Beantwoording vragen n.a.v. AO over geestelijke gezondheidszorg GGZ
Kamerstuk, 22-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-GGZ-2692724
22 juni 2006
Tijdens het algemeen overleg van 8 juni jl. over de geestelijke
gezondheidszorg heb ik toegezegd een aantal vragen van de vaste
kamercommissie voor volksgezondheid, welzijn en sport schriftelijk te
zullen toelichten. De vragen hadden betrekking op een viertal
onderwerpen, te weten:
1. het separeerbeleid in het kader van de Wet Bopz;
2. de benutting van AWBZ-premiemiddelen in 2005;
3. de risico's van zorgverzekeraars bij de overheveling;
4. de gebrekkige samenwerking tussen het CIZ en het BJZ bij kinderen
met meervoudige problematiek.
ad 1.
Mevrouw Kant (SP) heeft vragen gesteld rond het separeerbeleid in het
kader van de Wet Bopz. Deze vragen zijn door de SP ook gesteld in het
Verslag van de Wijziging van de Wet Bopz (voorwaardelijke machtiging
en dwangbehandeling). Bij gelegenheid van de nota naar aanleiding van
het verslag zullen wij deze vragen beantwoorden.
ad 2.
De heer Rouvoet (CU) heeft gevraagd naar de AWBZ premiemiddelen die
volgens een bericht van het CTG/ZAio in 2005 niet benut zijn en in
2006 ingezet zouden kunnen worden.
In 2006 geldt in de AWBZ de 1%-margeregeling. Deze regeling houdt in
dat de onbenutte premiemiddelen die in het boekjaar 2005 overblijven,
tot maximaal 1 % van de contracteerruimte (maximaal EUR 175 mln.),
alsnog incidenteel inzetbaar zijn voor het jaar 2006. Door een aantal
besluiten en autonome ontwikkelingen is er geen bedrag op basis van de
1%-margeregeling beschikbaar voor 2006. Een uitgebreide toelichting op
deze ontwikkelingen vindt u in de bijgevoegde brief aan het CTG/ZAio.
ad 3.
De vaste kamercommissie heeft gevraagd om een nadere toelichting over
de risico's die zorgverzekeraars lopen rond de uitvoering van de
geneeskundige GGZ onder de Zorgverzekeringswet in 2007. In mijn brief
van 2 juni 2006 (Kamerstuk 2005-2006, 2248, nr. 26) ben ik ingegaan op
een invoeringsmodel waarbij de geneeskundige GGZ-prestaties worden
opgenomen in de polis voor 2007, maar de feitelijke uitvoering nog
plaatsvindt door de zorgkantoren.
Bij dit invoeringsmodel lopen de zorgverzekeraars nog geen financieel
risico, aangezien de huidige situatie van uitvoering door de
zorgkantoren feitelijk nog een jaar wordt voortgezet, maar dan, onder
de Zorgverzekeringswet, op basis van de gegeven volmacht.
Met de inwerkingtreding van de geneeskundige GGZ-prestaties onder de
Zvw per 1 januari 2007, hebben verzekerden ook recht op acht zittingen
eerstelijnspsychologie. Onderzocht wordt of zorgverzekeraars dit
meteen risicodragend zelf kunnen uitvoeren.
ad 4.
De heer Rouvoet heeft naar aanleiding van een concrete casus de
samenwerking tussen het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het
Bureau Jeugdzorg (BJZ) aan de orde gesteld. Bij de zorg voor jeugdigen
met meervoudige problematiek zijn meerdere indicatieorganen betrokken,
waardoor het afgeven van een integrale indicatie soms niet mogelijk is
of indicatieorganen naar elkaar gaan verwijzen. In het thema
harmonisering indicatiestellingen van Operatie JONG wordt gewerkt aan
verbetering op het terrein van de toegang tot geïndiceerde (jeugd)zorg
en speciaal onderwijs. Voor jeugdigen die vanwege hun problematiek
meerdere indicaties nodig hebben, worden enkelvoudige procedures en
routes ontwikkeld met afspraken over eenduidige cliëntroute,
informatie-uitwisseling, geharmoniseerde vragenlijsten en mandatering
van diagnostiek. Voor de jeugd-ggz is recent een protocol
indicatiestelling jeugdigen met psychiatrische problematiek
vastgesteld. Ook voor jeugdigen met een licht verstandelijke handicap
zal een protocol ontwikkeld worden. Bij beide protocollen zijn de
bureaus jeugdzorg en het CIZ betrokken. Met het in werking treden van
dergelijke samenwerkingsafspraken zullen problemen zoals in de door de
heer Rouvoet naar voren gebrachte casus in het vervolg grotendeels of
geheel worden voorkomen.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Documenten
* Brief aan de voorzitter van het Ctg/Zaio over de 1%-margeregeling
AWBZ (nieuw venster) Brief | 22-6-2006 (pdf, 3 pag., 152 kB)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport