Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
23 juni 2006
PARDONREGELING VOOR UITKERINGSGERECHTIGDEN IN BUITENLAND
Mensen die vóór 1 januari 2000 al met een Nederlandse
socialezekerheidsuitkering in een land woonden waarmee Nederland nu nog
geen socialezekerheidsverdrag heeft afgesloten, behouden die uitkering. Dit
heeft de ministerraad besloten op voorstel van staatssecretaris Van Hoof
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Op 1 januari 2000 is de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) in
werking getreden. Hierin is geregeld dat Nederlandse
socialeverzekeringsuitkeringen alleen worden betaald aan mensen in
Nederland, de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of een land
waarmee een verdrag is gesloten dat het mogelijk maakt vast te stellen of
zo'n uitkering terecht wordt verstrekt. In de afgelopen jaren zijn
dergelijke verdragen tot stand gekomen met 51 landen. Het is nu mogelijk
vrijwel alle uitkeringen naar het buitenland te controleren op juistheid.
Het kabinet gaat er vanuit dat geen nieuwe verdragen meer worden
afgesloten. In landen waarmee geen afspraken zijn gemaakt, wonen heel
weinig mensen met een Nederlandse uitkering of ontbreken de mogelijkheden
om uitkeringen te controleren. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen
van de Wet BEU wil het kabinet mensen hun uitkering laten behouden als zij
voor de inwerkingtreding van de wet al met een socialezekerheidsuitkering
in zo'n land woonden. Zij konden toen immers niet weten dat zij hun
uitkering zouden verliezen als hun woonland geen verdrag met Nederland
afsloot. Het gaat om uitkeringen op grond van de AOW, Anw, WAO en WAZ. In
totaal betreft het 360 mensen, her en der verspreid over de wereld. Met de
regeling is dit jaar 1,8 miljoen euro gemoeid. In de jaren daarna wordt dit
bedrag geleidelijk lager.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan
de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van
het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.
RVD, 23.06.2006
Ministerie van Algemene Zaken