Vrije Universiteit Amsterdam

Betere artsen met minder onderwijs

Door een betere indeling van de artsopleiding is het mogelijk om met minder onderwijs betere artsen af te leveren. Tijdwinst kan vooral gehaald worden uit het anders aanleren van de zogenaamde basisvakken. Hiervan moeten meer de klinische toepassingen worden aangeleerd. Aldus arts-anatoom Piet Hoogland in zijn inaugurale rede aan VU medisch centrum Amsterdam. Hoogland bekleedt de leerstoel klinische anatomie.

Hoogland signaleert dat er in de artsopleiding - ook internationaal - steeds minder tijd wordt ingeruimd voor basisvakken zoals anatomie. De kennis van de anatomie hoort uiteraard in de basisopleiding van de arts in spe. Immers voor het uitvoeren van een goed lichamelijk onderzoek en ook om de meest voorkomende diagnostische en therapeutische ingrepen te kunnen begrijpen, heb je anatomische kennis nodig. Anatomen vrezen dat de moderne artsen te weinig weten van de anatomie en daardoor ernstige geneeskundige fouten zullen maken. Toch moet het anatomieonderwijs inkrimpen, maar tegelijk ook verbeteren door zich meer op de klinische toepassingen te gaan richten. Hoogland stelt voor om op het eind van (of vlak na) de basisartsopleiding speciaal anatomisch onderwijs te geven dat aansluit bij de toekomstige specialisatie van de basisarts.

De klassieke anatomieboeken zijn steeds minder geschikt voor het onderwijs en er moet meer op maat gemaakte leerstof worden ontwikkeld. Zo blijft de stof ook up-to-date en is de omvang aan te passen aan de beschikbare ruimte in het onderwijsprogramma. Hoogland stelt dat hiermee de afname van de kwaliteit van nieuwe artsen door verminderde anatomiekennis grotendeels wordt gestopt, mits deze nieuwe invulling van het vak snel wordt ontwikkeld.