Burundi / 31-03-2006
Ambstsbericht Burundi, ministerie van buitenlandse zaken
Samenvatting
Op 26 augustus 2005 kwam met de inauguratie van Pierre Nkurunziza als
nieuwe president van Burundi een einde aan de overgangsperiode en is het
land een nieuwe fase van zijn geschiedenis ingegaan. Na een jarenlange
bittere en bloedige strijd tussen Hutu en Tutsi stelt Nkurunziza zich thans
een beleid van eenheid en verzoening en bevordering van terugkeer van
duizenden Burundese vluchtelingen uit de omringende landen ten doel. Ook
verklaarde hij zich bereid de al eerder in 2005 gestarte oriënterende
besprekingen tussen de overgangsregering en de enige tot nog toe niet bij
het vredesproces betrokken rebellengroepering Forces Nationales pour la
Libération (FNL) voort te willen zetten.
Gedurende de verslagperiode was de veiligheidssituatie in grote delen van
Burundi relatief rustig, mede door de aanwezigheid van de VNvredesmacht
ONUB (l'Opération des Nations Unies au Burundi). Alleen in
de provincies Bujumbura Rurale, Bubanza en Cibitoke, en in enkele wijken
van de hoofdstad Bujumbura, waar de FNL nog actief is, vinden nog
regelmatig gevechten plaats tussen het regeringsleger en de
rebellengroepering, die ook hun weerslag hebben op de burgerbevolking in
deze gebieden. In vrijwel geheel Burundi is er wel sprake van een hoge
criminaliteit, mede als gevolg van soms extreme armoede in combinatie
met nog veel in omloop zijnde wapens. Grote aantallen ex-soldaten en
-rebellen zonder werk blijken vrij eenvoudig aan wapens te kunnen komen,
hetgeen een sterke wissel trekt op het behoud van stabiliteit in het land.
Ondanks een verbeterde veiligheidssituatie in grote delen van Burundi
vonden in de verslagperiode nog steeds mensenrechtenschendingen plaats,
voornamelijk als gevolg van vóórtdurende gevechtshandelingen tussen
regeringsleger en FNL-rebellen. Veelal is de burgerbevolking slachtoffer
van het geweld, waaronder moord, verkrachting en mishandeling. Alhoewel
er naar verluidt buiten de context van de strijd tussen het regeringsleger en
de FNL op veel fronten een lichte verbetering in de mensenrechtensituatie
valt te constateren, weegt het juk van straffeloosheid zwaar op de
Burundese bevolking. Het overheidsapparaat noch de justitiële sector is
nauwelijks in staat om aangifte van de meeste misdrijven te behandelen en
te vervolgen als gevolg van jarenlange ondercapaciteit. De nieuwe regering
heeft inmiddels wel aangekondigd prioriteit te geven aan hervorming van
de wetgeving met betrekking tot het respecteren van mensenrechten.
Algemeen Ambtsbericht Burundi / maart 2006
53
In het kader van het vrijwillige VN-terugkeerprogramma keerden volgens
opgave van UNHCR in 2004 en 2005 ongeveer 170.000 Burundese
vluchtelingen uit de omringende landen terug naar Burundi (zelfstandig en
geholpen door UNHCR), van wie de meesten uit Tanzania. Hoewel ook de
laatste maanden veel Burundese vluchtelingen zijn teruggekeerd naar hun
regio, is vanwege de aanhoudende droogte in met name de oostelijke
provincies weer een vluchtelingenstroom richting Tanzania op gang
gekomen.
Ten aanzien van het asielbeleid van een aantal omringende Europese landen
(België, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland) kan men
stellen, dat deze landen geen bijzonder toelatings- en terugkeerbeleid voor
asielzoekers hanteren. Gedurende de verslagperiode achtten de genoemde
landen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar Burundi veilig
genoeg. In voorkomende gevallen vond uitzetting plaats.
Ministerie van Buitenlandse Zaken