Toespraak tijdens de Dag van het Zeeuwse Platteland
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, tijdens de Dag van het Zeeuwse Platteland op 21 juni
2006 te Colijnsplaat
Dames en heren,
Doorgaans begin ik mijn toespraken netjes zoals het hoort met te
vertellen waar ik het over ga hebben. Vandaag wilde ik dat eens
omdraaien. Vandaag wil ik beginnen met u vertellen waar ik het niet
over ga hebben.
Ik wil het namelijk niet hebben over de Ontwikkelingsschets
Westerschelde 2010. Niet, omdat ik het onderwerp niet belangrijk vind.
In tegendeel. Maar omdat het vandaag gaat over de toekomst van het
Zeeuwse platteland als geheel. Een belangrijk onderwerp, waar veel
over valt te zeggen. Bovendien is het niet meer aan mij om al te veel
uit te wijden over de Ontwikkelingsschets. Dit kabinet heeft een
duidelijke en bewuste keuze gemaakt om de regie over de uitvoering
ervan in vertrouwde en bekwame handen te leggen van de de provincie
Zeeland.
Sommigen typeren dat als het over de heg gooien van problemen. Maar
dat is het niet. Ik ben ervan overtuigd dat juist zo'n uitermate
gevoelig onderwerp in de juiste handen is bij bestuurders die dichtbij
de mensen staan die het aangaat. Bij bestuurders die de problematiek
aanvoelen, die precies weten wat er in een regio speelt. Verder ben ik
de stellige overtuiging toegedaan dat de provincie met het convenant
Westerschelde voldoende mogelijkheden heeft om agrarisch ondernemers
die met de plannen te maken krijgen, goed te compenseren en zelfs
mooie kansen te bieden. Al begrijp ik tegelijkertijd heel goed dat de
plannen desondanks zeer ingrijpend zijn voor de direct betrokkenen. Ik
ben zelf boer en kom van een eiland. Niemand hoeft mij te vertellen
wat er omgaat in mijn hart, ik voel dat.
Terug dus naar de toekomst van het Zeeuwse platteland als geheel.
Dat prachtige Zeeuwse platteland roept bij veel Nederlanders
idyllische beelden op. Rust en ruimte. Prachtige vergezichten over de
dijk. Akkers, weilanden met trotse boeren, statige boerderijen in
eeuwenoude polders. Men vergeet vaak dat dit romantische beeld van het
platteland alleen in stand kan blijven als er ook iets gebeurt op dat
platteland. Het is onze taak om te laten zien dat er méér gebeurt.
Ondernemers, boeren en vissers houden het platteland vitaal en bepalen
de toekomst van dat platteland.
Het thema van deze dag sluit daar goed bij aan. Acquacultuur en
landbouw. De interactie tussen water en land dus. En dat is een
belangrijk centraal thema in deze provincie. Dat is zo en dat blijft
zo. Want veel belangrijke veranderingen in het Zeeland van de komende
jaren hebben te maken met water. Zeespiegelrijzing,
klimaatverandering, extremere regenval, warme en droge zomers, de
veranderende waterkwaliteit in de Delta, Europese regelgeving met
betrekking tot waterkwaliteit en natuur en uiteraard ook de
Ontwikkelingsschets Westerschelde 2010. Er staan dus veel
veranderingen op stapel. En het is onvermijdelijk dat die
veranderingen hun sporen na zullen laten op het Zeeuwse platteland, de
steden en ook de mensen.
Die veranderingen roepen op tot bezinning op de toekomst, en het maken
van plannen. Dat geldt vooral voor de boeren en vissers in Zeeland,
voor wie deze veranderingen de meeste gevolgen hebben. Moet de visser
zijn toekomst op het land zoeken? En moet een boer nadenken over het
zoute water?
Het antwoord, dames en heren, zal niet van mij moeten komen, maar van
de ondernemer in kwestie. Wij, als overheid, moeten hem daartoe de
ruimte geven en hem de informatie en kennis geven die hij nodig heeft
om een juiste keuze te maken. Want van het ondernemerschap moet het
Nederlandse - en zeker het Zeeuwse - platteland het hebben in de
toekomst.
Dat blijkt ook een uit studie die we onlangs hebben laten doen naar de
toekomst van de landbouw in de Delta. Het blijkt dat de ontwikkelingen
op de wereldmarkt veel meer invloed zullen hebben op het succes van de
agrarische bedrijven dan de kwaliteit van het water.
Dat maakt het uiteraard niet minder zuur dat zoet water in de toekomst
niet overal in de gewenste hoeveelheid meer beschikbaar is in Zeeland.
Maar het laat wel meer dan eens zien dat agrarische bedrijvigheid een
goede toekomst kan hebben, ook in deze provincie.
Ik heb er alle vertrouwen in dat die goede toekomst er ook zal komen.
De Zeeuwen - en dus ook de Zeeuwse ondernemers - zijn altijd in staat
geweest om te leven en te werken met de watercondities. De
geschiedenis van Zeeland laat dat zien. Anno 2006 heeft die
overlevingsdrang nog weinig aan kracht verloren. Want ook vandaag de
dag zijn er prachtige voorbeelden van goed Zeeuws ondernemerschap.
Neem het initiatief van de ZLTO om hier en in West-Brabant
agroclusters te ontwikkelen waarin glastuinbouw in slimme combinaties,
zoals biovergisting, nieuwe vormen van landbouw oplevert.
Dat soort lef zal wel de toekomst van het platteland bepalen. Het is
daarom essentieel dat ondernemers de juiste keuzes maken voor hun
toekomst. Dat geldt voor vissers én voor boeren.
Want als iets bepalend is voor het succes van een ondernemer, dan is
het de durf en de daadkracht om een strategie uit te stippelen en die
weg te gaan; vastberaden en onvolschokken. De grootste uitdaging is
dan ook om te bepalen hoe zij met hun capaciteiten en die van hun
omgeving het beste in kunnen spelen op de vragen uit de markt.
Zoals gezegd, is het aan ons, bestuurders en politci, om ondernemers
daarvoor de ruimte en duidelijkheid te geven. En daar zijn we dan ook
druk mee bezig. Zo werk ik sinds mijn aantreden hard aan het
verminderen van regelgeving en administratieve lasten voor
ondernemers.
Een ander belangrijk punt is dat ik ondernemers zo snel mogelijk
duidelijkheid wil geven over overheidsbeslissingen die voor hen van
belang zijn. Of het nu gaat om verzilting, ontpoldering of over de
kansen die wij als overheid in de toekomst zien voor duurzame
bedrijfssystemen.
Ook wil ik ondernemers de ruimte geven om te experimenteren met
innovatieve bedrijvigheid zoals hier bij proefboerderij Rusthoeve.
Want succesvol ondernemerschap heeft alles te maken met kennis en
innovatie. Ook dat geldt voor landbouw zowel als visserij. Vandaar ook
de beslissing om binnen het Europees Visserij Fonds vanaf 2007 een
aanzienlijk bedrag te reserveren voor projecten in publiek-private
samenwerking. Verder heb ik samen met de sector extra vaart gezet
achter het onderzoek naar de invloed van uitzaai van mosselzaad in de
Oosterschelde op het milieu. De resultaten zijn vorige week
beschikbaar gekomen en bieden goede hoop dat dit inderdaad een
duurzame kans kan zijn.
Dames en heren,
Ik doe wat ik kan. Maar als het gaat om ondersteuning, moet de
ondernemer het toch vooral van de overheid dichtbij huis hebben. En
wat dat betreft, dames en heren ondernemers, boft u met het
provinciaal bestuur in Zeeland. Want de bestuurders hier zijn goed
doordrongen van het belang van ondernemerschap voor de vitaliteit van
het platteland. Zo is Zeeland erg actief in het scheppen van ruimte
voor ondernemers in de landbouw en visserij. Niet alleen door ook op
dit niveau te werken aan minder en eenvoudiger regels. Maar ook door
de kansen van deze sectoren in kaart te brengen. Soms heel letterlijk,
zoals bij het omgevingsplan met de kansenkaart voor zilte teelten in
Zeeland. De provincie heeft veel aandacht voor projecten die met
verzilting of andere vormen van innovatie te maken hebben, zoals het
project Zeeuwse Tong en het Visserij Initiatief Zeeland. De insteek is
daarbij vooral gericht op ketenintegratie en ketenversterking. Dat
getuigt van wijsheid: samen sta je sterk, je samen op de klant
richten. Dat is bepalend voor de toekomst van Zeeland en het
platteland.
Nu zijn dan de gemeenten aan zet. Ook zij spelen een belangrijke rol.
Aan hen de opdracht de beleidsverruiming te verwerken in gemeentelijke
plannen. Ik heb er alle vertrouwen in dat ook op dit niveau de Zeeuwse
ondernemersgeest goed tot zijn recht zal komen. Gemeentebesturen wees
niet benauwd, geef ruimte aan ondernemers! Zij zijn de dragers van het
platteland. Het landschap is niet gratis en ondernemers vervullen bij
het in stand houden een belangrijke rol.
Ik ben ervan overtuigd dat Zeeland als geen andere provincie in staat
is om die uitdagingen met succes aan te gaan.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit