting op de hoogte te houden van de ontwikkelingen is er in de
afgelopen periode tweemaal contact geweest met vertegenwoordigers van de Stichting. SZW
heeft bij die gelegenheden kennis genomen van de doelstelling van de Stichting en haar
standpunt. De Stichting is op haar beurt geïnformeerd over de wijze waarop het kabinet de
problematiek zal onderzoeken.
De motie van de heer Mosterd c.s. wijst ook nog op de evaluatie van de Wet VPS. De
evaluatie van de Wet VPS is een apart traject dat in samenwerking met het ministerie van
Justitie ter hand is genomen. Naar verwachting zijn de resultaten van de evaluatie in maart
2007 beschikbaar. Het onderzoek naar de groep mensen, die niet onder de werkingssfeer van
de Wet VPS valt, maakt geen deel uit van de evaluatie omdat de doelgroep en de doorlooptijd
van de evaluatie niet overeenkomen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid