Partij van de Arbeid


Den Haag, 22 juni 2006


Bijdrage van Wouter Bos, fractievoorzitter PvdA, aan afsluitende VBTB-debat 2005


(Gesproken woord geldt)


Mijnheer de Voorzitter,


Dit debat is nu al een bijzondere ervaring.

Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van de drie fractievoorzitters van de coalitie-partijen.
Welk een groot genoegen u dit jaar wél te mogen begroeten!


Maar ook omdat dit debat in een heel ander ritme staat dan onze gangbare debatten.
Normaal vragen we hier toch liefst vandaag een debat aan dat we overmorgen willen voeren over iets wat morgen gebeurt.
Maar nu is het anders.

Nu voeren we een debat over de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2005, een periode die al een half tot anderhalf jaar achter ons ligt.


En dat is lang.

Even in herinnering roepen.

2005 was voor honderdduizenden mensen een jaar dat begon met een door de tsunami weggespoelde toekomst en voor vele anderen tien maanden later het jaar van een door een aardbeving weggeslagen leven.
Maar ook het jaar, het lijkt al weer zo lang geleden, ook het jaar waarin Talpa begon met uitzenden, een poema de Veluwe onveilig maakte, een mus domino-d-day verstoorde en Van Persie in het gevang terecht kwam.
Het jaar ook waarin de olieprijzen na de orkaan Katrina door het plafond schoten, London te maken kreeg met terroristische aanslagen, en Frankrijk met rellen in de voorsteden.
Het jaar waarin Louis Sévèke werd vermoord en Peter R. de Vries besloot uiteindelijk niet de politiek in te gaan.
Het was dus vooral een jaar dat soms al weer heel lang voorbij lijkt te zijn maar in sommige opzichten nog elke dag ook hier doordreunt.


Dat beeld komt ook terug als we kijken naar wat er hier, in het Nederlandse parlement, in 2005 zich allemaal afspeelde.
Enerzijds de momentopnames.

Denk aan het vertrek van Minister De Graaf of het debat over de Schiedamse moordzaak.
Dan waren er de afsluitende debatten.

Bijvoorbeeld over het definitieve besluit onze soldaten uit Irak terug te trekken of over de invoering van het nieuwe zorgstelsel.
Ook de debatten die hier elk jaar, zo niet vaker, plaatsvinden zoals Minister Donner die ook in 2005 al niets voelde voor legalisering van de wietteelt of met Minister Verdonk die ook in 2005 al niets moest weten van een generaal pardon.
En ook de debatten waar we nog lang niet klaar mee zijn, over het NEE tegen de grondwet, de oorzaken van de brand op Schiphol Oost, de missie naar Afghanistan of de toekomst van de Publieke Omroep.


Dat is dus het jaar waar we vandaag op terugkijken.
Ik zal aan het eind van mijn betoog ook iets zeggen over hoe zinnig het is om dat te doen, door ons, op dit moment.
Maar eerst een poging tot een oordeel.


Bijna twee jaar geleden, bij de Algemene Politieke Beschouwingen eind september 2004, keken we vooruit naar het jaar waar we nu op terugkijken.
Een debat dat overigens vanwege 'de teen' met waarnemend minister President Zalm werd gevoerd!


Als centrale vraag formuleerde ik toen, in september 2004, de vraag 'Waar willen we met dit land naar toe?
In wat voor land willen we leven?'

Het is ook door die bril dat ik vandaag terug wil kijken naar 2005.
En dan is 2005 vooral een jaar gebleken waarin onder de Haagse werkelijkheid van gemiddelde burgers, gemiddelde koopkrachtplaatjes, gemiddelde vooruitgang zus en gemiddelde achteruitgang het beeld begint op te doemen van een verdeeld Nederland.
Een land met grote tegenstellingen en grote ongelijkheden. Toenemende tegenstellingen en toenemende ongelijkheden.
En ook steeds hardnekkiger tegenstellingen en ongelijkheden.


Die constatering begint met de volstrekt scheve inkomensplaatjes. 2005 was een jaar waarin bijna iedereen een veer moest laten.
Maar het waren weer niet de sterkste schouders die de zwaarste lasten moesten dragen.
Nee, het waren weer de mensen die al in de hoek zaten waar de klappen vallen.
Gehandicapten en chronisch zieken.

Of de mensen rond het minimum.

Zij betaalden in 2005 de prijs voor het economisch herstel dat nu gelukkig lijkt door te zetten.


2005 was ook het jaar waarin Nederland pas echt kennis maakte met de voedselbanken.
En het blijft verbijsterend om de verdediging van kabinet en coalitie op dat punt te horen.
Als ik de CDA-fractie over de voedselbanken hoor zeggen dat het vooral te maken heeft met de schuldenproblematiek, lijkt het erop alsof 'eigen verantwoordelijkheid' niet zo heel veel verschilt van 'eigen schuld'.
Alsof het feit dat zoveel mensen juist nú in de schuldenproblemen zijn geraakt misschien niet ook iets te maken zou kunnen hebben met de lasten waarmee zij door dit kabinet zijn opgescheept.
En de minister-president verdedigde zich tegen verwijten van toenemende armoede en ongelijkheid met het argument dat dit kwam door de tegenvallende economische groei.
Alsof de recessie niet door zijn bezuinigingen nodeloos verergerd werd!


Maar de tegenstellingen zitten dieper.

Het gaat niet alleen over inkomensongelijkheid, over rijk en arm.
Het gaat ook over achterstanden die hardnekkiger worden.
Zo steeg de langdurige werkloosheid in 2005 zonder dat het kabinet het op enig moment nodig vond er iets aan te doen.
Pas nu lijkt er beweging in te komen, too little too late.
Ook nam ondanks een daling van het totaal aantal bijstandsgerechtigden, het aandeel langdurig bijstandsgerechtigden in de bijstand toe.
Het zijn voorbeelden van achterstanden die niet alleen hardnekkiger worden maar ook nog eens van kleur verschieten.
Want hoewel de jeugdwerkloosheid in 2005 weer hoger was dan wat het kabinet zich ten doel had gesteld, deze daalde wel enigszins.
Maar niet voor allochtone jongeren.


En dat is het derde beeld dat wij hebben bij 2005.
De achterstanden en ongelijkheden nemen niet slechts toe en worden niet slechts hardnekkiger maar ze krijgen ook steeds meer een kleur. Wie er in duikt, schrikt echt.
Want het begint al vroeg.

Bij de onverminderd hoge jeugdcriminaliteit, de onverminderd hoge schooluitval, de schrikbarend hoge aantallen jongeren die teveel achterstand hebben om een CITO-toets te doen, de tekortschietende behandelplaatsen voor probleemjongeren, de falende ouders.
Allemaal kranen die onverminderd open staan en achterstanden en ongelijkheden alleen maar groter maken.
Maar ook gekleurder.

Want we zien ook in 2005 weer dat bij al die problemen, of het nu gaat om de jeugdcriminaliteit, de armoede, de schooluitval, de jeugdzorg, we komen onevenredig veel allochtonen tegen.
En dat is waar we echt verontrust over zouden moeten zijn.
Dat de tegenstellingen, achterstanden en ongelijkheden in Nederland zich niet slechts langs sociaal-economische lijnen lijken te voltrekken maar ook steeds meer langs etnische lijnen.
En dat maakt het bestrijden van die tegenstellingen, achterstanden en ongelijkheden alleen maar moeilijker.


Ik voeg hier tenslotte nog een vierde beeld uit 2005 aan toe. Nederland postcodeland.
Geef me je postcode en ik kan je voorspellen hoe gezond je bent, wat de kans is dat je werkloos bent, of je een redelijk huis hebt in een veilige buurt, hoe je bij de politie te boek staat, of je wit of zwart bent. Nederland segregeert.
De achterstanden zijn niet alleen toegenomen, niet alleen hardnekkiger geworden en hebben niet slechts een kleur gekregen, we vinden ze ook steeds meer en steeds vaker op dezelfde plekken.
De stapeling van problemen in met name vooroorlogse wijken in onze grote en (middel)grote steden, neemt niet af.
Integendeel, de segregatie nam toe.

De stapeling van problemen nam toe.

En de bereidheid van het kabinet om er iets aan te doen neemt alleen maar af.
Een kamerbrede motie-Bos, aangenomen na het debat over het rapport van de commissie-Blok, waarin werd aangedrongen op afspraken met steden en randgemeenten om spreiding van sociale woningbouw tot stand te brengen en zo de steden te ontlasten, wordt feitelijk niet uitgevoerd.


En daar wordt Nederland domweg niet beter van.
Twee Nederlanden.

Een Nederland waar het je goed gaat, en een Nederland waar je nauwelijks kansen hebt.
Ik kan me niet voorstellen dat de minister-president zich neer zou willen leggen bij dat beeld.
Vanuit de oppositie wordt dat ook al jaren geroepen en pas nu, een week geleden, durft het kabinet te erkennen dat we gelijk hebben. Minister Dekker schrijft dat "de overtuiging is gegroeid dat, nog meer dan in het verleden, een parallelle inspanning in fysieke en sociaal-economische zin in deze wijken geboden is.
Het verbeteren van de leefbaarheid in achterstandswijken draait steeds meer om het bieden van voorzieningen en mogelijkheden voor jongeren, met een speciale focus op allochtone jongeren.
Schooluitval, jeugdwerkloosheid en andere problemen moeten gelijktijdig worden aangepakt.
Het is van groot belang dat juist ook op dit punt nieuwe coalities worden gesmeed voor een succesvolle integrale aanpak van de complexe problemen in achterstandswijken.
De woningcorporaties zullen daar een cruciale rol in spelen.
" Minister Dekker spreekt hiermee nogal een oordeel uit over het eigen beleid.
Jaren lang niets aan gedaan en dan zo'n brief schrijven.
Hoewel, dat is niet waar, er is natuurlijk wel degelijk wat gebeurd.
Er is bezuinigd op de inburgering waardoor er in deze wijken in 2005 weer minder mensen werden ingeburgerd dan in 2004; en dat was al minder dan in 2003.
En het geld dat nodig is om de verpaupering tegen te houden, het geld voor de stadsvernieuwing, op dat geld werd bezuinigd.
En als toppunt: waar iedereen inmiddels weet dat er wel 4 miljard nodig is om deze wijken er bovenop te helpen, moest dat bedrag toen de brief uiteindelijk geschreven werd meteen weer geschrapt worden. In goed Zeeuws, maar dat kan de minister president beter dan ik, 'we benne wel zuunig'.


2005 is dus het jaar waarin iedereen een veer moest laten maar in ieder geval niet om allerlei maatschappelijke problemen op te lossen. Die werden vooral groter.
Dan hoop je dat het in 2006 beter zal gaan als daar straks op terug wordt gekeken.
Maar met de schooluitval en de jeugdzorg gaat het nog steeds beroerd. De langdurige werkloosheid neemt ook in 2006 weer toe.
De verhouding tussen bevolkingsgroepen verslechtert.
En de urgentie en de prioriteit om er echt iets aan te doen legt het nog altijd af tegen de dominante boekhoudersfilosofie van Minister Zalm.


Mijnheer de voorzitter, juist nu het weer beter gaat met Nederland, nu de economie weer groeit, juist nu moeten we de kansen pakken om dat wat de afgelopen jaren kapot is gegaan en kapot is gemaakt, te herstellen.
We zijn met zijn allen in dit land tot heel veel in staat maar alleen als we dit soort tegenstellingen en achterstanden weten te overwinnen. Alleen als iedereen mee doet kunnen we met elkaar veel beter.
Alleen als achterstanden overbrugbaar blijken, blijft het inspireren om je in te spannen en initiatieven te nemen.
Alleen als we steden leefbaar houden, blijven succesvolle mensen er wonen en hernemen ze hun oorspronkelijke functie van emancipatiemachine.


Mijnheer de Voorzitter, ik realiseer me dat ik mij met deze concentratie op deze zaken heb beperkt.
Ik heb voor deze invalshoek gekozen omdat het veel zegt over het land waarin we leven en in een heleboel opzichten ook over het land waarin ik niet wíl leven.
Maar 2005 ging over veel meer, de jaarverslagen gingen over veel meer.
Daarom toch ook nog een enkel woord over hoe we dit debat hier met elkaar voeren.


Al jaren proberen we met de VBTB-debatten eigenlijk tenminste twee zaken te bereiken.
Enerzijds willen we door beter terug te kijken op prestaties, het lerend vermogen van de overheid verbeteren.
Anderzijds willen we de kloof tussen burger en politiek verkleinen door de politiek te dwingen zich te verantwoorden.
En al jaren zijn we eigenlijk ontevreden over hoe dat lukt, of eigenlijk: niet lukt.


Dit jaar weer een poging door nu alle fractievoorzitters het debat te laten doen.
In een laatste poging dit debat nog een beetje een allure te geven vergelijkbaar met de Algemene Politieke Beschouwingen.
Dat is alleen al niet gelukt omdat niet alle fractievoorzitters aanwezig zijn.
Maar zelfs al zouden ze er wel zijn, het zou nog niet lukken.
Omdat het wat mij betreft bij voorbaat een wat vreemde exercitie is om hier een debat te voeren wat het hoogtepunt zou moeten zijn van de verantwoordingsdebatten, terwijl alle verantwoordingsdebatten met de betreffende ministers al achter de rug zijn.
Hoezeer ik ook geloof in wat ik hier vandaag naar voren heb gebracht, ik heb wel eens zinvollere debatten gevoerd.
Een geprofileerd politiek debat lukt alleen maar aan het begin van de verantwoordingscyclus, niet aan het eind.


Volgend jaar valt dit debat gezien de verkiezingen waarschijnlijk in het water.
We zullen via de commissie Rijksuitgaven kijken hoe we het volgend jaar en de jaren daarna aan moeten pakken.
Maar laat ik er tenslotte nog één ding over zeggen.
Buiten Den Haag heeft niemand zich voor deze debatten geïnteresseerd.
Het heeft vooral te maken met deze vraag: rapporteert dit kabinet vanwege het rapporteren of leidt het nou ook echt tot andere politiek? Als er iets wordt geconstateerd dat niet klopt leidt het meestal tot andere vormen van rapportage.
Maar hoe vaak heeft een VBTB-debat nu eigenlijk echt geleid tot andere politieke keuzes?
Is het toeval dat het kabinet al jaren weigert, ondanks toezeggingen, in de jaarverslagen een rubriek 'beleidsconsequenties' op te nemen?


En zo verwordt een debat dat bedoeld was om de kloof tussen burger en politiek te verkleinen, tot iets wat die kloof bepaald niet slecht, misschien wel vergroot.
De politiek is op deze manier vooral met zichzelf bezig.
Het kabinet rapporteert trouw maar of het nu goed gaat of slecht, consequenties worden er niet aan verbonden.
Risico's worden vermeden door geen ambitieuze en meetbare maatschappelijke doelen voorop te stellen en onvolledig te zijn in het melden van de resultaten.
En het politiek profiel wordt al maar lager.

Dit klinkt als een grafrede en dat is het ook een beetje.
En dat is jammer.


Deze hele exercitie is daarmee een metafoor geworden van hoe dit kabinet in de samenleving staat.
In zichzelf gekeerd, gericht op cijfertjes, niet luisterend en niet lerend. Blij met een rapport dat aan de formele vereisten voldoet maar met de verbijsterende inhoud wordt niets gedaan.
Verstand op nul, blik op oneindig.

Ook dat kan zoveel beter.


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann

Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid

Plein 2

K 104

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel: 070 318 2694

Fax: 070 318 2800

c.linnemann@tweedekamer.nl