Antwoorden op kamervragen van Joldersma over de financiële beloning aan
verslaafden
Kamerstuk, 21-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2694098
21 juni 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van het Kamerlid
Joldersma (CDA) over de financiële beloning aan verslaafden
(2050615520).
Vraag 1
Klopt het bericht dat nieuwe deelnemers aan de gratis
heroineverstrekking in Den Haag, Enschede en Amsterdam-Zuidoost straks
kunnen bijverdienen als zij geen cocaïne bijgebruiken? 1)
Antwoord 1
Het klopt dat nieuwe deelnemers in deze steden een vergoeding kunnen
krijgen als zij geen cocaïne bijgebruiken.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het zeer onwenselijk is deelnemers aan het
heroïneprogramma financieel te belonen voor het niet-gebruiken van
cocaïne? Moeten cocaïneverslaafden die blijven bij gebruiken niet uit
het programma worden verwijderd?
Antwoord 2
Ik begrijp dat het financieel belonen voor het niet-gebruiken van
cocaïne veel bezwaar oproept, ondanks het feit dat deze methode in de
Verenigde Staten effectief is gebleken. Ik ben ook van mening dat
geldelijke beloning van verslaafden een verkeerd signaal afgeeft.
Daarom heb ik de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaving
(CCBH), die dit onderzoek uitvoert, verzocht een alternatieve wijze
van beloning te zoeken. Hierbij wordt gedacht aan beloning in de vorm
van vouchers, die besteed moeten worden op het gebied van persoonlijke
verzorging, verbetering gezondheidstoestand of sport. Ik zal mij hier
samen met de CCBH nog nader op beraden.
Het bijgebruik van cocaïne is nooit een exclusiecriterium geweest voor
deelname aan de heroïnebehandeling. Evenmin kunnen patiënten uit de
behandeling verwijderd worden enkel en alleen op basis van
continuering van het gebruik van cocaïne. Wel is het zo dat een
toename van het cocaïnegebruik ten opzichte van de start van de
behandeling met heroïne op medisch recept kan leiden tot beëindiging
van de behandeling.
Vraag 3
Welke huidige afspraken zijn er in het programma gratis
heroïneverstrekking over bijgebruik van cocaïne? Om welke redenen zijn
deelnemers de afgelopen jaren uit dit programma verwijderd en om
hoeveel deelnemers gaat het?
Antwoord 3
Er zijn nu geen afspraken over het bijgebruik van cocaïne (zie ook
vraag 2). Dat patiënten uit het programma worden verwijderd komt
incidenteel voor. Het gaat dan meestal om redenen van het overtreden
van regels of agressie.
Vraag 4
Welke mogelijkheden heeft u om in te grijpen in de voorwaarden voor
het programma van de gratis heroïneverstrekking? Welke acties bent u
van plan te ondernemen?
Antwoord 4
Er is geen reden om in te grijpen in de lopende programma's. Deze
worden volledig uitgevoerd conform de afspraken die daarover met de
Tweede Kamer zijn gemaakt. We hebben veel geïnvesteerd in de opzet en
het onderzoek van de heroïneverstrekking. De effecten van de
behandeling op gezondheid, sociaal functioneren en illegale
activiteiten zijn duidelijk aangetoond.
Ook kan ik geen invloed uitoefenen op het feit dat, zolang heroïne
niet als geneesmiddel is geregistreerd, de heroïnebehandeling alleen
kan plaatsvinden in het kader van wetenschappelijk onderzoek, dat
vereist de Opiumwet. Op de wijze waarop nieuw onderzoek plaats vindt
kan ik, binnen bepaalde marges, invloed uitoefenen. Ik heb dan ook de
CCBH, die het onderzoek uitvoert, verzocht om een alternatieve wijze
van beloning te hanteren.
Het uiteindelijke onderzoeksvoorstel moet daarnaast voorgelegd worden
aan de CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek), die als
onafhankelijke commissie een oordeel velt.
Vraag 5
Wanneer kan de eerstvolgende evaluatie van de gratis
heroïneverstrekking worden verwacht, waarbij ook wordt ingegaan op
bijgebruik en de effectiviteit van het programma?
Antwoord 5
In 2002 heeft een evaluatie van de oorspronkelijke onderzoeken
plaatsgevonden en in 2004 is een aanvullende evaluatie uitgevoerd.
Beide rapportages heb ik u toegestuurd. De resultaten van het huidige
nieuwe onderzoek naar een interventie voor het verminderen van het
bijgebruik van cocaïne zal u te zijner tijd toegezonden worden.
Vraag 6
Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg over het
drugsbeleid op 22 juni a.s.?
Antwoord 6
Ja.
1) Trouw, 19 juni jl.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport