Van Messina naar Berlijn
Europees parlement den haag
In dit artikel geeft Josep BORRELL FONTELLES, de President
Voorzitter van het Europees Parlement zijn reactie op de uitkomsten van de Europese Raad
van vorige week en richt zich op de verdere gang van zaken rond het grondwettelijk
verdrag.
Noot aan de redactie:
Voor meer informatie kunt u zich richten tot Bureau Europees Parlement Den Haag (Tel.
070-3624941, email: epdenhaag@europarl.eu.int)
tekst artikel:
Aan het eind van de 'bezinningsperiode' zullen 16 landen, waaronder Finland, het
Grondwettelijk Verdrag hebben geratificeerd. Minstens drie andere hebben hierover nog
geen besluit genomen. En Frankrijk en Nederland gaan dezelfde tekst niet nog eens in
stemming brengen, ook niet na de komende verkiezingen. Geplaatst voor de keuze tussen een
problematische ratificatie en een voorbarige herziening, heeft de Raad besloten dat het
hoog tijd was om pas op de plaats te maken.
De instellingen zullen in de dagelijkse praktijk normaal blijven functioneren. Maar de
problemen van omvang, legitimiteit en doelmatigheid van de EU zouden wel eens in een
vicieuze cirkel terecht kunnen komen.
Daarom is het niet voldoende om over te gaan tot de orde van de dag. Het Grondwettelijk
Verdrag was niet zomaar een bevlieging van de voorstanders van een alomvattende visie op
het politieke Europa. Algemeen was men het erover eens dat het Verdrag van Nice in een
uitgebreid Europa onvoldoende basis bood om verder te werken.
Tijdens de 'bezinningsperiode' hebben wij uit de bevolking allerlei, soms tegenstrijdige,
signalen opgevangen. En we hebben dezelfde angsten beluisterd die werden geuit bij de
referenda in Frankrijk en Nederland.
Globalisering boezemt angst in en of dat terecht is of niet 47% van de Europeanen ziet
globalisering als een bedreiging. Uitbreiding zorgt voor onrust. De internationale
concurrentie zet de socialezekerheidsstelsels op losse schroeven. Immigratie en
vergrijzing van de bevolking drukken hun stempel op onze samenleving. Het gevoel bestaat
dat onze nationale identiteit wordt bedreigd. In naburige regio's is stabiliteit ver te
zoeken en ligt het gevaar van terrorisme nog altijd op de loer.
Welke rol is er, gezien deze onzekerheden, weggelegd voor Europa? Europeanen zijn van
mening dat er te veel Europa is waar dat niet nodig is en te weinig waar het wel nuttig
zou zijn. Zij vragen om meer Europa, maar willen dat dat Europa de problemen aanpakt die
hun eigen regeringen niet aan Europa willen overlaten.
Europeanen zien zelden wat voor voordelen de Unie allemaal oplevert. Europa is minder
zichtbaar in termen van de voordelen die het biedt dan in termen van de problemen die het
oproept of de oplossingen die het nalaat te bieden. Er valt nog heel veel uit te leggen!
Over de uitbreiding is heel wat gediscussieerd. Wat is de 'opnamecapaciteit' voor nieuwe
lidstaten, als we na de toetreding van Roemenië en Bulgarije met 27 zijn? Is de
grens psychologisch of economisch? Zit de grens tussen onze oren of in onze portemonnee?
Is het een kwestie van praktische haalbaarheid of van principiële bereidheid?
Met alle bijkomende problemen zijn de uitbreidingen het belangrijkste strategische succes
geweest van de Europese samenwerking. Ze hebben de politieke stabiliteit en de
economische welvaart van het Europese continent versterkt en hebben Europa langs
vreedzame weg opnieuw verenigd.
Ook de diversiteit is erdoor versterkt en dat zal ook in de toekomst het geval zijn.. Het
Europa van vandaag is een wereld in het klein, met verschillen in inkomen (de rijkste
regio is 20 keer zo rijk als de armste). en met verschillende historische achtergronden
die leiden tot verschillen in visie op de wereld en op Europa zelf.
Dat is de reden waarom het steeds moeilijker wordt om overeenstemming te bereiken op basis
van unanimiteit en waarom er vaak waterige compromissen worden gesloten die meer
frustratie dan daadkracht opleveren..
Besluitvormingprocedures die niet goed afgestemd zijn op het aantal lidstaten, gaan ten
koste van de doelmatigheid. En ondoelmatigheid gaat ten koste van de legitimiteit. Dat is
de vicieuze cirkel waar ik het eerder over had.
Het heeft geen zin om verdiepingen te blijven bouwen op een huis als je niet zeker weet of
de fundering wel in orde is. Het Europees Parlement is van oordeel dat het onmogelijk is
om het uitbreidingsproces met de huidige institutionele middelen voort te zetten. Reden
te meer om de impasse over de Grondwet te doorbreken. Want alleen dan kunnen we de
Balkan-landen het zicht op het EU-lidmaatschap blijven geven dat we hen hebben toegezegd.
Dat is nodig om te voorkomen dat er steeds minder Europa is voor steeds meer Europeanen en
ervoor te zorgen dat uitbreiding niet ten koste gaat van onze politieke ambities
We moeten ervoor zorgen dat uitbreiding en integratie met elkaar in evenwicht blijven.
Vandaag de dag beseffen veel Europeanen dat die twee steeds meer uit evenwicht raken, dat
de doelstellingen steeds onduidelijker worden en dat de middelen steeds minder passen bij
de doelstellingen.
Daarom moet bezinning hand in hand gaan met actie. Allereerst door het ratificatieproces
voort te zetten. Unanimiteit mag dan vereist zijn, maar het maakt nogal een verschil of
er twee landen niet hebben geratificeerd of vijf. Ten tweede door vast te houden aan het
institutionele stelsel dat is voorgesteld in het Grondwettelijke Verdrag . Het zal erg
lastig worden om onder een nieuw stelsel unanimiteit te bereiken. Ten derde door een
ambitieuzer beleid te ontwikkelen met de middelen die ons thans ter beschikking staan..
Als de lidstaten dat willen, kan er onder de huidige Verdragen meer worden gedaan, en
beter. Het 'Europa van de projecten' is geen alternatief voor een project voor Europa,
maar het is zaak om de positieve kanten van het Europees beleid zichtbaarder te maken.
Gebrekkige coördinatie van het economisch beleid of onvoldoende samenwerking tussen
justitie en politie zijn niet het gevolg van een technisch of institutioneel probleem,
maar van een gebrek aan politieke wil.
Hetzelfde geldt voor immigratie. Als Europa invloed wil uitoefenen op de globalisering,
met name in Afrika, dan moet daar grote prioriteit liggen. Maar zeven jaar na de
besluiten van Tampere hebben wij alleen maar vooruitgang geboekt op één van
de vier pijlers van het gemeenschappelijke immigratiebeleid, namelijk de bestrijding van
illegale immigratie.
Bij de andere drie, legale immigratie, samenwerking met derde landen en integratie van
immigranten, hebben we weinig of geen vooruitgang geboekt. De unanimiteitsregel verlamt
de besluitvorming. Om vooruitgang te boeken moet er gestemd worden bij gekwalificeerde
meerderheid in de Raad en met medebeslissing door het Europees Parlement. En dat is onder
het huidige Verdrag heel goed mogelijk.
Onder het Grondwettelijk Verdrag zou politie- en justitiesamenwerking komen te vallen
onder het gemeenschappelijke beleid. Maar ook de bestaande Verdragen maken dit al
mogelijk, wat de snelheid, doelmatigheid en democratische controle alleen maar ten goede
zou komen.
Als we deze mogelijkheid hadden benut, had de recente uitspraak van het Hof van Justitie,
waarin het, op initiatief van het Europees Parlement, een besluit van de Raad en de
Commissie over het doorgeven van persoonsgegevens over luchtvaartpassagiers aan de
Amerikaanse autoriteiten, ongedaan heeft gemaakt, achterwege kunnen blijven.
Bij elke noodzakelijke herziening van het Grondwettelijk Verdrag dient rekening te worden
gehouden met de parlementaire invalshoek. We kunnen niet verder bouwen aan Europa zonder
de Europese burger daarbij te betrekken, met andere woorden:. zonder grotere
betrokkenheid van de parlementen. Dit is één van de belangrijkste lessen
uit het verleden.
Naar ik hoop hebben we deze les geleerd wanneer de 'Verklaring van Berlijn' wordt
opgesteld waarmee de Raad het 50-jarig bestaan wil vieren van het Verdrag van Rome en
waarmee het voorbeeld wordt gevolgd dat door de 'founding fathers' werd gegeven in de
Verklaring van Messina.
Messina zorgde er in 1955 voor dat Europa na het mislukken van de Europese Defensie
Gemeenschap, niet ineenstortte. Maar in Messina ging het niet alleen over een
gemeenschappelijke markt.
Wie de Verklaring van Messina leest, staat nog steeds versteld van de vergaande politieke
ambities die eruit spreken.
Er werden toen al voorstellen gedaan voor een gemeenschappelijk energiebeleid en zelfs
voor de harmonisatie van het sociaal beleid, een onderwerp dat tegenwoordig taboe is. En
werden gemeenschappelijke regels voorgesteld voor de werktijden, waarover vandaag de dag
nog steeds geen overeenstemming bestaat.
Dus laten we niet met een verwijzing naar Messina zeggen dat we streven naar 'minder voor
meer' Gaan we ons in Berlijn opnieuw uitspreken voor de waarden en doelstellingen van de
Unie die wij al hebben neergelegd in het Grondwettelijk Verdrag of stevenen we af op
nieuwe en moeizame onderhandelingen?
Bij referenda gaat het als regel niet om de tekst, maar om de context. Maar laten we ons
niet verschuilen achter de context. Want wat er ook staat in de tekst waarover wij als
Europeanen overeenstemming bereiken, zo'n tekst is alleen van waarde als daaruit een
gemeenschappelijke overtuiging spreekt en de politieke bereidheid om deze te
verwezenlijken..
Josep Borrell Fontelles
Voorzitter van het Europees Parlement