Erasmus MC
22-06-2006: Screening met MRI verbetert
overlevingskansen bij erfelijke borstkanker
Dit persbericht betreft een promotie aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam
Screening en vooral met MRI verbetert de overlevingskans van vrouwen
met een erfelijke belasting voor borstkanker. Dit blijkt uit het
proefschrift van Madeleine Tilanus-Linthorst "De invloed van
tumorkenmerken op screening bij erfelijk risico voor borstkanker"
waarop zij 22 juni a.s. promoveert aan de Erasmus Universiteit te
Rotterdam.
Vrouwen met een genetische aanleg voor borstkanker (b.v. BRCA1 of
BRCA2 mutatie) hebben een risico van 30 à 40 % om deze ziekte voor hun
50ste jaar te krijgen.Vrouwen met een familiaire belasting zonder
gen-afwijking hebben eveneens een verhoogd risico. De meeste vrouwen
kiezen voor jaarlijkse screening om de tumor zo vroeg mogelijk te
ontdekken en daarmee de kans op sterfte te verkleinen. Tilanus toonde
ook bij gendraagsters de grote invloed van het vroeg ontdekken op de
overleving. Zij onderzocht de resultaten van jaarlijkse screening met
mammografie en lichamelijk onderzoek en bij vrouwen met dicht
klierweefsel MRI (Magnetic Resonance Imaging) daarbij. Borstkanker
werd in 81% vroeg (
In een ander onderzoek bleek mammografie bij BRCA1&2 draagsters de
tumor maar in 38% als verdacht te herkennen en bij even jonge vrouwen
zonder genafwijking in 71%. MRI daarentegen herkende de borstkanker in
100%. Samen met de Engelse en Canadese MRI-screenings groep is gekeken
hoe vaak screening moet plaatsvinden. Tumoren bleken bij jonge vrouwen
en bij BRCA1 draagsters sneller te groeien dan op hogere leeftijd en
bij niet draagsters. Met jaarlijks MRI screening waren de tumoren bij
jonge BRCA1 draagsters groter en werden vaker in het interval tussen
twee screenings in ontdekt dan in andere groepen. Bij BRCA1 draagsters
jonger dan 40 jaar zou het MRI onderzoek vaker dan een keer per jaar
moeten plaatsvinden om tumoren even vroeg te ontdekken, maar bij niet
draagsters boven de 50 jaar lijkt screening een keer per twee jaar
voldoende.
Borstsparende behandeling, toonde Tilanus aan, is even veilig bij
BRCA1&2 draagsters als bij niet erfelijke belaste vrouwen. Het risico
op kanker in de andere borst was bij BRCA1&2 draagsters na 10 jaar
25%, veel hoger dan bij familiair belaste vrouwen (6%) en bij vrouwen
zonder familiebelasting (5%). Deze 2e tumor had echter geen nadelige
invloed op de overlevingskans en ook verbetert het verwijderen van de
andere borst uit voorzorg de overleving niet.