Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV)
Persbericht
Verkiezingen 2007: Nederland schoon en bereikbaar
Den Haag, 22 juni 2006, Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) vraagt bij de landelijke politieke partijen aandacht voor een schoon en een bereikbaar Nederland. In een brochure die dient als voeding voor de verschillende verkiezingsprogramma's stelt KNV enkele speerpunten voor beleid voor.
Milieu
KNV is van mening dat in de discussie over luchtkwaliteit het beroepsmatige vervoer te veel als probleem en te weinig als oplossing wordt gezien voor het verminderen van schadelijke uitstoot. Investeringen in taxi-, touringcar-, en openbaar vervoersystemen zijn nodig om een beter alternatief te bieden voor particulier gemotoriseerd vervoer. Collectief personenvervoer is nu eenmaal minder milieubelastend dan particulier gemotoriseerd vervoer. Tevens pleit KNV voor stimuleringsmaatregelen om schadelijke uitstoot versneld te verminderen.
Infrastructuur
Tegelijkertijd zijn grootscheepse investeringen in mobiliteitsinfrastructuur nodig. Dit is een economische noodzaak, maar ook hierbij is het milieu gediend. De meest vervuilende motor is die van een stilstaand voertuig. Doorstroming is dus belangrijk en maatregelen die de distributie van goederen in stedelijke gebieden stroomlijnen, verdienen daarom ook politieke aandacht. KNV pleit tevens voor de aanleg van 2000 kilometer busbanen en het gebruik van doelgroepstroken voor het goederenvervoer.
Energiekosten
Het beroepsvervoer heeft meer dan welke bedrijfstak dan ook, te lijden onder de hoge energieprijzen. KNV pleit voor een aanpassing van de brandstofaccijns op het Europese minimumniveau. Dat ligt ruim zes cent per liter lager dan in Nederland wordt gehanteerd. Ook pleit KNV voor een reële indexering voor de budgetten en tarieven in het collectief personenvervoer. Dat is een indexering waarbij de brandstofkosten meer worden meegerekend dan nu het geval is.
Koninklijk Nederlands Vervoer hoopt dat de brochure aanleiding is voor de opstellers van de verkiezingsprogramma's van 2007 om in discussie te gaan met het bedrijfsleven over deze beleidspunten.
---
Noot voor de redactie,