Ingezonden persbericht


Persbericht
Weesp, 23 juni 2006

Platform tegen A6-A9 roept ministerraad op te kiezen voor alternatief met draagvlak

Eind van deze maand zal de ministerraad een besluit te nemen over de wijze waarop de mobiliteitsproblematiek in het plangebied Schiphol-Amsterdam- Almere dient te worden opgelost. Naar het zich laat aanzien zal de ministerraad een afweging maken tussen de tunnel A6-A9 en een door de gemeente Amsterdam voorgestelde variant van het Stroomlijnalternatief. Omdat er de afgelopen weken door verschillende partijen goede varianten van het Stroomlijnalternatief naar voren zijn gebracht, waarin hoogwaardig openbaar vervoer en rekeningrijden een substantiële rol spelen - elementen die in de eerdere door Rijkswaterstaat gepresenteerde varianten niet werden opgenomen - roept het Platform tegen A6-A9 de ministerraad vandaag in een open brief op om een keuze te maken voor het alternatief met het meeste draagvlak: het Stroomlijnalternatief dat door anderen dan Rijkswaterstaat naar voren is gebracht. Minister Peijs heeft veelvuldig verkondigd, zowel in persoonlijke gesprekken met vertegenwoordigers van het Platform, als in de media, dat zij draagvlak voor haar beslissing erg belangrijk vindt. Duidelijk is dat de A6-A9 verbinding regionaal en landelijk vrijwel geen draagvlak geniet, maatschappelijk noch bestuurlijk. De voorgenomen A6-A9-verbinding trekt een zware wissel op natuur en milieu en vergroot de leefbaarheidproblemen in Amsterdam Zuidoost. Bovendien blijkt uit onderzoek van Rijkswaterstaat dat deze verbinding, ook ondertunneld, geen goede oplossing biedt voor de mobiliteitsproblematiek: er ontstaan nog meer fileproblemen aan de randen van en buiten het plangebied door extra autoverkeer. Recent zijn uiteenlopende partijen met oplossingen gekomen die deels uitgaan van het Stroomlijnalternatief, deels uitgaan van ritbeprijzing en deels van toevoeging van hoogwaardig openbaar vervoer. De gemeente Amsterdam presenteerde zijn 'Stroomlijnplus' alternatief, Stichting Natuur en Milieu zijn 'Plusplusvariant' en Arcadis het alternatief 'Verbinden en Verbonden'. Deze alternatieven hebben alle gemeen dat er uitgegaan wordt van een combinatie van én het bouwen van wegen én beprijzen én extra openbaar vervoer. Het mobiliteitsvraagstuk in de regio Schiphol-Amsterdam-Almere kan zo worden aangepakt door een minder grote toevoeging van asfalt, met als gevolg een minder autoaanzuigende werking en minder cumulatie van congestie en milieuproblemen binnen en buiten (Gooi, Amstelveen) het plangebied. Daarnaast wordt door gedeeltelijke overkluizing een oplossing aangedragen voor de overlast van de Gaasperdammerweg, kan de totstandkoming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bevorderd worden door het ondergronds brengen van de A1 bij Muiden, met als bijkomend voordeel verbeterde woningbouwmogelijkheden in de Bloemendalerpolder, KNSF-terrein en aan de Gaasperdammerweg.

In grote lijnen komen deze oplossingen overeen met de oplossingsrichtingen die het Platform tegen A6-A9 de afgelopen jaren heeft bepleit en die ook door de ondertekenaars van het convenant De Uitweg in 2003 werd uitgedragen. Het Platform dringt er dan ook bij de betrokken ministers op aan om in de besluitvorming uitdrukkelijk te kiezen voor het alternatief waarvan de hiervoor genoemde elementen (OV, beprijzen, overkluizen van Gaasperdammerweg en andere maatregelen die nodig zijn om de overlast voor de bewoners terug te dringen) onderdeel uitmaken. Daarvoor bestaat een breed draagvlak.

Het Platform tegen A6-A9 wijst erop dat de uitvoering zodanig dient te zijn dat de bewoners van Zuidoost erop vooruitgaan en niet achteruit. Volgens de gemeente Amsterdam blijkt uit onderzoek door Haskoning en KEMA dat dat mogelijk is bij de Stroomlijnvariant van Amsterdam. Ook wijst het Platform op de noodzaak om OV-oplossingen uit te werken en rekeningrijden op zo kort mogelijke termijn in te voeren. Alleen zo kan het mobiliteitsvraagstuk in de regio duurzaam worden opgelost.


---

Informatie voor de pers:

De open brief aan de ministerraad treft u bijgevoegd. Ingesloten in deze open brief treft u ook de argumenten van het Platform tegen A6-A9 tegen een tunnelverbinding A6-A9 en het 'position paper' (standpuntbepaling) van het Platform tegen A6-A9. Zie ook de website van het Platform tegen A6-A9: www.tegena6-a9.nl en www.weesptegena6-a9.nl en www.deuitweg.nl Voor een toelichting van het Platform tegen A6-A9 kunt u zich wenden tot één van de woordvoerders van het Platform tegen A6-A9: Hermine Kalf (06 21 83 77 48), Kees Neervoort (06 54 70 82 78), Tjebbe de Boer (06 52 40 10 27) of mediacoördinatoren Jaap van 't Hek (06 53 88 56 49) of Juul Muller (06 24 78 79 19). Juul Muller
Weesp tegen A6-A9/Platform tegen A6-A9
www.tegena6-a9.nl
Mobiele: 06 24787919

Open Brief Platform tegen A6-A9 met betrekking tot alternatievenkeuze

Weesp, 21 juni 2006

Aan de ministerraad
Minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw K. Peijs Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer C. Veerman Minister van Financiën, de heer G. Zalm
Minister van VROM, mevrouw S. Dekker
Minister van Economische zaken, de heer L.J. Brinkhorst De minister-president, de heer J. P. Balkenende

Postbus 20001 2500 EA, Den Haag

Geachte mevrouw Peijs, geachte heer Veerman, geachte heer Zalm, geachte mevrouw Dekker, geachte heer Brinkhorst, geachte heer Balkenende,

Eind van deze maand beoogt u een besluit te nemen over de wijze waarop de mobiliteitsproble- matiek in het plangebied Schiphol-Amsterdam-Almere dient te worden opgelost. Rijkswaterstaat heeft daartoe (in een aantal uitvoeringsvarianten) drie alternatieven onderzocht, het Nulplusalter- natief (ritbeprijzing), het Stroomlijnalternatief en het Verbindingsalternatief. Extra openbaar ver- voer is niet in deze alternatieven opgenomen. Naar het zich laat aanzien zal binnen de minister- raad een afweging gemaakt worden tussen het Verbindingsalternatief in de uitvoeringsvariant van een tunnel, en een variant van het Stroomlijnalternatief. Naar wij aannemen komt daarbij ook de door de gemeente Amsterdam voorgestelde Stroomlijnvariant ter sprake.

Graag lichten wij ons standpunt toe in deze cruciale fase van de Planstudie.

Het Platform tegen A6-A9 onderkent de noodzaak van het oplossen van de mobiliteitsproblema- tiek in de regio Amsterdam ­ Almere op korte termijn. Het heeft altijd gepleit voor een brede, cre- atieve, intelligente en duurzame benadering van de problematiek. Het Platform tegen A6-A9 denkt aan oplossingen als hoogwaardig openbaar vervoer met snelle en frequente verbindingen tussen Amsterdam en Almere, anders betalen voor mobiliteit, bijeen brengen van werken en wo- nen, locatiebeleid, vervoersmanagement en het stroomlijnen van bestaande infrastructuur (zie bijgevoegd Position Paper in bijlage 2 bij deze brief).

Het Platform tegen A6-A9 is tegen elke variant van het Verbindingsalternatief, de A6-A9. De on- derzoeken die Rijkswaterstaat de afgelopen anderhalf jaar heeft verricht hebben ons bevestigd in onze mening dat een A6-A9, ook ondertunneld, geen goede oplossing is voor de mobiliteitspro- blematiek: nog meer fileproblemen aan de randen van en buiten het plangebied door extra auto-

verkeer, een A6-A9 trekt een zware wissel op natuur en milieu en verergert voorts de leefbaar- heidsproblemen in Amsterdam Zuidoost. De argumentatie daarvoor is beknopt weergegeven in bijlage 1 bij deze brief.

Het Platform tegen A6-A9 staat in zijn mening duidelijk niet alleen, een A6-A9 verbinding heeft regionaal en landelijk bestuurlijk en maatschappelijk vrijwel geen draagvlak.

Recentelijk zijn uiteenlopende partijen met oplossingen gekomen die deels uitgaan van het Stroomlijnalternatief, deels uitgaan van ritbeprijzing en deels van toevoeging van hoogwaardig openbaar vervoer. Zo heeft de gemeente Amsterdam zijn `Stroomlijnplus' alternatief gepresen- teerd, Stichting Natuur en Milieu zijn `Plusplusvariant' en heeft Arcadis in het kader van de Ont- wikkelcompetitie het alternatief Verbinden en Verbonden' gepresenteerd. Daarnaast is nog een aantal vergelijkbare plannen ingebracht. Deze alternatieven hebben alle gemeen dat er uitgegaan wordt van een combinatie van bouwen en beprijzen én extra openbaar vervoer. Het mobiliteits- vraagstuk in de regio Schiphol-Amsterdam-Almere kan zo worden aangepakt door een minder grote toevoeging van asfalt, met als gevolg een minder autoaanzuigende werking en minder cu- mulatie van congestie en milieuproblemen buiten het plangebied (Gooi, Amstelveen). Daarnaast wordt een oplossing aangedragen voor de overlast van de Gaasperdammerweg (door gedeeltelij- ke overkluizing), kan de totstandkoming van de EHS bevorderd worden door het ondergronds brengen van de A1 bij Muiden, met als bijkomend voordeel betere woningbouwmogelijkheden in Bloemendalerpolder en KNSF-terrein.

In grote lijnen komen deze oplossingen overeen met de oplossingsrichtingen die het Platform te- gen A6-A9 de afgelopen jaren heeft bepleit. Het Platform pleit er dan ook voor om in de besluit- vorming uitdrukkelijk te kiezen voor een Stroomlijnvariant waarin de hiervoor genoemde ele- menten nadrukkelijk een onderdeel uitmaken.
Wel plaatsen wij daar nog een aantal kanttekeningen bij, namelijk:
1. de uitvoering dient zodanig te zijn dat, ondanks de te verwachten toename van het verkeer de overlast van geluid en fijnstof wordt verholpen. Zuidoost moet erop vooruitgaan en niet achteruit! Volgens de gemeente Amsterdam zou uit onderzoek door Haskoning en KEMA blijken dat dit mogelijk is.

2. de OV oplossing moet met visie worden uitgewerkt. Het Platform tegen A6-A9 ziet zich in zijn visie ondersteund door de dringende oproep van de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de VROMraad, die vanuit een visie op de `dubbelstad Amsterdam-Almere' wijzen op de absolute noodzaak te investeren in een hoogwaardig, frequent en fijnmazig openbaar vervoernetwerk tus- sen Almere en Amsterdam.

3. wij blijven op het standpunt dat invoering van anders betalen voor mobiliteit, gezien het sterk probleemoplossend effect, op zo kort mogelijke termijn dient te gebeuren.

Met vriendelijke groet,

Hermine Kalf
Namens het Platform tegen A6-A9, Lage Klompweg 16d, 1381 HD Weesp.

Bijlage 1:Argumenten tegen de tunnel
Bijlage 2: Position Paper Platform tegen A6-A9
CC: Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat, Staatssecretaris Van Geel, De heer A. Duivesteijn, gemeente Almere

ARGUMENTEN TEGEN DE TUNNEL
Weesp, 21 juni 2006

Een tunnel door Naardermeer, Vecht, Gein en Hoge Dijk is:


1 Niet effectief!
Een A6-A9 tunnel helpt niet.

1. De verkeersrelatie van Almere naar Schiphol en vice versa is slechts 10%.
2. Er ontstaan flessenhalzen onder meer op de A9 bij Amstelveen en op de A1 bij het Gooi door verkeersaantrekkende werking (zie rapporten van RWS).
3. De tunnel trekt circa 25% meer verkeer aan naast autonome groei (50%) en ver- keersgroei door verbreding van de A2. Amstelveen krijgt bijna een verdubbeling van het verkeer te verduren door een A6-A9. Het gebruik van openbaar vervoer zal afnemen volgens de prognoses van Rijkswaterstaat en mensen zullen sneller kiezen voor een grotere woon-werkafstand.

4. Door de tunnel A6-A9 wordt het op de A1 en de Gaasperdammerweg rustiger zegt RWS. Dit is onjuist. Het verkeer op de Gaasperdammerweg en A1 zal on- danks een tunnel toenemen! Bovendien zal het vrachtverkeer niet door de tunnel mogen en gebruik blijven maken van de Gaasperdammerweg.


2 Niet efficiënt!
Er liggen efficiëntere oplossingen van het mobiliteitsvraagstuk voor de hand: rekeningrij- den en aanleg van hoogwaardig openbaar vervoer. Dit bleek uit de berekeningen van RWS.
Bovendien is de A6-A9 ook onvoldoende rendabel, zo bleek uit een groot aantal onder- zoeken verricht naar de kosten en baten van de tunnel A6-A9 (CPB, zomer 2004, Kosten- Batenanalyse op hoofdlijnen, december 2005, KBA vergeleken en verklaard, 8 mei 2006). Daarbij komen nog eens de mogelijke technische tegenvallers in de uitvoeringsfa- se die de kosten alleen maar zullen doen toenemen.
3 Niet onzichtbaar!
Er komen twee tunnelmonden, een in het Geingebied in aansluiting op de A2 en A9 en een bij het Naardermeer in aansluiting op de A6 en A1. De tunnelmonden zijn zo'n 1,5

kilometer lang. Hier ontstaat een grote concentratie van NO2, fijnstof en extra geluids- overlast. Voor de mensen in Gaasperdam, Abcoude, Amsterdam Zuidoost en Muiderberg is dit een ramp. Er komen vijf tot tien meter hoge torens gelegen op het gehele A6-A9- tracé met een extra geconcentreerde uitstoot van NO2 en fijnstof. (Zie ook de rapporten van RWS).
Het Geingebied is eeuwenoud en van grote landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarde. De op palen en een dijklichaam te bouwen aanvoerweg tot de tunnelmond aan de Geinkant doorsnijdt allereerst het Amsterdamse natuur- en recreatie- gebied De Hoge Dijk. In dit gebied recreëren per jaar honderdduizenden inwoners uit Amsterdam. Ook zal het natuurgebied De Ruige Hof van de kaart verdwijnen. Het eind van de aanvoerweg tot de tunnelmond en de tunnelmond zelf zijn in de Broekzijdse pol- der, onderdeel van het Geingebied, gepland. De aanvoerweg en de tunnelmond aan deze zijde scheren langs honderden woningen in Gaasperdam. De tunnel A6-A9 betekent dan ook een grote toename van overlast voor duizenden inwoners van Amsterdam Zuidoost. De tunnelmond en de aanvoerweg bij het Naardermeer lopen dwars door de overloopge- bieden van het Naardermeer, die onderdeel vormen van dit belangwekkende natuurge- bied. Natuurmonumenten zal hierdoor deels onteigend moeten worden.
4 Niet zonder risico's!

· Risico's van de aanleg van tunnels voor de waterhuishouding zijn niet uit te slui- ten. Tunnels en tunnelmonden kunnen onder andere de grond in de omgeving doen uitdrogen. De gevolgen daarvan voor boeren en de natuur en de kosten die dit met zich meebrengt zijn onderbelicht (zie onze analyse van de rapporten van RWS, www.tegena6a9.nl).

· Risico's van het rijden in zo'n lange tunnel staan niet in verhouding tot de nood- zaak van dit alternatief op deze plaats. Vrachtverkeer schijnt niet door deze tunnel te kunnen.

· Risico's van het proces van kostenoverschrijding en/of technische tegenvallers en daarmee verandering van de tunnellengte zijn reëel niet uit te sluiten.


5 Niet de oplossing voor al bestaande problemen!
· De overlast van Gaasperdammerweg blijft onverminderd bestaan (wordt ondanks A6-A9 nog drukker en blijft bovengronds).

· De overlast bij Muiden en mogelijkheden voor woningbouw aldaar en in Bloe- mendalerpolder (op te lossen door aquaduct en verdieping A1) is alleen tegen on- evenredig hoge kosten op te lossen (aquaduct is onderdeel van Stroomlijnalterna- tief).

· Openbaar vervoeraanbod tussen Amsterdam en Almere blijft onder de maat.


6 Niet gebaseerd op draagvlak!
De A6-A9 in welke vorm dan ook kan nauwelijks rekenen op draagvlak. De enige over- gebleven voorstanders van de A6-A9 zijn VNO-NCW West, de gemeente Diemen en de provincie Flevoland.

De provincies Noord-Holland en Utrecht, de gemeenten Amsterdam, Naarden, Muiden, Bussum, Blaricum, Laren, Huizen, Wijdemeren, Hilversum, Ouderkerk a/d Amstel, Weesp, Loenen, Abcoude en Amstelveen kiezen voor andere alternatieven dan de A6-A9. Ook het nieuwe college in Almere beschouwt de A6-A9 niet meer als enige mogelijke oplossing voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de polder. Om nog maar niet te spreken van milieuorganisaties als Natuurmonumenten, Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en alle bewoners- en belangenverenigingen, vertegenwoordigd in het Platform tegen A6-A9.

Opinieonderzoeken van Rijkswaterstaat wijzen uit dat de meeste bewoners in de hele re- gio (incl. Almere) niets voelen voor meer asfalt als oplossing van bereikbaarheidspro- blemen. (zie de AV-nota van Rijkswaterstaat www.schiphol-almere.nl). De minister zelf stelt dat draagvlak voor haar besluit van het grootste belang is.
7 Niet goed voor Zuidoost!
In tegenstelling tot wat Minister Peijs graag in de media roept, ziet ook het merendeel van de bewoners in Amsterdam Zuidoost de tunnel A6-A9 absoluut niet zitten (Platform Gaasperdam tegen aanleg A6A9). De redenen zijn dat:


· de A6-A9-tunnel hen een extra snelweg oplevert: naast de A9 krijgt men er een snelweg aan de zuidzijde bij (net onder AMC), met een tunnelmond van 1,5 kilo- meter lang met extra concentratie uitstoot en geluidsoverlast.
· met de A6-A9-tunnel verdwijnen de voor de Zuidoosters belangrijke recreatie- en natuurgebieden de Hoge Dijk en de Ruige Hof volledig van de kaart. In deze ge- bieden recreëren jaarlijks bijzonder grote aantallen Amsterdammers uit Zuidoost.
· met een A6-A9-tunnel blijft de Gaasperdammerweg druk en kan de overlast die deze weg nu al geeft niet aangepakt worden (overkluizing). Ook blijken vracht- wagens niet door de tunnel te mogen en zullen over de Gaasperdammerweg blij- ven denderen.

Positie van het "Platform tegen A6-A9" 1

Platform tegen A6-A9 bestaat uit de verenigingen: Weesp tegen A6-A9, Spaar het Gein, Vecht voor de Vecht stop de A6, LTO-Noord, Vereniging van Vrienden van het Gooi en de Agrarische Natuurvereniging Vechtvallei. Verder uit: De Vechtplassencommissie, Dorpsraad Driemond en Stichting Behoud Vesting Muiden. Het Platform werkt samen met de verenigingen Natuurmonumenten en Milieudefensie en met de Milieufederatie NH, Flevoland en Utrecht.


1.
Het Platform is tegen het onderzoeken en aanleggen van een verbinding A6-A9, zowel onder- als bovengronds. Een dergelijke verbinding vormt een bedreiging voor de leef- baarheid en ruimtelijke kwaliteit van het gebied tussen Amsterdam, Almere, het Gooi en Abcoude. Zij brengt ernstige schade toe aan drie Nationale Landschappen Groene Hart, Stelling van Amsterdam en Nieuwe Hollandse Waterlinie. Landschappen die zijn aange- wezen als belvedèregebied. De Stelling staat zelfs op de werelderfgoedlijst van Unesco en de Nieuwe Hollandse Waterlinie is daarvoor genomineerd. Tevens zal een A6-A9 ver- binding het door de EU erkende en gediplomeerde natuurgebied het Naardermeer aantas- ten, het tracé gaat dwars door de bufferzone van het Naardermeer en zal verdergaande versnippering van de ecologische relaties betekenen. De nabijheid van een mogelijke tunnelmond zal licht, geluid en luchtverontreiniging in het Vogel- en Habitatrichtlijnge- bied veroorzaken. De A6-A9 vormt, zowel bovengronds als ondergronds, een bedreiging voor de waterhuishouding van het Naardermeer en de Gooise zandgronden. Ook door- snijdt een A6-A9 verbinding het aardkundig monument Vecht- en Aetsveldsepolder en het open veenweidegebied. De weg bedreigt het agrarische karakter van en de bijzondere flora en fauna in de Nieuwe Keverdijkse Polder en de Aetsveldsepolder en tast daarnaast de rivieren het Gein en de Vecht ernstig aan. Bovenstaande gebieden maken deel uit van de ecologische hoofdstructuur van Nederland en `de Natte As' , die bijzonder smal is in dit gebied. De Gein- en Vechtstreek is de laatste smalle groen/blauwe buffer tussen de verstedelijkte gebieden van Amsterdam en het Gooi. Het is niet voor niets als bufferzone aangewezen in het kader van Nota's Ruimtelijke ordening.


2.
Het Platform staat pal voor het behoud van dit unieke en kwetsbare gebied met bijzonde- re (en beschermde) flora en fauna. Het gebied is tevens van grote cultuurhistorische (incl.


1 Bestaande uit bovengenoemde verenigingen/organisaties. Agendaleden: Recreatie Noord-Holland, Stich- ting Woonark Klompweg Nigtevecht, Milieucentrum Amsterdam, Vrienden van het Gooi, Gemeente Weesp, PVDA Muiden-Weesp. het Gewest Gooi- en Vechtstreek en Groen-Links Weesp e.o.

archeologische) en geomorfologische waarde voor Nederland en Europa. Door deze unieke waarden is dit gebied een van de weinige en een van de belangrijkste recreatiege- bieden aan de Zuidoostzijde van Amsterdam. Het gebied is daarnaast een van de meest bijzondere weidevogelgebieden van Europa.


3.
Het Platform onderkent de noodzaak van een oplossing van de fileproblematiek tussen Almere en Amsterdam. Het pleit voor een brede, creatieve, intelligente en duurzame be- nadering van de problematiek. Het platform denkt aan oplossingen als modern openbaar vervoer met een directe verbinding tussen Amsterdam en Almere, ritbeprijzing, bijeen brengen van werken en wonen, locatiebeleid, vervoersmanagement en het stroomlijnen van bestaande infrastructuur. Tevens pleit het platform voor een aquaduct bij Muiden. Een dergelijke benadering houdt rekening met de kwaliteiten van het bij punt 1 en 2 ge- noemde bijzondere gebied, sluit aan bij de belangen van uiteenlopende partijen en creëert een groot draagvlak voor de uiteindelijke beslissing. Wij zetten grote vraagtekens of een A6-A9 verbinding de fileproblematiek tussen Amsterdam en Almere zal oplossen. In het zoeken naar oplossingen dienen we tevens rekening te houden met de Europese Richtlijn ten aanzien van de luchtkwaliteit. Bekend is dat voor de stoffen NO2 en PM10 een overschrijding geldt voor het bovengenoemde gebied. De recente uitspraken van de Raad van State over dit onderwerp spelen hierbij eveneens een rol.

Historie

Vanaf 1968.
De discussie om een verbinding te maken tussen de A9 en A6 is niet nieuw. Sinds 1968 is herhaaldelijk geprobeerd een dergelijke verbinding op de kaart te krijgen. Steeds was de weerstand hiertegen te groot en werd besloten af te zien van de verbinding A6-A9. De reden hiervan is dat men overtuigd was van de uniciteit van dit gebied. In 2001 werd in de Tweede Kamer gestemd over een ondergrondse variant van de A6-A9 verbinding. Deze verbinding werd toen van de hand gewezen met als voornaamste reden dat experts inschatten dat de risico's voor verstoring van de waterhuishouding van het Naardermeer te groot zouden zijn. Er moest echter wel een oplossing komen voor de ver- keersproblematiek tussen Almere en Amsterdam.

Tot 2003.
Om de impasse te doorbreken is een groot aantal betrokken partijen met verschillende belangen2 om de tafel gaan zitten onder leiding van Pieter Winsemius. Men heeft men een oplossing gezocht voor het fileprobleem, waarbij de ruimtelijke kwaliteit van dit ge- bied behouden blijft. Dit resulteerde in een voorstel voor `De Uitweg' dat in de herfst van 2003 werd aangeboden aan de rijksoverheid.

2 De gemeenten Amsterdam en Almere, de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, Natuurmonu- menten, het Gewest Gooi- en Vechtstreek, Samenwerkingsverband milieuorganisaties, ROA en VNO- NCW.

De uitweg.
In "De Uitweg' wordt een breed pakket aan maatregelen voorgesteld, zoals een proef met beprijzing van het autorijden tijdens de spits, forse investeringen in het spoor, te beginnen met een verdubbeling van het aantal spitstreinen tussen Almere en Amsterdam, het dich- ter bij elkaar brengen van woningen en bedrijven, en uitbreiding van de bestaande wegen. De betrokken partijen hebben unaniem het manifest ondertekend en roepen op tot verdere uitwerking van het zogenaamde `stroomlijntrace', ofwel de verbetering en uitbreiding van de bestaande infrastructuur A1/A6/A9 (inclusief overkluizing van de Gaasperdam- merweg).

Vanaf 2005.
Nog geen twee jaar na de ondertekening van "De Uitweg" zet het ministerie van Verkeer en Waterstaat de A6-A9 verbinding opnieuw op de agenda. Begin januari 2005 verschijnt de "Startnotitie hoofdwegverbinding Schiphol ­ Almere" van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarin is als een van de alternatieven een nieuwe verbinding tussen de A6 en de A9 opgenomen. Het Platform tegen A6-A9 (het Platform) vindt het onthutsend te moeten constateren dat men het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het breed gedragen akkoord `de Uitweg' naast zich neerlegt. De lobby lijkt sterker dan de democratie.

Voor leefbaarheid en kwaliteit van de Gein- en Vechtstreek.

Het Platform maakt zich sterk voor het behoud en de versterking van de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit van het gebied tussen Amsterdam, Almere, het Gooi en Abcoude. De aanleg van een A6-A9 verbinding leidt tot onherstelbare schade aan dit gebied, en is daarom onaanvaardbaar voor het Platform.

Natuurwaarden en biodiversiteit.
Het gebied herbergt bijzondere natuurkwaliteiten en een hoge biodiversiteit. De zo- genaamde `Natte As' als robuuste natuurverbinding in de ecologische hoofdstructuur van Nederland, loopt door het gebied en verbindt het IJsselmeergebied met het Groene Hart (IJmeer, Naardermeer, Vechtplassen, Vinkeveense Plassen, Nieuw- koopse Plassen en verder naar de Biesbosch). Het gebied kent veel zeldzame en be- schermde flora- en faunasoorten die vallen onder de Flora- en Faunawet en de Vo- gel- en Habitatrichtlijn. Vogels zoals de zwarte stern, purperreiger en grote karekiet komen er voor. Het Naardermeergebied is aangewezen als vogel- en habitatrichtlijn- gebied.
Het Naardermeer is overigens niet zomaar een natuurgebied: het is het eerste natuur- gebied dat Natuurmonumenten, dit jaar precies 100 jaar geleden, aankocht. Vanwege haar uniciteit en bijzondere kwaliteit heeft het Naardermeer in januari 2005 een eer- volle Europese onderscheiding gekregen, namelijk het "Europees Diploma voor Be- schermde Gebieden". Er zijn slechts eenenzestig gebieden in heel Europa die een dergelijke onderscheiding op zak hebben, en het Naardermeer is daarvan de enige die in de directe nabijheid van grote steden ligt. Zo'n speciaal gebied verdient in de ogen van het Platform bijzondere bescherming. Het Naardermeer is ontstaan in de voor-

laatste ijstijd; het ijs heeft toen de Vecht bereikt. Door opwarming daarna is een na- tuurlijk zoetwatermeer, het Naardermeer, ontstaan met kleiafzettingen, die een be- langrijke geomorfologische waarde hebben. De omliggende gebieden van het Naar- dermeer, o.a. Broekzijdsche polder, Nieuwe Keverdijksche polder en Aetsveldsche polder, zijn ecologisch onlosmakelijk verbonden met het Naardermeergebied. De natuurwaarden van het Naardermeergebied zijn sterk afhankelijk van de omliggende gebieden. Zonder deze omliggende gebieden zou het Naardermeer niet zo''n hoge natuurkwaliteit hebben als nu het geval is. Naast het feit dat het gebied een belang- rijk fourageergebied is voor vogels, fungeert het gebied als belangrijk buffergebied. Langs de Vecht en het Gein liggen enkele kleine, maar waardevolle natuurterreinen. Vooral de oeverlanden zijn waardevol. Enkele zijn aangewezen als beschermd na- tuurmonument. Daarnaast zijn de polders ecologisch waardevol vanwege het voor- komen van relatief grote weidevogelpopulaties (veel grutto's) en waardevolle sloten en slootkanten.

Agrarische waarden.
Een deel van het gebied is een klassiek Hollands veenweidelandschap met een belangrij- ke agrarische functie. Het Hollandse veenweidelandschap is niet alleen van belang voor de landbouw, maar ook bijzonder vanwege de natuurwaarden. De boeren verenigd in de Agrarische Natuurvereniging Vechtvallei zijn succesvol met het beschermen van de grut- to, een soort die niet alleen mooi is, maar belangrijk is in de Europese context, omdat het grootste deel van de wereldpopulatie van de grutto in Nederland broedt. De boeren zijn naast weidevogelbeheer ook zeer actief met slootrandbeheer en het open houden van het landschap om het Groene Hart en de nieuwe Hollandse Waterlinie te onderhouden. Het Hollandse veenweidelandschap, zoals bijvoorbeeld te zien in de Aetsveldse polder en de polders ter weerszijden van het Gein, is ook van belang als onderdeel van het Nederland- se culturele erfgoed. Dat geldt zeker voor dit gebied omdat hier veelal de traditionele landschapsstructuur bewaard is gebleven, inclusief het verkavelingspatroon dwars op de kronkelende veenriviertjes. De goed bewaarde voormalige kreekbeddingen en oeverwal- len, de komgronden, overslaggronden en klei op veengebieden vertellen de geschiedenis van het gebied. Zij hebben zowel een educatieve als een wetenschappelijke waarde. Ar- cheologisch is het gebied interessant daar er prehistorische bewonersresten aan de oever- wallen te vinden zijn.

Historische waarden.
In het gebied liggen overigens meer historisch waardevolle landschappen, namelijk de Nationale Landschappen de Nieuwe Hollandse Waterlinie en De Stelling van Amster- dam. Beide worden genoemd in de `Nota Belvedère'. De Stelling van Amsterdam is bo- vendien in 1995 door de UNESCO geplaatst op de Werelderfgoedlijst vanwege de fraaie forten en de unieke waterhuishoudkundige verdedigingswerken. Daarnaast maakt het ge- bied deel uit van het Nationaal Landschap `Het Groene Hart'. De Vecht en het Gein met hun karakteristieke bebouwing en begroeiing vormen zeer fraaie en bijzonder gaaf geble- ven landschappen. Vele boerderijen en woonhuizen, waarvan een aantal daterend uit de 17e eeuw en 18e eeuw, en de molens zijn cultuurhistorisch belangrijk. Het Gein onderscheidt zich bovendien van andere veenweidelandschappen door de zeer

bijzondere cultuurhistorische waarde. Schrijvers (Nescio), schilders (Mondriaan en vele anderen) en fotografen (Jacob Olie) hebben het Gein vereeuwigd en een vooraanstaande plaats bezorgd in onze cultuurgeschiedenis.
Midden jaren '90 heeft de regering de bijzondere waarde van het Gein erkend door uit- eindelijk, na een langdurig afwegingsproces en tegen beduidende meerkosten, in te stemmen met een volledig verdiepte aanleg van de verdubbelde spoorbaan Amsterdam ­ Utrecht onder het Gein. Dit teneinde een ononderbroken loop van het Riviertje en het waardevolle landschap in stand te houden.

Recreatieve waarden.
Het gebied heeft een belangrijke recreatiefunctie, ondermeer als uitloopgebied voor de inwoners van Amsterdam en Utrecht. Het Gein en het recreatiegebied `De Hoge Dijk' worden veelvuldig bezocht . Deze gebieden zijn belangrijk als groen om de stad, en bie- den rust en natuur in de Randstad. Er is ruimte voor waterrecreatie en kleinschalige re- creatie te voet en op de fiets. De Vecht heeft als vaarweg een nationale recreatieve func- tie, doordat zij de watersportgebieden in het westen en zuiden van het land verbindt met de randmeren en watersportgebieden in het Noorden. Slotopmerking
Gegeven de bovengenoemde waarden in de Gein- en Vechtstreek en het Naardermeer en omgeving, is een nieuwe A6-A9 verbinding geen optie. Het Platform wil op zoek naar duurzame en intelligente oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek in een van de meest dichtbevolkte en vervuilde omgevingen van de wereld, waar steeds minder ruimte is voor mens en natuur. Zie ook in dit kader de recente discussie in de media en politiek en de uitspraken van de Raad van State over de Europese Richtlijn en het Besluit Lucht- kwaliteit op het gebied van luchtkwaliteit en de te hoge uitstoot van NO2 en PM10 in grote gedeeltes van Nederland.

Platform tegen A6-A9: 10-09-2005.