IP/06/816
Brussel, 21 juni 2006
Vogelgriep: de Commissie stelt stroomopwaartse steunmaatregelen voor de
pluimveemarkt voor
Het Comité van Beheer voor eieren en slachtpluimvee heeft vandaag een
Commissievoorstel goedgekeurd dat tot doel heeft maatregelen ter
bestrijding van de impact die de recente vogelgriepcrisis op de
pluimveemarkt heeft gehad, gedeeltelijk met Gemeenschapsgeld te
financieren. In het voorstel wordt gespecificeerd welke maatregelen in
aanmerking komen voor Gemeenschapsfinanciering ten belope van 50%. De
bedoeling is dat maatregelen in de stroomopwaartse fase hun beslag
krijgen; zij moeten met andere woorden de productie tijdelijk
beperken, onder meer door de vernietiging van broedeieren. Het
voorstel omvat een maximaal compensatieniveau per vernietigde eenheid,
het maximumaantal eenheden per lidstaten en de looptijd van elke
maatregel. De Commissie stelt geen stroomafwaartse maatregelen voor,
zoals steun voor particuliere opslag of de vernietiging van bestaande
voorraden pluimveevlees. Veertien lidstaten hebben inmiddels
Gemeenschapssteun voor hun pluimveesector aangevraagd. De kosten van
de voorgestelde maatregelen voor de Gemeenschapsbegroting worden
geraamd op 50 tot 65 miljoen euro.
"Door de dramatische daling van het pluimveeverbruik en de
pluimveeprijzen eerder dit jaar is een dermate uitzonderlijke situatie
gerezen dat bijzondere maatregelen niet konden uitblijven", aldus
Mariann Fischer Boel, EU-commissaris voor Landbouw en
Plattelandsontwikkeling. "Dankzij onze voorstellen krijgen de boeren
voldoende ruimte om hun productie aan de marktsituatie aan te passen
zonder dat de wankele positie van de markt onnodig in stand wordt
gehouden. Ik ben tegen steun voor particuliere opslag en de
vernietiging van vleesvoorraden. De markt trekt sinds kort weer aan en
de sector moet in staat zijn de bestaande voorraden te gebruiken."
Maatregelen die voor medefinanciering in aanmerking komen, zijn onder
meer:
* de vernietiging van broedeieren;
* de verwerking van broedeieren;
* de vernietiging van kuikens (van kippen, parelhoenders, eenden,
kalkoenen en ganzen);
* het vroege slachten van kweekgroepen;
* de uitbreiding van de periodes waarin tijdelijk niet wordt
geproduceerd, tot langer dan drie weken;
* de vrijwillige vermindering van de productie door minder kuikens
in de productiecyclus te brengen;
* het vroege slachten van legklare kippen.
De volgende lidstaten hebben steun aangevraagd:
Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië,
Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Spanje en Tsjechië.
Achtergrond:
Op het hoogtepunt van de recente vogelgriepcrisis nam het verbruik van
pluimveevlees en eieren in sommige lidstaten drastisch af, met scherpe
prijsdalingen tot gevolg. Tot dat moment kon de EU in het kader van de
verordeningen betreffende de markten voor eieren en pluimvee slechts
compenserende maatregelen cofinancieren wanneer op een landbouwbedrijf
vogelgriep was uitgebroken of landbouwers hun pluimvee niet mochten
verplaatsen omdat om diergezondheidsredenen beperkingen werden
opgelegd. Voor marktproblemen die ontstaan waren omdat de verkoop ten
gevolg van het verlies aan consumentenvertrouwen daalde, kon geen
communautaire steun worden verleend.
Wegens de ernst van de marktcrisis in sommige landen heeft de
Commissie daarom voorgesteld 50 % van de kosten van
marktondersteunende maatregelen te cofinancieren. De andere helft moet
uit de nationale begrotingen komen (zie IP/06/400). Na de goedkeuring
van het voorstel door de Raad op 25 april hebben veertien lidstaten
hun maatregelen aan de Commissie voorgesteld.
European Union