22 jun 2006
Onderdeel: Wageningen UR
In het natuur- en landschapsbeleid is veel aandacht voor ruige natuur
en voor de typisch Nederlandse cultuurlandschappen zoals
veenweidegebieden. Nu blijkt uit onderzoek dat allochtonen niets
hebben met ruige natuur, en dat tieners de cultuurlandschappen niet de
moeite waard vinden om te beschermen. Een aanwijzing voor een dalend
draagvlak.
Drs. Arjen Buijs van Alterra van Wageningen Universiteit en
Researchcentrum legde autochtonen, allochtonen en jongeren foto's
voor van de belangrijkste landschapstypes in Nederland, zoals heide,
bos, zandverstuivingen en veenweide. De conclusies moeten volgens hem
schokkend zijn voor beleidsmakers. Allochtonen vormen de sterkst
groeiende groep binnen de Nederlandse samenleving, en pubers zijn
natuurlijk als jeugd de voorbode voor de toekomst. Het is maar de
vraag of er in de toekomst draagvlak is voor het huidige natuurbeleid,
denkt Buijs.
Dat allochtonen weinig hebben met cultuurlandschappen was al langer
bekend, aldus Buijs. 'Uit eerder onderzoek kwam de beroemde uitspraak
van een allochtoon die zei: ik ben geen koe. Ons onderzoek bevestigt
dat beeld, maar laat daarnaast zien dat de verschillen bij ruige
natuur nog groter zijn. En meer dan de helft van de allochtonen blijkt
de natuurgebieden rondom zijn eigen stad niet eens te kennen.'
Uit het onderzoek onder jongens en meisjes van vijftien à zestien
jaar kwam een even schokkende conclusie. De tieners hebben sowieso
minder met natuur. 'Veel minder', aldus Buijs. 'Het scheelt met de
ouderen anderhalve punt op een tienpuntsschaal.' Maar er bleek bij de
pubers in het geheel geen draagvlak te zijn voor de bescherming van
het zo typisch Nederlandse cultuurlandschap.
Het natuurbeleid sluit nu veel te weinig aan bij de wensen van de
gewone mensen, denkt Buijs. 'Wij bouwen wegen langs of door
natuurgebieden, maar zeggen tegen allochtonen dat ze die drie
paddenstoelen niet mogen plukken omdat ze zeldzaam zijn. Terwijl dat
natuurlijk een veel minder grote bedreiging is voor de natuur dan zo'n
weg. Als je toelaat om paddenstoelen te plukken of kokkels te rapen,
dan creëer je bovendien een manier om mensen bij de natuur te
betrekken. Ze krijgen binding met de natuur, en zullen meer het nut
ervan in zien.'
De beleidsmakers zullen zich volgens Buijs moeten aanpassen. 'De
eerste logische reactie is om te proberen de opvattingen van
allochtonen en jongeren aan te passen aan het natuurbeleid, maar ik
geloof niet dat dat erg succesvol zal zijn. Een andere mogelijkheid is
om andere wegen in te slaan met het beleid. Maak meer ruimte voor de
gebruiker van de natuur, voor de recreant, maar ook voor de
allochtonen die paddenstoelen plukken of kokkels rapen.'
Martin Woestenburg
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Wb, het
weekblad voor Wageningen UR. Het wordt u aangeboden door de afdeling
Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en
wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de Redactie van Wb, e-mail:
wb@cereales.nl. Zie meer nieuws en archief op http://www.wb-online.nl.
Wageningen Universiteit