22 jun 2006
Onderdeel: Wageningen UR
Wageningse onderzoekers hebben een methode ontwikkeld waardoor een
genetisch gemodificeerde plant zijn transgenen verwijdert zodra hij
stuifmeel aanmaakt. Dit maakt het mogelijk de verspreiding van
transgenen in te dammen en op een schonere manier planten als
moleculaire fabriekjes te gebruiken.
âHet lijkt een hele elegante techniek. Het komt er op neer dat bij de
genen die we inbrengen ook een gen zit dat alle transgenen er weer
uitgooit zodra de plant pollen gaat vormen. Hiertoe hebben we dat gen
gekoppeld aan een promotor â een genetische schakelaar â die echt
alleen aanstaat tijdens de stuifmeelaanmaakâ, zegt dr. Jan-Peter Nap
van Plant Research International van Wageningen Universiteit en
Researchcentrum. Samen met dr. Ludmila Mlynàrova, nu werkzaam bij de
leerstoelgroep Moleculaire biologie, en een Nieuw-Zeelandse collega
publiceren ze deze benadering deze maand in Plant Biotechnology
Journal.
Nap snapt dat deze techniek veel mensen doet denken aan de omstreden
terminator-technologie, waarmee via genetische modificatie wordt
voorkomen dat transgene planten zaad kunnen maken. Daarmee kunnen
veredelingsbedrijven zorgen dat boeren ieder jaar terugkomen om het
verbeterde zaad te kopen. âHet is inderdaad een nieuwe variant op GURT
- Genetic Use Restriction Technology â waar ook de terminator bij
hoort. Maar in ons geval kan een plant wel gewoon zaad aanmaken,
alleen de productie van transgeen stuifmeel wordt voorkomen. Het komt
tegemoet aan de kritiek dat transgenen via pollen in wilde verwanten
of andere gewassen terechtkomen. Bovendien is het bij onze techniek
niet nodig om de plant te bespuiten met een chemisch stofje om de
schakelaar aan of uit te zetten. We hebben het uitgooien van trangenen
gewoon onderdeel gemaakt van de biologie van de plantâ, aldus Nap.
De nieuwe techniek maakt gebruik van een cre-gen, dat de eigenschap
bezit om het genetische materiaal dat zich tussen twee genetische
grenspaaltjes â de loxP-sites â te verwijderen. Door nu een genetische
schakelaar â de promotor NTM19 â te gebruiken, die alleen
aangeschakeld is tijdens de eerste fase van de pollenvorming, worden
de transgenen alleen in het stuifmeel verwijderd.
Nap en zijn collegaâs hebben het systeem allereerst getest bij
tabaksplanten, waaruit de betrokken genetische schakelaar afkomstig
is. Slechts twee van de 16800 zaden (0,024 procent) die afkomstig
waren van stuifmeel van de transgene plant bleken nog transgenen te
bezitten. âEen verrassend laag percentageâ, aldus Nap. Het systeem is
heel robuust en doet het ook uitstekend in de modelplant Arabidopsis
(zandraket).
Een mogelijk nadeel is dat het â juist door het ontbreken van
transgenen in het stuifmeel â lastiger is een zuivere veredelingslijn
te handhaven. Nap voorziet vooral toepassingen in molecular farming,
het gebruiken van planten voor de aanmaak van farmaceutica of
gezondheidsbevorderende stoffen. De tabaksplant is heel geschikt om
ingewikkelde stoffen te produceren, maar Nap ziet ook mogelijkheden
voor bijvoorbeeld koolgewassen die de gezonde omega-3-vetzuren
aanmaken.
Nap gelooft niet dat de kritiek van organisaties als Greenpeace nu zal
verstommen. âHet verwijderen van de transgenen gebeurt op een
genetisch heel schone manier, maar uiteindelijk blijven er nog 22
baseparen achter. Daarmee kan een plant geen transgene eiwitten meer
aanmaken, maar als activisten een stok zoeken, kunnen ze hiermee
slaan. Het blijft genetische modificatie.â
Gert van Maanen
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Wb, het
weekblad voor Wageningen UR. Het wordt u aangeboden door de afdeling
Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en
wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de Redactie van Wb, e-mail:
wb@cereales.nl. Zie meer nieuws en archief op http://www.wb-online.nl.
Wageningen Universiteit