Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
23 juni 2006
NIEUWE INKOMENSVOORZIENING VOOR OUDERE WERKLOZEN
Voor oudere werknemers die op of na 1 oktober 2006 werkloos worden, komt er
na afloop van de WW een speciale uitkering. Deze zogeheten
inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) ligt op minimumniveau.
Degenen die na hun 50ste werkloos worden, hoeven niet eerst hun vermogen
aan te spreken om voor de uitkering in aanmerking te komen. Als de eerste
werkloosheidsdag na de 60ste verjaardag valt, wordt ook niet gekeken naar
het inkomen van de partner. Het gaat om een tijdelijke regeling die in 2011
eindigt. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister
De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aanleiding voor dit wetsvoorstel is de nieuwe WW, waarmee het kabinet een
unaniem advies van de Sociaal-Economische Raad volgt. Kern van de nieuwe WW
is een verkorting van de maximale uitkeringsduur van vijf jaar tot drie
jaar en twee maanden. Deze maatregel past in het streven van het kabinet
meer ouderen aan het werk te krijgen of te houden.
Het kabinet beseft dat ondanks de toenemende werkgelegenheid de
arbeidsmarktpositie van oudere werknemers nog niet sterk genoeg is. Naar
het oordeel van het kabinet rechtvaardigt dit een aparte tijdelijke
inkomensvoorziening die oudere werklozen niet verplicht na afloop van hun
WW eerst hun vermogen 'op te eten' en 60-plussers niet kort als hun partner
een inkomen heeft. Het kabinet kiest nadrukkelijk voor een tijdelijke
regeling, omdat naar verwachting vergrijzing en ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt op termijn zorgen voor meer werkgelegenheid voor ouderen.
Voorwaarde voor een IOW-uitkering is dat de oudere werkloze minimaal zes
maanden een WW-uitkering heeft ontvangen. Het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) zal de regeling uitvoeren. Net als bij de WW
en de IOAW (huidige inkomensvoorziening voor oudere werkloze werknemers)
zal er voor de IOW een sollicitatieplicht gelden, waarbij het UWV op
individuele gronden tijdelijke ontheffing kan verlenen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan
de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van
het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.
RVD, 23.06.2006
Ministerie van Algemene Zaken