Eurocommissaris Frattini ontvangen door Eerste Kamer
donderdag 22 juni 2006
De vice-voorzitter van de Europese Commissie en commissaris voor
Justitie, Vrijheid en Veiligheid, Franco Frattini, is op dinsdag 20
juni 2006 ontvangen door de Eerste Kamer. Bij de ontmoeting, die
plaatsvond in de Gotische Zaal van de Raad van State, waren tevens
enkele leden van de Tweede Kamer aanwezig.
In zijn inleiding ging Frattini vooral in op de communautarisering van
het strafrecht. Hij onderstreepte dat wat hem betreft niet het
volledige spectrum van justitiële samenwerking hoeft te worden
gecommunautariseerd. Hij acht dit echter wel van belang voor de strijd
tegen terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit. De Commissie
zal daarom op korte termijn aan de Raad voorstellen om een aantal
derde pijleronderwerpen over te hevelen naar de eerste pijler en
daarmee te onderwerpen aan de co-decisieprocedure. Dit heeft bovendien
als groot voordeel, dat daarmee het Europees Parlement een grotere rol
krijgt toebedeeld. Bovendien krijgen het te voeren beleid hierdoor een
grotere democratische legitimatie.
In reactie op een aantal vragen van zowel Eerste- als
Tweede-Kamerleden stelde Frattini bewust terughoudend te zijn geweest
in de weerslag van de uitspraak van het Hof van Justitie van 13
september 2005. Gebruik van strafrechtelijke sancties binnen een
eerste pijlerinstrument dient volgens hem enkel en alleen te
geschieden wanneer dit strikt noodzakelijk is, waarbij het
subsidiariteitsbeginsel volledig wordt gerespecteerd, en wanneer er
sprake is van proportionaliteit. Vooralsnog zal het gebruik van
strafrechtelijke sancties in een richtlijn dan ook beperkt blijven tot
de piraterijrichtlijn. De Eurocommissaris committeerde zich ertoe
pragmatisch en prudent met zijn nieuwe bevoegdheid te zullen omgaan.
Ten aanzien van het Europese terrorismebeleid benadrukte Frattini dat
het beleid zich met name zou moeten richten op het wegnemen van de
oorzaken voor terroristische activiteiten. De Europese Commissie heeft
een aantal initiatieven in ontwikkeling, onder meer om radicalisering
tegen te gaan en vitale infrastructuur in de lidstaten te beschermen.
Regelgeving op Europees niveau is met name bedoeld ter ondersteuning
van de handhavingsautoriteiten in de nationale lidstaten. Zij hebben
uiteindelijk de verantwoordelijkheid om van terroristische
activiteiten verdachte personen al dan niet te vervolgen.
Het derde thema dat ter sprake kwam tijdens het gesprek met de
Eurocommissaris was de agentschappenstructuur, waarbij de sprekers met
name ingingen op de plannen een Europees Bureau voor de Grondrechten
op te zetten. De discussie in Brussel over dit onderwerp richt zich op
het wel of niet opnemen van de derde pijler (samenwerking op het
gebied van politie en justitie) binnen de werkingssfeer van de
verordening. Frattini stelde hieraan vast te houden, onder meer
vanwege het feit dat de Europese staats- en regeringsleiders tot drie
maal toe unaniem hebben aangedrongen op de oprichting van een Bureau
voor de Grondrechten. Ook het Europees Parlement hecht groot belang
aan dit nieuwe agentschap.
Tenslotte werd gesproken over de overdracht van passagiersgegevens aan
de Verenigde Staten. Het Europese Hof oordeelde onlangs dat de
rechtsbasis voor de huidige overeenkomst onjuist is. De Europese
Commissie en de Raad hebben nu tot eind september de tijd om een
nieuwe overeenkomst op te stellen. Volgens Frattini zal deze
inhoudelijk gelijk zijn aan de bestaande overeenkomst, met enkel een
aangepaste rechtsbasis. Pas in de loop van 2007 zal onderhandeld
worden over de inhoud van een nieuwe overeenkomst met de VS, waarbij
zal worden ingezet op een verhoogd gegevensbeschermingsniveau.
(
Eerste Kamer der Staten Generaal