College van Beroep voor het bedrijfsleven


Toetsingsmaatstaf functiewaardering

De rechterlijke toetsing met betrekking tot een functiewaardering dient een terughoudende te zijn, in die zin dat de rechter zich, naast de in aanmerking komende toetsing van het bestreden besluit aan regels van geschreven en ongeschreven recht en algemene rechtsbeginselen, moet beperken tot de vraag of de in geding zijnde waardering op onvoldoende gronden berust. Dit betekent dat eerst tot vernietiging van de waardering kan worden overgegaan als deze als onhoudbaar moet worden aangemerkt; ontoereikend is de enkele omstandigheid dat een andere, hogere waardering op zichzelf verdedigbaar is. In deze toetsingsmaatstaf wordt aan het bestuursorgaan bij het waarderen van functies een ruime mate van vrijheid gelaten. Het bestuursorgaan dient de waardering wel te motiveren. Indien de waardering in bezwaar met concrete argumenten wordt bestreden, dan moet het bestuursorgaan ook concreet op die argumenten ingaan en zonodig de oorspronkelijk gegeven motivering aanvullen. Aan het nakomen van deze plicht moeten hogere eisen worden gesteld indien een deskundige bezwaaradviescommissie aangeeft waarom een waarderingsbesluit niet ongewijzigd gehandhaafd kan worden. In het onderhavige geval is de beslissing over de waardering van het aspect keuzemogelijkheden onvoldoende deugdelijk gemotiveerd.

LJ Nummer

AX6497

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 22 juni 2006 Naar boven