Onderzoek bij twijfel over doodsoorzaak minderjarigen
Wanneer twijfel bestaat rond het overlijden van minderjarigen, kan
voortaan een nader onderzoek naar de doodsoorzaak plaatsvinden. Dat is
een van de wijzigingen in de Wet op de lijkbezorging, waarmee de
ministerraad op voorstel van minister Remkes van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, minister Donner van Justitie en staatssecretaris
Ross van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ingestemd. De
ministerraad is ook akkoord gegaan met wijzigingen die voortvloeien
uit de evaluatie van de wet enkele jaren geleden en nieuwe
ontwikkelingen en met wijzigingen die bedoeld zijn om de
administratieve lasten voor burgers en bedrijven te verlagen.
Wanneer onderzoek plaatsvindt naar de doodsoorzaak van minderjarigen,
ligt de regie bij de gemeentelijk lijkschouwer. Het kabinet vindt het
belangrijk dat nader onderzoek wordt verricht naar gevallen van
onverklaard overlijden van minderjarigen, vooral om gevallen van
niet-natuurlijke dood ten gevolge van kindermishandeling te kunnen
opsporen. De beroepsgroepen vertegenwoordigd in de zogenaamde
Commissie NODO stellen richtlijnen hiervoor op.
Rouwcaravan (foto ANP) Bij de wijzigingen die voortvloeien uit de
evaluatie van de wet enkele jaren geleden gaat het onder andere om de
mogelijkheid tot het eerder doen vervallen van grafrecht bij
verwaarlozing van het onderhoud en om de aanpassing van de
bewaartermijn van urnen in crematoria. De aanpassing aan nieuwe
ontwikkelingen houdt bijvoorbeeld in dat het begrip 'verbranden' wordt
vervangen door het maatschappelijk gebruikelijke begrip 'cremeren'.
Ten slotte beoogt het wetsvoorstel de administratieve lasten voor
burgers en bedrijven te verlagen door het opheffen of vereenvoudigen
van verplichtingen. Een zo'n vereenvoudiging is, dat de houder van een
begraafplaats volgens de nieuwe regeling geen moeite meer hoeft te
doen om het adres te achterhalen van een rechthebbende wanneer deze
een bericht moet ontvangen over het aflopen van de termijn van het
grafrecht.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties