Erasmus MC
21-06-2006: Weinig verschil in ontwikkeling
tussen uit buitenland geadopteerden en Nederlandse leeftijdgenoten
Onderzoek naar ontwikkeling uit buitenland geadopteerde kinderen
Dit persbericht betreft een promotie aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam
Rotterdam, 21 juni 2006 - The Sophia Longitudinal Adoption Study is
een onderzoek van het Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis, afdeling
Kinder- en Jeugdpsychiatrie, naar de ontwikkeling van interlandelijk
geadopteerden. Onderzoekster Wendy Tieman promoveert op 21 juni op dit
onderzoek, waar zij ruim vier jaar aan werkte. Een groep van ruim
2.000 interlandelijk geadopteerden die in 1986 tussen de 10 en 15 jaar
oud waren, werd over een periode van 14 jaar door de onderzoekers
gevolgd - van adolescentie tot in de volwassenheid.
Uit het onderzoek blijkt dat bij iets meer interlandelijk
geadopteerden psychiatrische stoornissen voorkomen dan bij hun
leeftijdgenoten uit de algemene bevolking (30% vs. 22%). De
meerderheid van de jongvolwassen interlandelijk geadopteerden heeft
geen psychiatrische stoornissen. Dit is opmerkelijk omdat velen van
hen als jong kind onder erbarmelijke omstandigheden opgroeiden en
omdat adoptie een grote ingreep is in het leven. Mannen in de
adoptiegroep bleken kwetsbaarder voor psychische problemen dan
vrouwen. Dit in tegenstelling tot leeftijdgenoten in de algemene
bevolking waar vrouwen juist iets kwetsbaarder zijn dan mannen voor
het ontwikkelen van psychische problemen.
Een andere opvallende bevinding was dat het opleidings- en
beroepsniveau van jongvolwassen interlandelijk geadopteerden gelijk is
aan dat in de algemene bevolking. Op het gebied van opleiding en
arbeid presteren interlandelijk geadopteerden ondanks de vele
obstakels in hun ontwikkeling even goed als hun niet-geadopteerde
leeftijdgenoten. Ook bleken zij op andere fronten van het dagelijks
leven (werk, relaties en vrije tijd) goed te functioneren. Wel bleek
het aantal dat gehuwd was of een andere vaste relatie had bij
jongvolwassen interlandelijk geadopteerden lager in vergelijking met
leeftijdgenoten uit de algemene bevolking.
Van de jongvolwassen interlandelijk geadopteerden zoekt 18% naar zijn
of haar biologische ouders en 14 % is reeds herenigd met de
biologische ouders. Van de geadopteerden heeft 36 % geen enkele
interesse in het zoeken naar de biologische ouders. Geadopteerden die
zoeken naar de biologische ouders hebben iets meer psychische
problemen dan geadopteerden die hierin geen enkele interesse hebben.
Deze problemen zijn echter al voor de zoektocht aanwezig en worden dus
niet veroorzaakt door het zoeken naar de biologische ouders. In het
algemeen valt zoeken naar biologische ouders aan- noch af te raden.
In The Sophia Longitudinal Adoption Study is door middel van een
uitgebreid interview en vragenlijsten een groot aantal terreinen van
functioneren bestudeerd, zoals psychische problemen, sociaal
functioneren, de eigen visie op adoptie en adoptiegerelateerde zaken
zoals het zoeken naar de biologische wortels. De bereidheid om aan dit
onderzoek mee te doen was groot.