Burgemeester en Wethouders van Leiden leggen vijf buitenomtracé-varianten aan de Raad voor
Referendum RijnGouweLijn gaat volgende fase in
Het College van B&W heeft besloten om ten behoeve van het referendum over de RijnGouweLijn (RGL) tot september 2006 nog geen keuze te maken uit varianten van het 'Buitenomtracé'. Gedurende de zomer zullen verschillende varianten worden uitgewerkt zodat in september door het College en de Raad een keuze kan worden gemaakt.
Vijf varianten
De vijf varianten die worden voorgelegd zijn de volgende.
A) Een 'verbindend' model dat zorgt voor een snelle verbinding tussen station Lammenschans en het Centraal Station en waar trein en tram zoveel mogelijk hetzelfde spoor gebruiken, waarin weinig haltes worden toegevoegd en met een frequentie van vier keer per uur per richting. Dit 'verbindend' model kent twee varianten.
A1) Een variant dat van bestaand spoor aftakt op de hoogte van de Transvaalbuurt en via deze buurt rechtstreeks het Centraal Station bereikt.
A2) Een variant die ter hoogte van het Plesmanviaduct aftakt van bestaand spoor en vervolgens via een lus over de Morssingel en Stationsweg bij het Centraal Station uitkomt.
B) Een 'ontsluitend' model met de kenmerken van een stedelijke tram die in grote mate gebruik maakt van een eigen baan, met relatief veel haltes en een hogere frequentie van acht keer per uur. Dit 'ontsluitend' model kent ook twee varianten.
B1) Een variant die zo snel mogelijk na binnenkomst in Leiden aftakt van bestaand spoor en parallel aan de bestaande spoorbaan door Leiden gaat en uiteindelijk via een lus over de Morssingel en Stationsweg bij het Centraal Station uitkomt.
B2) Een variant die zo snel mogelijk na binnenkomst in Leiden aftakt van bestaand spoor en parallel aan de bestaande spoorbaan door Leiden gaat en vervolgens via een grotere lus over de Morsweg, Morssingel en Stationsweg bij het Centraal Station uitkomt.
De vijfde variant (variant C) is een variant die uitgaat van de RGL geheel over bestaand spoor tot het Centraal Station. Daar moeten reizigers overstappen want vanaf het Centraal Station tot de A44 rijdt de RGL over een andere infrastructuur.
De effecten van de verschillende varianten
Het college van Leiden wil dat gedurende de zomer van alle varianten wordt uitgewerkt wat de maatschappelijke effecten zijn. Ook financieel, economisch en ruimtelijk worden de relevante gevolgen onderzocht en in beeld gebracht.
Uitvoering van het collegeprogramma
In het Leidse collegeprogramma is afgesproken een referendum te houden over de RijnGouweLijn. Het betreft een referendum waarin een keuze voorligt tussen twee varianten. Dit zijn het "Buitenomtracé" over het bestaand spoor en het ''Binnenstadstracé'' dat o.a. door de Breestraat loopt. De afgelopen periode is een eerste verkenning uitgevoerd naar de gevolgen van een 'Buitenomtracé".
Aanpassen referendumverordening
Tevens heeft het College besloten de opdracht te verlenen tot het aanpassen van de referendumverordening van Leiden op zulke wijze dat de Leidse burger kan kiezen tussen twee verschillende tracés van de RijnGouwe Lijn door Leiden.
Informatieavond
De gemeente wil de eventuele gevolgen van het Buitenomtracé van de RijnGouweLijn (RGL) verder met de inwoners bespreken. Daarom organiseert de gemeente op maandagavond 26 juni een informatieavond over de RGL in De Waag, Aalmarkt 21 in Leiden. Deze avond bestaat uit twee gedeelten. Tussen 20:00 - 21:30 uur worden de gevolgen van de Buitenomtracés RGL voor de Transvaalbuurt besproken, dit deel van de avond is speciaal gericht op omwonenden in de Transvaalbuurt. Tussen 21:30 - 23:00 uur is de avond voor andere belangstellenden en betrokkenen en wordt een algemene toelichting over de Buitenomtracés RGL gegeven. Aanmelden voor de bijeenkomst kan bij het gemeentelijke projectbureau RijnGouweLijn via: rgl.leiden@leiden.nl of tel. (071) 516 58 43.
Nadere informatie:
Bert van den Ham, Bureau Communicatie gemeente Leiden, tel. (071) 516 51 18 en (06) 224 394 88.
---- --
Gemeente Leiden