Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk AV/CAM/2006/51637 Doorkiesnummer Datum 21 juni 2006

Onderwerp Kamervraag/vragen van het lid Verbeet (PvdA)

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Verbeet (PvdA) over de beslaglegging op ouderdomspensioenen door het Productschap Tuinbouw.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Antwoorden op vragen van het lid Verbeet (PvdA) over de beslaglegging op

ouderdomspensioenen door het Productschap Tuinbouw. (Ingezonden 1 juni 2006 nr. 2050614420)


1.

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat het Productschap Tuinbouw beslag heeft laten leggen op de ouderdomspensioenen van gepensioneerde tuinders?1

Ja. Het betrof overigens slechts één tuinder, waarbij beslag is gelegd op een deel van zijn AOW-uitkering.


2.

Mag het Productschap Tuinbouw beslagleggen op de ouderdomspensioenen van gepensioneerde tuinders die gedurende het werkzame leven weigerden heffingen te betalen aan de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie? Zo ja, wat zijn de juridische gronden daarvoor? Zo neen, waarom niet?

Ja, op grond van art. 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie.


3.

Is het afdragen van heffingen aan publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties verplicht indien zij in specifieke sectoren zijn ingericht? Welke tegenprestatie moet daar minimaal tegenover staan?

Het afdragen van heffingen is verplicht op grond van artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het opdelen in sectoren doet daar niets aan af. Art. 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie geeft de algemene doelstelling aan: bedrijfslichamen hebben tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door ondernemingen, waarvoor zij zijn ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen.


4.

Bent u het eens met de stelling van enkele tuinders dat het Productschap Tuinbouw (te) weinig biedt, gezien de in te brengen gelden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe oordeelt u over de legitimiteit van het besluit van het productschap om beslag te leggen op roerende en/of onroerende zaken of zelfs andere geldstromen?

Het is niet aan het kabinet om te oordelen of het Productschap (te) weinig biedt. Dit is aan de tuinders die onder de werkingsfeer van het schap vallen. In relatie tot dit punt wijs ik er op dat het kabinet in het Kabinetstandpunt Toekomst PBO, dat de Tweede Kamer is toegezonden op 23 mei jl., heeft aangegeven dat er vierjaarlijks moet worden vastgesteld of het betrokken schap nog voldoende draagvlak heeft onder de ondernemers die onder de werkingssfeer van dit schap vallen. Ook zullen er ­ zo geeft het kabinetstandpunt aan ­ meer mogelijkheden bij het


1 De Telegraaf, d.d. 22 mei 2006. Beslag op AOW van tuinders.

---

schap moeten komen voor rechtstreekse inspraak zowel voor ondernemers die bij een in het bestuur van het schap zittende brancheorganisatie zijn aangesloten als voor ondernemers die niet bij een dergelijke brancheorganisatie zijn aangesloten.
Ten aanzien van de legitimiteit van beslagleggingen verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.


5.

Hoe groot is de groep tuinders die niet wenst te betalen aan het Productschap Tuinbouw? Hoe vaak leidt dat tot beslaglegging op roerende en/of onroerende zaken en/of andere geldstromen?

Het is niet bekend hoeveel tuinders er niet wensen te betalen. Wel is bekend dat van de 40.000 heffingsaanslagen bij bedrijven er jaarlijks bij ca. 0,4% (160 bedrijven) een deurwaarder wordt ingeschakeld. De laatste vijf jaar is in totaal bij elf bedrijven beslag gelegd op roerende en/of onroerende zaken. In geen van die gevallen is tot verkoop overgegaan.


6.

Acht u de beslaglegging op de ouderdomspensioenen door het Productschap Tuinbouw gewenst? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? Is beslaglegging ook bij andere publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties gebruikelijk?

Algemeen uitgangspunt is dat schulden dienen te worden betaald; regelmatig ontvangt het Productschap Tuinbouw (terecht) vragen van andere bedrijven of wanbetalers `wegkomen' met hun gedrag. Alle overheden en publiekrechtelijke instellingen met een eigenstandige, wettelijke heffingsbevoegdheid, zoals de bedrijfslichamen, dienen te beschikken over de bevoegdheid om een wettelijk opgelegde heffingsaanslag zonodig bij dwangbevel in te vorderen. Voor zover mij bekend maken bedrijfslichamen daarbij slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik van de bevoegdheid tot beslaglegging en betreft het een klein percentage van het totale aantal heffingsplichtigen.


---

Antwoorden op vragen van het lid Verbeet (PvdA) over de beslaglegging op ouderdomspensioenen door het Productschap Tuinbouw. (Ingezonden 1 juni 2006 nr. 2050614420)


1.

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat het Productschap Tuinbouw beslag heeft laten leggen op de ouderdomspensioenen van gepensioneerde tuinders?2

Ja. Het betrof overigens slechts één tuinder, waarbij beslag is gelegd op een deel van zijn AOW-uitkering.


2.

Mag het Productschap Tuinbouw beslagleggen op de ouderdomspensioenen van gepensioneerde tuinders die gedurende het werkzame leven weigerden heffingen te betalen aan de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie? Zo ja, wat zijn de juridische gronden daarvoor? Zo neen, waarom niet?

Ja, op grond van art. 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie.


3.

Is het afdragen van heffingen aan publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties verplicht indien zij in specifieke sectoren zijn ingericht? Welke tegenprestatie moet daar minimaal tegenover staan?

Het afdragen van heffingen is verplicht op grond van artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het opdelen in sectoren doet daar niets aan af. Art. 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie geeft de algemene doelstelling aan: bedrijfslichamen hebben tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door ondernemingen, waarvoor zij zijn ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen.


4.

Bent u het eens met de stelling van enkele tuinders dat het Productschap Tuinbouw (te) weinig biedt, gezien de in te brengen gelden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe oordeelt u over de legitimiteit van het besluit van het productschap om beslag te leggen op roerende en/of onroerende zaken of zelfs andere geldstromen?

2 De Telegraaf, d.d. 22 mei 2006. Beslag op AOW van tuinders.

---

Het is niet aan het kabinet om te oordelen of het Productschap (te) weinig biedt. Dit is aan de tuinders die onder de werkingsfeer van het schap vallen. In relatie tot dit punt wijs ik er op dat het kabinet in het Kabinetstandpunt Toekomst PBO, dat de Tweede Kamer is toegezonden op 23 mei jl., heeft aangegeven dat er vierjaarlijks moet worden vastgesteld of het betrokken schap nog voldoende draagvlak heeft onder de ondernemers die onder de werkingssfeer van dit schap vallen. Ook zullen er ­ zo geeft het kabinetstandpunt aan ­ meer mogelijkheden bij het schap moeten komen voor rechtstreekse inspraak zowel voor ondernemers die bij een in het bestuur van het schap zittende brancheorganisatie zijn aangesloten als voor ondernemers die niet bij een dergelijke brancheorganisatie zijn aangesloten.
Ten aanzien van de legitimiteit van beslagleggingen verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.


5.

Hoe groot is de groep tuinders die niet wenst te betalen aan het Productschap Tuinbouw? Hoe vaak leidt dat tot beslaglegging op roerende en/of onroerende zaken en/of andere geldstromen?

Het is niet bekend hoeveel tuinders er niet wensen te betalen. Wel is bekend dat van de 40.000 heffingsaanslagen bij bedrijven er jaarlijks bij ca. 0,4% (160 bedrijven) een deurwaarder wordt ingeschakeld. De laatste vijf jaar is in totaal bij elf bedrijven beslag gelegd op roerende en/of onroerende zaken. In geen van die gevallen is tot verkoop overgegaan.


6.

Acht u de beslaglegging op de ouderdomspensioenen door het Productschap Tuinbouw gewenst? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? Is beslaglegging ook bij andere publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties gebruikelijk?

Algemeen uitgangspunt is dat schulden dienen te worden betaald; regelmatig ontvangt het Productschap Tuinbouw (terecht) vragen van andere bedrijven of wanbetalers `wegkomen' met hun gedrag. Alle overheden en publiekrechtelijke instellingen met een eigenstandige, wettelijke heffingsbevoegdheid, zoals de bedrijfslichamen, dienen te beschikken over de bevoegdheid om een wettelijk opgelegde heffingsaanslag zonodig bij dwangbevel in te vorderen. Voor zover mij bekend maken bedrijfslichamen daarbij slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik van de bevoegdheid tot beslaglegging en betreft het een klein percentage van het totale aantal heffingsplichtigen.


---