VVD


22-6-2006

Toespraak Paul de Krom bij het `Congres Fijnstof en Longen: Staat onze gezondheid op het spel?'

Deze toespraak hield VVD Tweede Kamerlid Paul de Krom op het `Congres Fijnstof en Longen: Staat onze gezondheid op het spel?' Op 22 juni 2006.

Dames en heren,

Allereerst veel dank aan de Nederlandse longstichting om vandaag te mogen spreken. Ook voor de VVD is de problematiek van de luchtkwaliteit - en dan met name de fijnstof - belangrijk. Ik heb dat dikwijls milieuprobleem nummer één genoemd, ruim voor het geweld erover in de media losbarstte.

In deze zaal zitten vandaag veel gezondheidsspecialisten en deskundigen. Dat ben ik niet en dat wil ik ook niet worden. U weet er veel meer van dan ik. De vraag die voor mij als politicus centraal staat is hoe wij als politici de risico's moeten inschatten, en welke conclusies en maatregelen we daaraan verbinden.

Luchtkwaliteit sterk verbetert
Voordat ik op de problematiek inga, eerst het goede nieuws. De kwaliteit van de lucht is in de afgelopen jaren sterk verbeterd, onder andere door schoner wegverkeer. Ik citeer de Milieubalans 2004: `De lucht wordt steeds schoner. De gemiddelde concentraties voor NO2 en fijn stof zijn de laatste tien jaar met circa 20% gedaald door emissiereducties in Nederland en Europa. Deze verbetering zet naar verwachting door'. Sinds de Milieubalans 2006 weten we dat de huidige fijnstofconcentratie gemiddeld in Nederland tien tot vijftien procent lager is dan eerder werd aangenomen. In zijn algemeenheid is de milieudruk in Nederland de laatste jaren steeds verder afgenomen, ondanks de groei van de economie (BBP).

Milieubeleid: ambitieus maar realistisch
Is het milieubeleid dan alleen maar een hosanna verhaal? Nee, geenszins. Er is nog veel te doen, maar het is wel belangrijk de successen wel te benoemen. Pers en milieubeweging zijn daar niet echt dol op, maar volgens mij moet je dat wél doen om motivatie en draagvlak te behouden. Nederland is een dichtbevolkt land met veel landbouw en industrie. We leven hier niet op een Zwitserse Alpenweide. Dat zal ook nooit het geval zijn, tenzij je miljoenen mensen of talloze bedrijven de grens over zet. Ik geloof niet dat het draagvlak daarvoor groot is. En al die mensen willen ook graag wonen en zich verplaatsen. Dat is een gegeven dat je moet accepteren. Niet voor niets lezen we in de Milieubalans 2004 dat `Voor beleid dat gedragsverandering beoogt lijkt er weinig draagvlak bij de burger te zijn'. Duurzaam beleid gaat over het vinden van een goede balans tussen al die factoren. Tussen economie, natuur en groen, gezondheid, wonen, werken, en welzijn. Het verschil tussen milieu-actiegroepen en mij is, dat zij ééndimensionaal de zaken benaderen. Maar ik moet het algemeen belang proberen te vinden, en dat is nooit ééndimensionaal. Duurzaamheid gaat over meer dan milieu alleen. Ik noem mijzelf dus ook graag woordvoerder duurzaamheid.

Risico's
Wonen en werken in een drukbevolkte samenleving als de onze betekent dat er ook risico's zijn. Een risicoloze samenleving is een illusie. Waar het om gaat is die risico's te prioriteren en op een slimme en kosteneffectieve manier zoveel mogelijk te beperken. Luchtkwaliteit is ondanks alle verbetering nog steeds zo'n risico. Ik noemde het al milieuprobleem nummer één. Het lijkt immers aannemelijk dat luchtvervuiling daadwerkelijk risico's voor de gezondheid van mensen oplevert, veel meer dan welk ander milieuprobleem dan ook. Studies wijzen uit dat in Nederland jaarlijks enige duizenden mensen vroegtijdig overlijden samenhangend met kortdurende blootstelling aan fijn stof. De effecten van langdurige blootstelling zijn misschien nog groter. Om die reden vindt de VVD dat we redelijkerwijs alles in het werk moeten stellen om de emissies terug te brengen. Daarom steunt de VVD het pakket van 900 miljoen dat het kabinet voor bestrijding van de problematiek ter beschikking is gesteld. En daarom is de VVD groot voorstander van het versneld aanscherpen van Europese emissienormen.

Beperkingen en onzekerheden
De VVD onderkent dus het probleem. Maar er zijn wel belangrijke nuances aan te brengen. Ten eerste in hoeverre de fijnstofproblematiek door Nederland zelf is te beïnvloeden. In het nationaal Luchtkwaliteitplan 2005 kunnen we lezen dat 54% van natuurlijke oorsprong is (zeezout, bodem). Daar kunnen we dus niet zoveel aan doen. 31% is afkomstig uit het buitenland. Ook dat kan Nederland niet in zijn eentje oplossen. Blijft 15% over waar we zelf wél wat aan kunnen doen. Dit leidt tot twee conclusies:

1. de meest effectieve aanpak is vermindering van de emissies aan de bron in internationaal verband. Twee weken geleden was ik nog op bezoek bij de Milieudienst Rijnmond. De boodschap was helder: wat echt helpt zijn drie maatregelen; bronbeleid, bronbeleid en bronbeleid. Juist hiervoor hebben we Brussel nodig.

2. De effectiviteit van maatregelen - voorzover we dat überhaupt al weten - lijkt gering. Stel dat in 2001 inderdaad 2.850 mensen vroegtijdig aan blootstelling door fijnstof zouden zijn overleden. Als Nederland toen al aan de EU grenswaarden had voldaan, zou het geschatte aantal vervroegd overledenen ongeveer 5% lager zijn geweest. Een daling van 143 personen.

De tweede nuance die we moeten aanbrengen is de wetenschappelijke onzekerheid. In de studie `Fijnstof nader bekeken' (MNP/RIVM augustus 2005) lezen we het volgende. Een schatting van gezondheidswinst zoals minder sterfte, minder ziekte en afgenomen levensduurverkorting door afname van fijnstof in de lucht is gelet op onze huidige kennis heel onzeker. De relatie tussen fijnstof en gezondheidseffecten wordt vermoed, maar niet begrepen. Dat geldt ook voor welke chemische stoffen nu precies gezondheidsschade veroorzaken. Niet bekend is welke mensen gezondheidsschade lijden, alhoewel het aannemelijk is dat het gaat om ouderen, zieken of mensen die hart- vaat- of longaandoeningen hebben. De PM2,5 norm of beter gezegd, de risicofactor, is gebaseerd op één Amerikaans onderzoek. Door gebrek aan voldoende studies is de grote vraag of die resultaten wel één op één te vertalen zijn naar Europa, o.a. door verschillen in bevolkingsamenstelling, fijnstof samenstelling en overige luchtkwaliteit. Het is niet mogelijk een algemeen geldende concentratie-effectrelatie op te stellen. Betrouwbare Nederlandse en Europese gegevens om het risico van langdurige blootstelling te bepalen ontbreken. Schattingen over levensduurverkorting zijn onzeker. Het huidige kennisniveau over de gezondheidseffecten van langdurige blootstelling aan fijnstof is laag en de onzekerheden groot. Er zijn veel statistische onzekerheden, ook over de oorzaak-gevolg relatie. Om maar eens een greep uit dit rapport te doen. Eén conclusie lijkt mij in ieder geval onontkoombaar: meer en gedegen onderzoek is nodig. Ik vermoed dat veel mensen in deze zaal daar een nuttige bijdrage aan kunnen leveren.

Politiek-bestuurlijk
We hebben dus een probleem waarover wetenschappelijk nog veel onzekerheden bestaan. Wat doe ik daar als politicus nu mee? Niets doen is geen optie, maar teveel doen ook niet. Dan loop je het risico verkeerde dingen te doen die achteraf niet blijken te helpen. We moeten dus verstandige dingen doen, ofwel `no-regret beleid voeren'. Het MNP zegt eigenlijk hetzelfde. Het beveelt in de publicatie `Nieuwe inzichten in de omvang van de fijnstofproblematiek' aan, gelet op alle onzekerheden, het voorzorgprincipe `gewogen' toe te passen, binnen het spanningsveld van economie, ecologie en gezondheid. M.a.w.: doe wat je kan om problemen te voorkomen, maar niet ten koste van alles. De VVD zit precies op die lijn.

Europa doet huiswerk niet
Het aanscherpen van bronbeleid is zo'n optie, tegen relatief lage kosten kan veel winst worden geboekt. Het is treurig dat Europa niet in staat is gebleken dat snel te doen. Kennelijk zitten Europese politici zo vast in de lobbies van hun auto-industrie dat kansen blijven liggen en kostbare tijd verloren gaat. Tegelijkertijd is de politieke scoringsdrang zo groot dat ze over elkaar heen struikelen om de luchtkwaliteitsnormen verder aan te scherpen. Ik vind dat je dan de zaak bedondert. Mooi weer spelen voor de bühne, maar als het erop aankomt maatregelen te treffen die echt helpen en kosteneffectief zijn, juist díe achterwege te laten.

Voorzorgbeginsel `gewogen' toepassen
Het beleid mag ambitieus zijn, maar wel realistisch. Maar wat er gebeurt is dat het Europese en Nederlandse beleid vastloopt in een juridisch moeras. Het lijkt niet meer om de zaak zelf te gaan, maar om het oplossen van juridische problemen die we zelf hebben veroorzaakt. Wethouders zitten met hun handen in het haar omdat stedelijke vernieuwing en hun bouwplannen vastlopen. De VVD is vóór effectief milieubeleid, en dus tegen beleid dat niet onderbouwd, juridisch onuitvoerbaar of praktisch onhaalbaar is. En dat is precies wat er wél gebeurt. Nederland stemde zeven jaar geleden in met de normen met de aantekening dat Europa dan wel scherper bronbeleid moest voeren. Anders zou Nederland de normen niet halen. Daar kwam niets van terecht. Van het begin af aan bleef onduidelijk hóe Nederland die normen zou halen. Vervolgens zouden de normen door Brussel worden geëvalueerd. Ook dat gebeurde niet.
Toen bleek dat - zoals de VVD al vreesde - steeds meer bouw- en infrastructuurprojecten werden afgeblazen was de boodschap dat als Nederland zijn huiswerk zou doen we voor uitstel in aanmerking zouden komen. Dat huiswerk deden we, een in Europa ongeëvenaard pakket maatregelen van 900 mln. werd met steun van de VVD op tafel gelegd. Maar uitstel: ho maar. Afspraak op afspraak wordt dus geschonden. Sterker: de normen worden nog verder aangedraaid maar tegelijk mogen we van Europa nota bene geen roetfilters verplicht stellen op nieuwe auto's! De boodschap is nu: als Nederland niet instemt met aanscherping van de normen dan kan je uitstel en bronbeleid wel vergeten. Hoe haalbaar en uitvoerbaar dat is: geen idee. En hoe hard die toezeggingen zijn: ook geen idee. De geschiedenis van zeven jaar geleden herhaalt zich. De VVD kan en wil niet uitleggen dat zolang er geen garantie is dat het huidige probleem wordt opgelost, we alweer met verdere aanscherping akkoord moeten gaan. Wat ons betreft is het simpel: je kunt niet overgaan naar de volgende klas als je bent gezakt voor je examen. Ook harmonisatie van meetmethoden wordt door Europa keurig op de lange baan geschoven. Andere landen hebben kennelijk wat te verliezen of te verbergen! Het lijkt helemaal nergens naar. Kortom: de ruimte voor dit Kabinet om met aangescherpte normen thuis te komen voordat de huidige problemen zijn opgelost is wat de VVD fractie betreft nul. Bestuurlijk is het gewoon een rommel.

Samenvatting
Samenvattend concludeer ik:
o We moeten een goede balans vinden tussen wonen, werken, economie en gezondheid. Luchtkwaliteit is geen ééndimensionaal probleem. Van een ééndimensionale oplossing kan dan ook geen sprake zijn. We moeten ook rekening houden met andere belangen. Mensen willen ook wonen, werken en zich verplaatsen
o De luchtkwaliteit is de afgelopen jaren sterk verbeterd, maar het kan nog beter. Het Nederlandse `luchtkwaliteitspakket' van maatregelen is adequaat en kosteneffectief. Daarom wordt het ook door de VVD gesteund
o Nederland kan dit probleem niet in zijn eentje oplossen. Helaas laat Brussel ons keer op keer in de steek
o Er zijn veel onzekerheden, maar we moeten de risico's onder ogen zien en die zoveel mogelijk beperken. Maar een risicoloze samenleving bestaat niet.
o Het luchtkwaliteitsbeleid rammelt. Het is niet uitvoerbaar en niet haalbaar, juridisch aanvechtbaar, bureaucratisch en ingewikkeld. Niemand lijkt tevreden.
o Aanscherping van normen is niet bespreekbaar, in ieder geval niet zolang niet is gegarandeerd dat de problemen met de huidige normen adequaat worden opgelost

De VVD fractie verwacht dat dit Kabinet er in slaagt in Brussel uit de impasse te komen. Wij moedigen de Staatssecretaris van VROM daartoe aan. Eeuwige roem zal zijn deel zijn. Maar zoals altijd: de `proof of the pudding is in the eating'. Ik wens de heer Van Geel veel succes.