Persoonsgebonden budget voor huishoudelijke zorg onder druk

Per saldo

Per Saldo vraagt Eerste Kamer om voorwaarden te stellen aan Wmo

Tienduizenden mensen met een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke zorg, dreigen na
1 januari 2007 in grote problemen te komen. Het is maar de vraag of ze volgend jaar nog recht hebben op een persoonsgebonden budget voor deze zorg. Krijgen ze wel zo een budget, dan zijn de administratieve problemen niet te overzien. Dat komt door de manier waarop de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt ingevoerd. Maandag 26 juni spreekt de Eerste Kamer over deze wet. Per Saldo roept de Eerste Kamer op om alleen akkoord te gaan met de wet, als duidelijk is dat budgethouders hun huishoudelijke zorg kunnen blijven inkopen met een persoonsgebonden budget. Zonder beperkingen en zonder in een administratieve nachtmerrie verzeild te raken.

Meer dan 80.000 mensen met een chronische ziekte, gehandicapten en ouderen maken gebruik van het persoonsgebonden budget in de zorg. Als de Eerste Kamer akkoord gaat met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), wordt het persoonsgebonden budget met ingang van 1 januari 2007 in tweeën gesplitst. Het budget voor huishoudelijke zorg wordt dan verstrekt door de gemeente, vanuit de Wmo. Het budget voor persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en logeeropvang wordt verstrekt door het zorgkantoor, vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Tienduizenden budgethouders moeten dan een dubbele administratie voeren, extra overeenkomsten afsluiten met hun hulpverleners en aan twee instanties verantwoording afleggen over hun bestedingen. Voor beide budgetten gelden verschillende indicaties, andere eigen bijdragen en afwijkende voorwaarden voor de besteding van het budget.

De Tweede Kamer heeft er in februari voor gezorgd dat het persoonsgebonden budget voor individuele voorzieningen een volwaardige plaats kreeg in de nieuwe wet. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft echter een modelverordening gepubliceerd, waarin het persoonsgebonden budget buitenspel wordt gezet. De VNG introduceert in deze modelverordening 'algemene voorzieningen'. Het gaat in feite om individuele voorzieningen waar wel een indicatie voor nodig is, maar waar geen persoonsgebonden budget voor wordt verstrekt. De VNG beperkt daarmee de keuzevrijheid van burgers. Per Saldo heeft de modelverordening juridisch laten toetsen en concludeert dat de verordening in strijd is met de wet.

Per Saldo dringt er bij de Eerste Kamer op aan om pas akkoord te gaan met de Wmo, als aan een aantal voorwaarden is voldaan.

-Iedereen die recht heeft op huishoudelijke zorg, moet die zorg zelf kunnen inkopen met een persoonsgebonden budget. Er moet een duidelijke politieke uitspraak komen dat de modelverordening van de VNG op dit punt moet worden aangepast.
-Budgethouders moeten voor hun persoonsgebonden budget voor huishoudelijke verzorging dezelfde administratieve ondersteuning krijgen als nu, via het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank. Ook de verzekeringen voor ziekte van de hulpverlener, voor rechtsbijstand bij arbeidsconflicten en voor wettelijke aansprakelijkheid moet gewoon via het Servicecentrum PGB blijven lopen.

-Het regels rond het persoonsgebonden budget in de AWBZ moeten soepeler worden. Alleen dan kunnen mensen die straks noodgedwongen van twee budgetten gebruik maken, die budgetten goed op elkaar laten aansluiten. Dat vermindert hun administratieve lasten aanzienlijk.


Noot voor de redactie (